‘Wagner is goed voor je hoofd en je hart’

TATJANA GÜRBACA: 'Ik hou al van opera sinds ik drie was.' © Martina Pipprich
Els Van Steenberghe
Els Van Steenberghe Els Van Steenberghe is theaterrecensent.

Bij Opera Vlaanderen gaat op 20 oktober Der fliegende Höllander in première, het liefdesdrama van Richard Wagner. In de hoofdrollen: een spookschip, een Hollandse kapitein en een knappe zeemansdochter. De Duitse Tatjana Gürbaca regisseert.

Der fliegende Höllander beleefde zijn oerpremière in 1843. Waarom verdient hij volgens u ook in 2016 een groot publiek?

TATJANA GÜRBACA: Omdat het een relevante opera blijft, ook voor onze tijd. Het verhaal is eenvoudig, maar de boodschap is onmiskenbaar. Een Hollandse schipper is vervloekt. Hij moet met zijn spookschip de wereldzeeën bevaren tot een vrouw hem eeuwige trouw belooft. Wanneer hij de zeeman Daland ontmoet, wordt hij verliefd op diens dochter Senta. De Hollander schenkt zijn fortuin aan Daland in ruil voor Senta’s trouw. Senta is dolverliefd, maar de Hollander gelooft haar niet omdat de mensen rondom haar cynische, op geld en macht beluste wezens zijn. Verbitterd kiest hij het ruime sop. Zij springt zijn schip achterna – en sterft. Een scherpere kritiek op het kapitalisme van de eenentwintigste eeuw lijkt me amper denkbaar.

Heeft Wagner ook een oplossing voor de ‘zielloze maatschappij’ waartegen hij zich verweert?

GÜRBACA:Ja, de totale vernietiging van de mensheid. (lacht) Als je weet dat hij depressief was en financieel aan de grond zat toen hij het libretto van Der fliegende Höllander schreef, kun je die radicale reactie misschien begrijpen. Maar – en daar kan ik wel helemaal inkomen – Wagner vond ook dat kunst de bron van maatschappelijke omwentelingen kan zijn, en dat kunstenaars de cruciale problemen van hun tijd moeten aankaarten.

Welke rol kan de opera daarin spelen?

GÜRBACA:De opera is een van de weinige plekken waar je nog gedwongen wordt om neer te zitten, te zwijgen, te kijken en te luisteren. Een operapubliek lijkt misschien passief, maar het tegendeel is waar. Je wordt voortdurend rationeel en emotioneel uitgedaagd, het is goed voor je hoofd en je hart. Ik hou al van opera sinds ik drie was. In de kleuterschool had ik zelfs een vriend met wie ik haast wekelijks naar de opera ging. Telkens weer kleurde dat mijn kijk op het leven.

Der fliegende Höllander heeft me doen inzien dat het tijd is om ons economische systeem te veranderen. Voor Opera Vlaanderen heb ik de handeling gesitueerd in een gemeenschap die kampt met spirituele leegte, en die helemaal gefocust is op geldgewin. Voor de nieuwe productie heb ik samengewerkt met een deel van het team waarmee ik ook Wagners Parsifal maakte, de productie waarvoor ik in 2014 de International Opera Award kreeg. Het wordt een groots gesamtkunstwerk dat zal entertainen, ontroeren en tot reflectie uitnodigen.

Tot slot: waarom draaien zo weinig vrouwelijke regisseurs mee in de opera? Is het een mannenwereld?

GÜRBACA: Integendeel. De mooiste rollen zijn de vrouwenrollen. En er zijn steeds meer vrouwelijke regisseurs. Dat ik een vrouw ben, heeft me nooit afgeremd. Mijn leeftijd wel: soms ben je nu eenmaal te jong om een opera te begrijpen. Maar inclusie blijft een werkpunt voor ons. Ik droom van een operawereld waar iedereen gelijk vertegenwoordigd is, op en naast de scène: jong, oud, man, vrouw, blank en zwart.

Der fliegende Hollander, van 20 oktober tot 22 november bij Opera Vlaanderen in Antwerpen. Meer informatie: www.operaballet.be.

Els Van Steenberghe

‘De opera is een van de weinige plekken waar je nog gedwongen wordt om te zwijgen, te kijken en te luisteren.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content