De auteur is hoogleraar sociolinguïstiek aan de Universiteit Gent.

In Knack van 19 mei beweert Siegfried Bracke dat hij de democratie verbeterd heeft. Hij gaat flink tekeer hoor, en illustreert zo de kwaliteit van de mediatrainingen die hij zelf geeft. Dat betekent dat zijn interview waarschijnlijk zeer overtuigend zou zijn op tv. Helaas, op papier functioneren oneliners en goed gemikte stembuigingen minder goed en worden de incoherenties, de prietpraat en de tegenspraak zichtbaar. Retoriek werkt alleen in het echt.

Zo verwerpt Bracke de suggestie dat media en politiek verstrengeld zijn – de VLD háát immers Het Laatste Nieuws – maar hij zegt wel zelf op een zondagnamiddag aan het minidecreet te hebben geschreven. Daarnaast beweert hij dat het harde, kritische interview geen verschil uitmaakt, terwijl net dát formaat wordt gebruikt in TerZake 04. Eerst toegeven dat de media de politiek wel degelijk beïnvloeden, om zich er dan, wat het Vlaams Blok betreft, vanaf te maken met de objectiverende slogan ‘we coveren het nieuws’, klinkt niet meteen overtuigend. Bovendien poneert Bracke ook stellingen als ‘wie het volk niet kan verleiden, kan het ook niet redden’ en ‘de geschiedenis hangt aan elkaar van de oneliners’. Dit laatste geldt enkel voor diegenen die de geschiedenis tot oneliners willen reduceren, om het volk te verleiden en het te redden wellicht.

Maar de kern van het probleem ligt elders. Bracke verwart systematisch twee dingen: belangstelling voor een tv-programma en belangstelling voor de politiek. Zijn argument is het volgende. Onderzoek wees uit dat een kwart van de kijkers die Bracke & Crabbé volgden, nooit naar het journaal keek. Aangezien Bracke & Crabbé over politiek handelde, concludeert Bracke dat die vijfentwintig procent kijkers door zijn programma plots belangstelling kregen voor de politiek en nu ‘wat verder kijken dan hun voordeur’. Vervolgens stelt hij de interesse voor de politiek in één adem gelijk aan een verbetering van de democratie. Hoe meer mensen naar Bracke & Crabbé kijken, hoe beter onze democratie wordt.

Ik zou zeggen: ‘Bewijs het maar eens!’ Ik denk dat er maar één zaak te bewijzen valt: dat kijken naar programma’s zoals Bracke & Crabbé neerkomt op de consumptie van een bepaald, entertainend media-format waarin de grote namen op vermakelijke wijze hun ding komen doen. Hieruit kan men hoogstens een belangstelling voor politici afleiden, voor de grote koppen en de jonge diva’s die verrassend fris en luimig overkomen. Maar aandacht voor de politíék? Niets van te merken. Een verbetering van de democratie? Ook niets van te merken. Objectief gezien bemerken we alleen meer belangstelling voor, en een verbeterde consumptie van een televisieproduct.

Het is waar dat een herleiding van politiek tot oneliners meer mensen tv doet kijken. Maar of dat publiek na het kijken meer is geïnformeerd, meer weet heeft van de ingewikkelde besluitvorming, meer vertrouwen heeft in de bestuursorganen en zijn rol in een democratie beter inschat? Daarvoor heeft men meer nodig dan kijkcijfers. Wie de samenleving wat kent, weet dat één goed geïnformeerde mens de hele buurt kan inlichten en beïnvloeden. Roddels en buurtpraat zijn nog altijd een zeer belangrijk massamedium, en de ene is daar beter in dan de andere. De samenleving is inderdaad breed, maar ze is geen plat vlak, er zitten allerhande laagjes in. Wie dat eenvoudige sociale beginsel vergeet en het vervangt door de filosofie van de massaconsumptie – één product voor iedereen – gaat de mensen overschatten of onderschatten. Als Jan Schodts vroeger het eerste deed, doet Bracke vandaag het tweede. Houd het simpel, geef níémand de nodige informatie, en ja, je programma wordt druk bekeken. Je hebt dan een verbeterde democratie van half-geïnformeerden. Dat hadden we nu écht nodig.

Jan Blommaert

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content