Kan het Verenigd Koninkrijk nog een brug zijn over de Atlantische Oceaan nu Amerika blijkbaar zijn geduld met Europa verliest? De Britse premier Tony Blair zet zijn visie op de nieuwe wereldorde uiteen.
Een vrijdag midden juli. Tony Blair heeft Westminster verlaten voor een van zijn vele tochten door het Verenigd Koninkrijk. Hij heeft een korte rondreis gemaakt in het noordoosten, vergezeld van een kleine groep agenten, kabinetsmedewerkers en vertegenwoordigers van Labour. In vijf uur tijd zijn zeven bezoeken afgelegd, rondstuivend in auto’s en vliegtuigen.
De machtigste man slaagt er duidelijk in mensen toe te spreken zonder veel formaliteiten. De mensen lijken tevreden hem te zien, maar ze zijn niet geïmponeerd. Blair heeft een verbaal veeleer dan een fysiek charisma, hij lijdt niet onder het gewicht van zijn job. Er zijn noch juichende menigtes noch woedende demonstraties geweest. Zou een dergelijke ontspannen sfeer ook mogelijk zijn in Frankrijk of de Verenigde Staten, waar Blairs evenknie ook het staatshoofd is?
Blair gedraagt zich als een wijze leraar wanneer hij rondtrekt, hij prijst en moedigt zijn leerlingen aan, terwijl hij soms een donderende en defensieve figuur lijkt in Londen. Tijdens zijn korte toespraken verbindt hij vlot de schoolomgeving, werkplek of nieuwe recyclingfabriek met nationale en internationale thema’s.
Zijn woorden bij de opening van een nieuw winkelcentrum in het voormalige mijnstadje Easington klonken wat overdreven, maar de plaatselijke overheden waren tevreden. In de lagere school van Darlington stond hij kinderen te woord. Eén van hen vroeg: ‘Ben je graag rijk?’ Nadat het onbehaaglijke lachen verstilde, antwoordde Blair dat hij alleen maar ‘goed rondkwam’ en maakte hij een brugje naar het belang van hard werken op school om later een goed inkomen te verdienen. Nadien praatte hij een kwartiertje met de leraren. Ze namen geen blad voor de mond. De klassen zijn nu kleiner, maar ze klaagden dat ze te veel kinderen met speciale behoeften moeten opnemen zonder dat er personeel bijkomt.
’s Middags was er een vragensessie met plaatselijke handelaren. Hij kalmeerde de onrust rond een impopulaire EU-richtlijn over de chemische sector en vertelde kort over de pensioenscrisis. Hij verdedigde tevens de deregulatie van de jobmarkt, als antwoord op de opmerking dat het gemakkelijker en goedkoper was om fabrieken te sluiten in het Verenigd Koninkrijk dan op het continent. ‘Het mag dan makkelijker zijn ze hier te sluiten,’ zei Blair, ‘maar net daarom kunnen we er ook zoveel meer laten beginnen.’
Bij die uitspraak werd duidelijk dat mensen gelijk konden hebben als ze dachten dat Blair een Britse christen-democraat was. Hij was zakenmensen de deugden van de markt aan het uitspellen, terwijl hij even tevoren zijn toevlucht had genomen tot sociaal-democratische retoriek toen hij sprak over de tekortkomingen van een land als dat alleen zijn elite opleidt. Blair vertegenwoordigt een van de meest volkse kiesdistricten van het land, en toch, zoals een goede christen-democraat betaamt, verwerpt hij het klassenidee. Er is het individu, de gemeenschap en de natie. Maar misschien is dat alles wat er kán zijn, tenminste in het openbaar, voor een nationale leider.
Blair controleert het spel. Vorig jaar heeft hij een tweede overweldigende verkiezingsoverwinning gehaald en hij is nog geen vijftig. Hij heeft de Britse politiek – en waarschijnlijk ook het land – hervormd en hij is een zwaargewicht binnen Europa. Hij weet wat hij wil en hij heeft het intellectuele zelfvertrouwen om het te beschrijven in de vaagheden van de Derde Weg.
Wordt de Atlantische Oceaan dieper?
Tony Blair: Er is altijd wel wat wrijving tussen Amerika en Europa, en nu wringt het vrij duidelijk. Maar als je het geheel bekijkt, dan is er meer wat ons verenigt dan wat ons verdeelt: waarden, economie… Men spreekt over de kloof tussen het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten, maar dat is absurd. Er zijn geschilpunten, we hebben handelsdisputen bijvoorbeeld, maar we hebben ook meningsverschillen met andere Europese landen, terwijl we een hechte relatie hebben. Je kunt dat enorm opblazen, maar ik raad de mensen aan, vooral centrum-links, om daar niet in mee te gaan, omdat het zeer ideologisch is. De rechterzijde wil de Angelsaksische en de Europese cultuur scheiden, sommigen aan de linkerzijde willen de Angelsaksische relatie verbreken omdat ze anti-Amerikaans zijn. Als Europa en Amerika samenwerken, is de wereld veiliger en stabieler, als ze tegenover elkaar staan wordt de wereld een gevaarlijke plaats.
Hoeveel invloed hebt u op president George W. Bush?
Blair: Daar praat ik niet graag over. Het klinkt alsof je smeekt om het oor van de president, of dat je opschept over je positie. Daar moeten anderen maar over oordelen. Het enige wat ik kan zeggen is dat we, zowel met de vorige regering als met de huidige, een bijzonder hechte relatie hebben en goed samenwerken, we zijn het eens over de meeste onderwerpen.
Zijn de verschillen niet groter dan u impliceert? Uw eigen doctrine over de internationale gemeenschap benadrukt internationale wetgeving, het geloof dat Amerika het niet allemaal kan doen, het belang van de VN, het belang van internationale rechtvaardigheid. De doctrine van Washington verschilt daar scherp van en staat sceptisch tegenover samenwerking en internationale wetten. In het verleden zijn er grote conflicten geweest – Suez in 1956, Frankrijk dat de NATO verlaat in 1966, of de disputen over Bosnië in de jaren ’90 – maar toen ging het telkens om afgetekende geschillen tussen bepaalde landen. Nu is er geen Koude Oorlog meer om ons samen te houden, en de geschillen zijn ideologischer en lijken heel Europa tegen Amerika af te zetten.
Blair: Ik denk dat er twee oorzaken voor deze visie zijn. De eerste is de retoriek. Politiek is anders in Amerika. Dit is een Republikeinse regering met een bepaalde visie, ze onderneemt actie vanuit het nationale belang, niet voor het belang van de internationale gemeenschap. Maar de doctrine van de internationale gemeenschap is eigenlijk verlicht nationaal zelfbelang, dus ondanks de verschillende retoriek kom je tot dezelfde conclusie.
Ten tweede neemt Amerika bepaalde standpunten in om welbepaalde redenen, die niet noodzakelijk irrationeel of fout zijn. Zo gelooft Amerika dat het Internationaal Strafhof haar vredestroepen in gevaar zal brengen. Die vrees is volkomen gerechtvaardigd, en ik geloof dat we eraan tegemoetgekomen zijn. Amerika zegt dus níét dat het niets wil te maken hebben met internationaal recht, het zegt níét dat het de idee van het Internationaal Strafhof verafschuwt, Amerika zegt dat het niet bereid is zijn burgers in gevaar te brengen. Daar kun je de implicaties van overdrijven.
Dus u vindt dat Amerika als wereldmacht een speciale rol speelt en daarom speciale voorrechten heeft?
Blair: Het land is ook een doelwit voor bepaalde aanvallen. Maar we zullen dit geschil over het Internationaal Strafhof oplossen. De Amerikanen hebben er trouwens op gewezen dat Franse troepen gedurende zeven jaar niet vervolgd zullen worden door het Hof. Door de bijzondere positie van Amerika heeft men de neiging om de uitspraken van Washington te overdrijven, als zou Amerika zich niets aantrekken van wat de rest van de wereld denkt. Kijk, Amerika moest geen internationale coalitie uitbouwen voor de strijd in Afghanistan, maar deed dat wel.
Zal de blijkbaar nakende aanval op Irak niet voor méér ongenoegen over Amerika zorgen?
Blair: Dat hangt af van wat er gebeurt. Ik herhaal de eis dat wapeninspecteurs onvoorwaardelijk in Irak moeten worden toegelaten. De VN verhoogt de druk op Saddam om zijn verplichtingen te vervullen, hij weigert.
De meeste experts denken dat hij nog geen bruikbare massadestructiewapens heeft. Is het feit dat hij zou proberen om die te ontwikkelen voldoende reden voor een invasie?
Blair: Als we tot actie overgaan, zullen de mensen de bewijzen krijgen. Maar twijfel niet, hij probeert wel degelijk om massadestructiewapens in handen te krijgen, vooral nucleaire.
Iran is een groter punt van onenigheid tussen het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. Voor Amerika is Iran gevaarlijker dan Irak, terwijl het Verenigd Koninkrijk denkt Iran te kunnen hervormen. Het eerste bezoek van Jack Straw als minister van Buitenlandse Zaken was aan Iran.
Blair: Allerlei historische redenen liggen aan de basis voor die Amerikaanse visie op Iran. De meeste mensen denken dat Iran het proberen waard is, maar we moeten alert blijven. Maar ik ondervind niet dat onze openheid naar de gematigde elementen in Iran onze relatie met Amerika ondermijnt.
Kan Amerika te machtig zijn? Moet Europa een tegenwicht vormen?
Blair: Daar spreek ik me niet over uit. Ik geloof dat Amerika een positieve kracht is in de wereld, maar ik denk dat het zeker helpt als we een gepaste strategische partner zijn. Er zijn allerlei verschuivingen in de internationale relaties, Rusland keert zich naar het Westen, een welgekomen en belangrijke ontwikkeling, en zowel India als China laten van zich horen.
Europa lijkt niet echt relevant. U hebt gezegd dat Europa een supermacht is, geen superstaat, maar zo voelt het niet.
Blair: Ik heb niet gezegd dat Europa een supermacht is. Ik zei dat het er een kon worden. Mijn uitdaging voor Europa is dat, als we een grotere invloed en meer macht willen, we niet moeten klagen over Amerika, maar dat we moeten doen wat gedaan moet worden. Dat betekent: het uitbouwen van een coherente verdediging en een reeks instellingen waardoor Europa sterk kan staan. Daarom is de Conventie zo belangrijk. De wereld moet weten wie namens Europa spreekt. Als je ernstig wilt worden genomen, moet je daadkrachtig ageren. Amerikaanse kritiek wortelt soms in een irritatie met hun status van supermacht. In Kosovo bijvoorbeeld, was 85 procent van de inbreng Amerikaans.
Een gedachte-experiment: hoe ziet de EU er over twintig jaar uit?
Blair: Ik geloof dat we naar een Europa van natiestaten gaan, niet naar een federale superstaat. Als we de soevereiniteit van de lidstaten zo kunnen samenbrengen dat we een sterke stem krijgen, en als we onze verdediging verbeteren, zullen we de strategische partner zijn die Amerika nodig heeft en wil. Daarom is het zo belangrijk voor het Verenigd Koninkrijk om een volwaardige rol te spelen in Europa.
Velen staan cynisch tegenover de brugfunctie tussen het Verenigd Koninkrijk en Amerika, maar die functie kunnen en zouden we moeten vervullen. Het is onzin dat we moeten kiezen. Een keuze maken – veeleer dan een sterke rol spelen aan beide kanten van de Oceaan – zou onze macht verkleinen. Europa heeft problemen, maar die zijn op te lossen.
Kijk, landen integreren snel in de Unie en tien nieuwe landen staan klaar om lid te worden. De Europese economie heeft wat moeilijkheden, maar verkeert in goede gezondheid. Over twintig jaar zal Europa een duidelijke leider hebben en de verdedigingsmacht waar ik het al over had. De lidstaten zullen nog steeds een eigen buitenlandse en militaire politiek voeren, niemand zal dat opgeven. Maar we zullen op Europees niveau kunnen werken, zonder de NAVO in haar waarde aan te tasten. De snelle interventiemacht wordt nu gebruikt om aan te tonen hoe de relatie tussen de EU en de NAVO op dat vlak echt in elkaar zit. En ja, er zijn nog steeds problemen tussen Griekenland en Turkije, maar die zullen worden opgelost.
Ambieert u de positie van Europees president, waarvan sprake is?
Blair: Daar gaat het niet om. Maar het roterende voorzitterschap is onhoudbaar. Het is absurd en ik denk dat de meesten het daarover eens zijn. We moeten een krachtig leider van de Raad van Ministers hebben. Maar de belangen van de kleine landen moeten ook aandacht krijgen, het mag niet worden gezien alsof de grote landen samenspannen tegen de kleine.
Wie staat die vernieuwingen in de weg?
Blair: Niemand eigenlijk, het moet gewoon worden gedaan. Eens we de politieke kant uitgewerkt hebben van de snelle interventiemacht, moeten we ons concentreren op de uitrusting, het transport, de samenstelling van de macht.
Staat de Atlantische brugfunctie centraal bij uw poging om de sceptische Britten meer bij Europa te betrekken? U prijst de euro onder meer aan door te stellen dat de Britten door die andere dimensie, de Angelsaksische, niet in een euromoeras kunnen zinken.
Blair: Dat is niet alleen een manier van voorstellen, het gaat erom dat het ene het andere versterkt. Het is sentimenteel optimisme om te denken dat Amerika eenvoudig om historische banden met het Verenigd Koninkrijk zal samenwerken. Die geopolitieke relaties draaien om macht, en daarom hebben we meer nut als Amerikaanse bondgenoot indien we sterk staan binnen Europa. Het werkt andersom ook. Als Europa weet dat Amerika met ons het intiemste spreekt over de buitenlandse en militaire politiek, zal dat ons helpen binnen Europa. Ik herhaal dat die overdrijvingen over de barst tussen Europa en Amerika deels vanuit de rechtse pers komen. Ze willen absoluut aantonen dat onze betrokkenheid met Europa moet neerkomen op een scheiding van de Verenigde Staten.
De migratieproblematiek rijst zowel nationaal als internationaal. Het Verenigd Koninkrijk neemt nu bijna 200.000 migranten per jaar op. Bent u daar tevreden over?
Blair: Het gaat niet om het vastleggen van een maximumaantal migranten, we moeten zeker zijn dat ze op een eerlijke manier binnenkomen. Dat is het probleem van het asielsysteem. Het wordt misbruikt door economische migranten, niet dat er iets fout is met hen, maar ze moeten via de geijkte kanalen het land binnenkomen. Er zijn voordelen aan immigratie, maar we moeten het juiste systeem hanteren.
Volgens sommigen is de Conventie van Genève op zich een hindernis voor een rechtvaardig asielsysteem. Omdat elke aanvraag grondig moet worden behandeld, ook de onrechtmatige, groeit de papierberg, wat nadelig is voor de terechte aanvragen. Moet de Conventie herroepen worden, zoals Jack Straw heeft voorgesteld?
Blair: Het hele internationale asielsysteem is volgens mij achterhaald, we moeten het helemaal opnieuw bekijken. Het is voor een andere wereld opgesteld. Internationaal is men het erover eens dat we het systeem moeten aanpassen. We kunnen beginnen door onze eigen wetten al wat te veranderen, en dat proberen we nu te doen.
In ‘Prospect’ werd u onlangs geprezen omdat u de Britse vlag en de idee van de natie losweekte van de Conservatieve partij. U zou een soort progressief nationalisme ontwikkelen. Is dat zo?
Blair: Inderdaad, vandaag bestaat een Brits patriottisme dat niet nostalgisch of bekrompen is, waarin de burgers zich goed voelen met de Britse vlag en met het Verenigd Koninkrijk als land, wat hun politieke of etnische achtergrond ook is. Ik vind dat geweldig, en we zouden dat moeten verwelkomen.
In regeringskringen vreest men de ‘arme blanken’, meer bepaald de blanke mannen uit de arbeidersklasse, twintigers en dertigers. Ze hebben het niet begrepen op de multiculturele maatschappij en zijn weinig geschoold. Ze gebruiken de openbare gezondheidszorg weinig en komen zo niet in aanraking met uw politieke thema’s. Bent u ook ongerust?
Blair: Er zullen altijd groepen zijn die onbereikbaar blijven. We kunnen proberen hen aan te spreken met de werkgelegenheidspolitiek, met het veiligheidsbeleid en op langere termijn met onderwijs. Maar ik verdeel mensen niet echt in dergelijke groepen.
Soms wordt gezegd dat uw bemoeienissen met de openbare diensten niet veel zullen veranderen, omdat het onderliggende probleem cultureel is. Het Verenigd Koninkrijk is het meest seculiere en hedonistische Europese land geworden en er zijn te weinig mensen die zich aangesproken voelen om zich ten dienste te stellen van anderen. Een zeker aantal sociaal voelende mensen is noodzakelijk voor de zachte sectoren, zoals in de gezondheidszorg en het onderwijs. Bent u het daarmee eens?
Blair: Neen. U hebt de leraren vandaag gezien. Sommigen zijn de meest toegewijde mensen die er te vinden zijn. Ik denk dat de geest van de openbare dienst vrij sterk is in het Verenigd Koninkrijk. Het klopt dat het personeel van de openbare diensten zich ondergewaardeerd voelt na zovele jaren van onderinvestering, maar dat is aan het veranderen… Ik vermoed dat men dezer dagen onder meer druk werkt en dat in het snelle ritme van het moderne leven het soms moeilijk is om tijd te maken voor anderen.
Bent u teleurgesteld dat de Derde Weg niet aangeslagen is als idee of politieke filosofie?
Blair: Men heeft zich hier niet ingespannen om het te begrijpen. Maar in andere landen, zoals in delen van Zuid-Amerika, wordt het gezien als een ingrijpend moment voor centrum-links. Het is moderne progressieve politiek.
De Derde Weg groeide vanuit de triangulatie van president Bill Clinton, niet? Het heeft een uitgesproken politieke oorsprong.
Blair: Inderdaad. Maar een politieke filosofie moet een politieke toepassing hebben, anders heeft ze niet veel nut. Ik verdedig het gedachtegoed nog steeds, ik zou alles wat de regering vandaag doet in termen van de Derde Weg kunnen uitleggen. Het standpunt van de Derde Weg over het buitenland- en het veiligheidsbeleid combineert een uitgesproken betrokkenheid met een sterke verdediging. Het is niet louter een triangulatie, alhoewel het verwijderen van rechts uit delen van het politieke territorium belangrijk was. Het komt neer op een herdefiniëring van de manieren om vrij traditionele doelen te bereiken.
De Derde Weg is geen politieke ideologie die los staat van de sociaal-democratie. We erkennen de behoefte aan solidariteit tegenover de onzekerheden van de globalisering, daar zijn de linkse waarden volledig correct. Maar we weten ook dat de maatschappij niet kan steunen op een centrale staat die de zaken controleert, het gaat om rechten en verantwoordelijkheden. Je kunt als regering alleen maar rijkdom en kansen verdelen als je een sterke, fiscaal gedisciplineerde economie leidt. Het is onmogelijk de openbare diensten te hervormen tenzij ze op consumenten steunen. En je kunt niet ernstig worden genomen in de wereld als je geen sterke defensie hebt.
Voelt u zich niet genoeg gewaardeerd door de liberalen?
Blair: Daar ben ik overheen. Bekijk Europa. De landen die overeind blijven, situeren zich nogal duidelijk in de traditie van de Derde Weg: Zweden en het Verenigd Koninkrijk in het bijzonder. Men zegt dat links verslagen is in Europa, maar amper een jaar geleden haalden we een grote verkiezingsoverwinning. De mensen zullen oordelen, net zoals de geschiedenis.
David Goodhart
‘Door de bijzondere positie van Amerika heeft men de neiging om de uitspraken van Washington te overdrijven.’
‘Men heeft zich hier niet ingespannen om de Derde Weg te begrijpen.’