De nieuwe Poolse regering van Donald Tusk kiest voor een onvoorwaardelijke Europese koers, een opluchting voor de stichtende leden van de Unie. Knack sprak met twee van de grondleggers van het Poolse Europese engagement: oud-minister voor Europese Zaken, Jacek Saryusz-Wolski, en campagneleider van ‘Ja voor Polen’, Jacek Protasiewicz. Beiden zitten vandaag in het Europees Parlement als vertegenwoordigers van de regeringspartij Burgerplatform.
Het is een historische week geweest voor de Europese Unie. Drie hoogdagen bezegelden de viering van 50 jaar Europese hereniging. Op 12 december ondertekenden Raad, Commissie en Parlement in Straatsburg het Handvest van de Grondrechten, 54 artikelen die elke burger van de Unie zijn persoonlijke en sociale rechten waarborgen. Op 13 december kreeg dat Handvest dezelfde juridische waarde als het Hervormingsverdrag, dat in Lissabon ondertekend werd. Het Hervormingsverdrag vervangt de grondwet, die door Frankrijk en Nederland in een volksraadpleging was weggestemd. En op 14 december sloot het Portugese voorzitterschap af op de top in Brussel, met nieuwe bakens voor een toekomstig langetermijnbeleid voor de Unie.
De nieuwe stap naar Europese integratie werd het felst aangevoeld en toegejuicht in de tien nieuwe toetredingslanden. Vooral het grootste land, Polen, had in korte tijd een flinke bocht moeten nemen om de werking van de Europese Unie te doorgronden én te onderstutten.
Jacek Saryusz-Wolski: ‘Herinner u de woorden van voormalig bondskanselier Helmut Kohl: “Het traagste schip mag het konvooi niet ophouden.” De Europese Unie kan niet blijven wachten op dwarsliggers of saboteurs. En ik geef toe, Polen was een paskwil onder de vorige regering-Kaczynski. Donald Tusk heeft een radicale koerswijziging ingezet en ten volle het Hervormingsverdrag van Lissabon ondersteund. Maar om nu achter het ongebreideld zelotisme van Guy Verhofstadt op te stappen, en achter de vlag van zijn Verenigde Staten van Europa, nee, dat gaat te ver. Meer samenhang, meer integratie is wel goed voor de Unie. Europa heeft zijn interne keuken opgeruimd, na vier jaar gebakkelei. Lissabon opent de weg voor een nieuwe sprong voorwaarts.’
Maar kan Polen zomaar een bocht van 180 graden maken? Verbranden de Polen van de ene op de andere dag wat ze tot de verkiezingen van 21 oktober schijnbaar aanbeden hebben?
JACEK PROTASIEWICZ: Polen heeft snel de lessen van de democratie geleerd. Ook tot onze eigen schade. Donald Tusk nam het twee jaar geleden vol zelfvertrouwen op tegen Lech Kaczynski om president te worden. Alle peilingen gaven Tusk als grote overwinnaar aan. Toch verloor het Burgerplatform. Doordat te veel kiezers thuisbleven, ze dachten dat hun stem er niet meer toe deed. Er is geen stemplicht in Polen, Kaczynski is dus verkozen op basis van 40 procent van de stemmen. Kijk, bij de laatste parlementsverkiezingen in oktober kwamen liefst 15 procent meer kiezers opdagen. Kaczynski had het dan ook te bont gemaakt, met zijn heksenjacht op privémedia, zijn Europese nurksheid, zijn radicaal nationalisme, zijn opbod tegen Rusland, zijn kruistocht tegen abortus, zijn morele herbewapening.
De Poolse hebberigheid naar Europese fondsen stond bovendien haaks op de machtsaanspraken.
PROTASIEWICZ: Kaczynski wou én geld én macht, hij verwarde de Unie met een club van rijke landen die hem wel de nodige fondsen zouden toestoppen, zonder dat ze zich met zijn beleid zouden inlaten. Fout dus. Alleen een rechtsradicale minderheid van hooguit 15 procent doet aan zelfbegoocheling. De meeste Polen verwerpen dat egoïsme. Wij zijn weer thuis, eindelijk weer thuis. En dat vergt aanpassing, ook, en zeker, van onze kant.
JACEK SARYUSZ-WOLSKI: Radicalisme leidt tot vervreemding. In twee jaar had Kaczynski iedereen tegen zich in het harnas gejaagd: de gematigde katholieken in Europa, de buurlanden, de objectieve bondgenoten zoals het Verenigd Koninkrijk. De regering-Tusk nu heeft de ambitie een actieve speler te worden, en mensenrechten spelen daarbij een doorslaggevende rol.
En toch ondertekende Warschau, samen met Londen, het Handvest van de Grondrechten niet in Straatsburg vorige week. Hoe verklaart u dat?
PROTASIEWICZ: Dat is een tactische zet van Tusk. We hebben geen drievijfdemeerderheid in de Sejm, de Kamer. De grondwet geeft de president dan het recht zijn veto te gebruiken, en geloof me, Kaczynski zal dat ook gebruiken. Tusk heeft het op een akkoordje gegooid met Kaczynski: we tekenen het Hervormingsverdrag, we houden ons buiten het Handvest, zoals Londen. Intussen weten we natuurlijk dat de meeste van die 54 artikelen over de persoonlijke en sociale vrijheden in andere nationale of Europese wetten verankerd liggen. En maar goed ook.
SARYUSZ-WOLSKI: Europa is vooral gebaat met een zo ruim mogelijk acquis communautaire. Kijk naar Denemarken, Anders Fogh Rasmussen heeft in zijn verkiezingsprogramma een volksraadpleging over de invoering van de euro opgenomen. Kijk naar het Schengenakkoord, we treden dezer dagen – 21 en 22 december – met tien nieuwe landen toe, de binnengrenzen worden echt gesloopt. Je ziet dat avant-gardes echt wel helpen, anderen trekken later wel bij, als de wind goed zit.
Polen heeft heel wat moeten inslikken in de tussentijd. Het Hervormingsverdrag is getekend, er zijn twee nieuwe hoofdstukken geopend in de onderhandelingen met Turkije, het rakettenschild wordt ter discussie gesteld door minister van Defensie Bogdan Krich…
SARYUSZ-WOLSKI: We eisten inderdaad een groter aandeel bij de stemmenweging en meer Europese parlementszetels. We verloren, maar we blijven loyaal. Wat Turkije betreft, we zijn en blijven voorstander van uiteindelijke toetreding, wat Sarkozy van Frankrijk ook mag proberen. Het rakettenschild, tja, dat is andere koek.
PROTASIEWICZ: Ik heb Krich niet horen zeggen dat hij overweegt na een kosten-batenanalyse de bouw van lanceerinstallaties voor Patriotraketten te schrappen. Hij wil wel de onderhandelingen met Washington overdoen. Krich, overigens een oud-actievoerder van de vakbond Solidariteit, wil een beter begrip van de Europese partners voor het plan, want Polen heeft een moderner leger en meer spitstechnologie nodig. En daarnaast wil Polen behalve een basis ook financieel-militaire hulp krijgen.
Dan is een toegeving aan de Russen nauwelijks overtuigend. Polen geeft zijn verzet tegen onderhandelingen over Russische toetreding tot de Wereldhandelsorganisatie…
SARYUSZ-WOLSKI: Neenee, het gaat alleen om onderhandelingen tussen Rusland en de OESO, de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling. In ruil hopen we dat Moskou inschikkelijker wordt over de veiligheid van onze voedselproducten.
PROTASIEWICZ: Europa heeft sowieso nood aan een betere samenwerking met Rusland. En Polen wil zijn eigen belangen niet schaden, we zijn een diplomatiek en energieknooppunt met het Oosten.
SARYUSZ-WOLSKI: Net in die bemiddelende rol ligt onze Europese opdracht. Als Turkije moet toetreden, dan zeggen wij: Wit-Rusland ook. Wij willen de draaischijf zijn met een ring van bevriende, geassocieerde naties langs de buitenflank van de Unie. Wit-Rusland, Oekraïne, Georgië, Armenië, Azerbeidzjan. Zoals de Euromed bestaat voor de landen rond de Middellandse Zee, willen wij de Euronest opzetten, het nabuurschap met het Oosten.
Kan dat wel met een beer die zich recht aan uw oostgrens, en een steeds autoritairder bewind dat zich sinds Poetin aan het aftekenen is?
SARYUSZ-WOLSKI: We moeten onze democratische waarden blijven uitdragen. Wat binnenshuis geldt, geldt ook voor buitenshuis. Weg met de doodstraf. Weg met foltering. Weg met onderdrukking.
PROTASIEWICZ: We hebben die buren trouwens zelf nodig. Anderhalf miljoen Polen zijn de laatste jaren uitgeweken om elders meer te verdienen. Wij willen die terughalen. We hebben arbeiders te kort, de lonen in de bouw zijn nu al met 30 procent gestegen. Straks is het niet langer de moeite gezin en vaderland op te geven om je boterham te verdienen. Die mensen kunnen aan de slag als we met Europees geld zelf snelwegen kunnen bouwen, want die hebben we niet. En arbeidskrachten uit het arme Oosten hebben we altijd nodig. Mijn familie woont nog deels in Oud-Polen, nu Wit-Rusland. Bereidwillige, harde werkers. De komende 20 jaar heeft Europa 20 miljoen bijkomende arbeidskrachten nodig, dat staat vast.
Nog een steen des aanstoots is de toekomst van Kosovo.
PROTASIEWICZ: Nee, Kosovo is een Europese verantwoordelijkheid, wij moeten die opnemen, met of zonder de VN, met of zonder Rusland of de VS. Minister Sikorski van Buitenlandse Zaken steunt voluit de politiemacht van 1600 man die de Unie gaat sturen. Polen is een voorbeeldige Europese partner. We zitten helemaal recht op koers.
DOOR LUKAS DE VOS