Oké, haar man wordt op 20 januari president van de Verenigde Staten, maar eerst moeten er wél nog een paar kartonnen dozen gevuld worden. Een gesprek met Michelle Obama, de nieuwe moeder van de natie.
© NEWSWEEK/VERTALING EN BEWERKING: ANNA LUYTEn
Hoe gooi je je leven van de ene dag op de ander om? Hoe verander je van een echtgenote van een presidentskandidaat in een first lady? Een gesprek met Michelle Obama (44), moeder van twee dochters van negen en zes jaar oud en echtgenote van president elect Barack Obama, over haar toekomstige functie in het Witte Huis en de vaderrol die de 44e president van de Verenigde Staten van Amerika zal moeten vervullen.
Verhuizen is altijd al een hele klus, maar hoe wilt u een hele familie verhuizen naar het Witte Huis in Washington?
MICHELLE OBAMA: We zullen elke seconde van de overgangsperiode gebruiken om tijdsschema’s uit te tekenen en agenda’s te vergelijken. Ik hoop dat we er allemaal samen op hetzelfde moment kunnen intrekken, dat niemand een tijd achter hoeft te blijven. En eerst en vooral moeten we een school voor onze dochters zien te vinden.
Is dit de eerste keer dat de familie Obama naar een andere plek verhuist?
OBAMA: Ja.
Bent u er bang voor?
OBAMA: Het is gewoon de schrik voor het onbekende. Zoals elke verandering voelt het een beetje angstaanjagend aan tot je een duidelijk plan hebt. Maar zodra de puzzelstukken in elkaar beginnen te passen, wordt het vast opwindend. Eens de meisjes weten naar welke school ze zullen gaan, wordt het voor hen allemaal wat concreter, weten ze hoe hun kamer eruit zal zien… Ik richt me nu helemaal naar de meisjes, ik wil zeker zijn dat het goed met ze gaat. Barack en ik…. Het wordt hard werken. Dat treft: hij houdt van hard werken. (lacht)
U hebt tijdens de verkiezingscampagne een groot engagement getoond voor de families van de Amerikaanse soldaten. Hoe wilt u dat voortzetten?
OBAMA: Dat weet ik nog niet. Toen ik met die families sprak, was ik omringd door functionarissen van het leger. Ik weet veel over de problemen waarmee families te kampen kunnen hebben, maar ik wist weinig over de militaire structuur. Blijkt dat het leger vroeger, vanwege de flexibiliteit die het vereist, de plek was waar men formules uittestte om het familieleven te organiseren. Vandaag gebeurt dat blijkbaar niet meer. Ik wil uitvissen hoe we manieren kunnen vinden om de achterblijvende families te steunen, en die systemen kunnen we dan uitbreiden naar de hele samenleving.
De gesprekken met de families van militairen waren een vervolg op gesprekken die we hadden met vrouwen uit gezinnen waar de ouders uit gaan werken. Ik heb toen vaak echtgenotes ontmoet die helemaal alleen hun boontjes moesten doppen. Bij de militaire families kwam ik geregeld in contact met de vrouw of man van een reservist. Dit soort partners moet weten te overleven in een gewone burgergemeenschap, die heeft te maken met dezelfde economische situatie, moet voor de kinderen zorgen, voor de school, net als iedereen. Maar met dat verschil dat hij of zij het alléén moet doen, terwijl de partner ver weg van hier voor enkele jaren gelegerd zit. Er zijn weinig mensen die hen steunen. Hun werkgevers begrijpen hun situatie niet, dus hulp kregen ze niet uit die hoek. Ze hebben geen netwerk waarop ze kunnen terugvallen. Net als veel andere mensen was ik geschokt toen ik hoorde dat er niet gezorgd wordt voor de families van onze jongens. De vraag is nu natuurlijk wat ik kan doen met dit soort conversaties. Hoe maak je er realistische aanbevelingen van, zodat er iets verandert?
U hebt bij momenten nogal wat moeten incasseren. Zijn de moeilijke persoonlijke momenten het allemaal wel waard geweest?
OBAMA: Het is het allemaal waard geweest. Weet u, wat ze ook vinden van Barack of de andere kandidaten, mensen zijn fatsoenlijk en beleefd. Ze zijn bereid je een kans te geven om jezelf te bewijzen. De rest is geruis op de achtergrond, dat geeft niet weer wat het land echt denkt. Het is een goede zaak geweest dat ik zoveel onderweg ben geweest. De feedback van mensen is een grote stimulans geweest.
Men zegt dat u diegene bent die dicht bij de realiteit wil blijven staan. Hoe meent u dat te doen in het Witte Huis? Hebt u al met andere mensen over die ervaring gesproken?
OBAMA: Nog niet – het zou wel erg aanmatigend zijn om daar al tijdens de campagne over te praten, niet? Ik heb wel met Hillary Clinton gesproken, die een enorme hulp voor mij geweest is. Een deel van het werk dat mij tijdens deze transitieperiode te doen staat, is gesprekken aangaan met mensen die het allemaal meegemaakt hebben. Ik moet proberen te begrijpen wat er gebeurt onder die stolp. Hoe werkt het? Wat zijn de parameters waarmee ik rekening moet houden? Ik hoop dat we ons familieleven zoveel mogelijk gescheiden kunnen houden van het werk of het ambt. Dat is iets wat we het voorbije anderhalf jaar ook geprobeerd hebben. Ik hoop dat we het leven van de meisjes op een afstand kunnen houden van deze hele ervaring.
Dat betekent dat we gewoon moeten doen alsof dit allemaal niet gebeurt. (lacht) Het zal moeilijker worden, maar ik denk dat het heel belangrijk is om verbonden te blijven met vrienden en familieleden die je als mens heel goed kennen. Ik hoop dat mijn moeder met mij mee zal komen. Ik sméék haar met mij mee te komen.
Ze zei dat er niet genoeg ruimte was, en dat ze geen indringer wou zijn.
OBAMA: Ja ja, maakt niet uit. (lacht) Maar om even verder te gaan… Het is onze prioriteit dat we onze dochters op scholen zetten waar ze zich op hun plaats voelen, we moeten erover waken dat ze de dingen kunnen blijven doen die ze graag doen, dat we hen helpen bij hun huiswerk, naar het oudercontact gaan, dat we op al hun evenementen aanwezig zijn. Het is belangrijk om dat te blijven doen, wat hun vaders beroep ook is. En hun vader moet hen ook als een prioriteit blijven zien, zelfs al is hij nu de leider van de vrije wereld. Ik denk dat het belangrijk voor hem is een model voor anderen te zijn. ‘Als hij het kan, dan moeten we er allemaal voor vechten’, dat idee. Zij moeten centraal staan in deze maatschappij en in deze natie. We moeten hun welzijn, hun noden, hun opvoeding op de eerste plaats stellen. Als volwassenen kunnen we de andere dingen zelf wel in evenwicht brengen. Wij zijn de grote mensen, toch? (lacht)
Denkt u dat u uw moeder kunt overhalen om te verhuizen naar Washington?
OBAMA: Ja. Ze kan wonen waar ze maar wil. Ik denk dat ze misschien het gevoel heeft gehad dat ze niet zoveel keuze had. Maar de meisjes zullen haar nodig hebben, zij maakt deel uit van hun gevoel van stabiliteit. Mijn moeder doet alles voor ons en haar kleinkinderen. Het enige wat ze hoeven te doen, is haar met hondenoogjes aankijken en ze heeft er gelegen. (lacht) ‘Ga je neen zeggen? Ga je je kleinkinderen vertellen: “Nee, ik blijf in Chicago waar er geen kleinkinderen zijn en ik kom jullie niet helpen om je aan te passen.” Nou, ik denk dat ze overkomt. (lacht alweer)
Had u het met Hillary Clinton ook over kinderen opvoeden in het Witte Huis?
OBAMA: Ja, absoluut. Ik heb altijd bewondering gehad voor de manier waarop ze haar dochter Chelsea heeft grootgebracht. Je hoeft maar één keer met Chelsea te praten en je weet al dat je met een rijpe, respectabele en evenwichtige vrouw te maken hebt. Haar ouders hebben het goed gedaan.
Hillary vertelde dat ze heel erg waakten over haar persoonlijke ruimte, dat ze duidelijke grenzen trokken die nooit overschreden werden. Ze hebben echt hun uiterste best gedaan om haar wat normaalheid te bieden.
Maar ik hoop dat ik ook zal kunnen overleggen met Laura Bush en Tipper Gore en Rosalynn Carter. Ik wil iedereen aanklampen die wat levenservaring in dit huis met me wil delen. Caroline Kennedy, die zich misschien niet veel meer herinnert van de periode dat ze hier zat… maar zij is ook altijd iemand geweest die zeer behulpzaam voor me was. Ik wil met zoveel mogelijk mensen praten, ik wil zoveel mogelijk perspectieven hebben, zowel van Democraten als van Republikeinen – gewoon omdat er nu eenmaal niet zoveel ervaringsdeskundigen in deze materie zijn.
Waar had u eigenlijk die gesprekken met Hillary?
OBAMA: Meestal belden we. Zij had het druk met campagne voeren, en ik ook. Ik probeerde me regelmatig te laten horen, en ze is heel tegemoetkomend geweest – ze geeft me al de tijd die ik nodig heb aan de telefoon. Ze is erg gul geweest, en daar ben ik haar dankbaar voor.
© NEWSWEEK/VERTALING EN BEWERKING: ANNA LUYTEn