Dat de premies van een pensioenspaarcontract fiscaal aftrekbaar zijn, is algemeen bekend. Toch zijn hierover nog andere interessante dingen te vertellen.
Het pensioensparen deed eind jaren 80 zijn intrede in onze fiscale wetgeving. Deze vorm van sparen heeft tot doel uw wettelijke pensioen aan te vullen in de zogenaamde derde pensioenpijler. Wat volgt, zijn de minder bekende wetenswaardigheden van deze spaaroptie.
FISCAAL VOORDEEL
Iedereen die 18 jaar oud is, kan een pensioenspaarcontract afsluiten. De laatste premiebetaling met fiscaal voordeel kunt u doen in het jaar dat u 64 wordt. De fiscus stimuleert deze extralegale pensioenaanvulling door een belastingvoordeel toe te kennen aan de gestorte premies. Dit belastingvoordeel bedraagt 30 à 40 procent van de gestorte premie, verhoogd met de uitgespaarde gemeentebelasting. De maximale premie waarop u dit belastingvoordeel krijgt, wordt elk jaar geïndexeerd en bedraagt voor het inkomstenjaar 2007 810 euro. Woont u in een gemeente waar u 6 % belasting betaalt en stort u in 2007 het maximum van 810 euro, dan krijgt u daarvan minimaal 257,58 euro (810 euro x 30 % x 1,06) en maximaal 343,44 euro (810 euro x 40 % x 1,06) terug van de fiscus. Let wel, dit belastingvoordeel zal alleen worden toegekend als u effectief belastingen betaalt. U moet dus een belastbaar inkomen hebben. Mensen die leven van een klein vervangingsinkomen, zoals een ziekte- of invaliditeitsuitkering of werkloosheidsvergoeding, kunnen wel een premie pensioensparen betalen, maar zullen meestal geen fiscaal voordeel krijgen.
FONDS OF VERZEKERING
Er zijn twee manieren om aan fiscaal pensioensparen te doen, enerzijds is er de pensioenspaarverzekering en anderzijds is er het pensioenspaarfonds. Een pensioenspaarverzekering is een individuele levensverzekering die u kunt afsluiten bij een verzekeringsmaatschappij en waarvan de premie tot 810 euro in aanmerking komt voor een belastingvoordeel. Essentieel is dat de zo betaalde premie u een vaste opbrengst oplevert van maximaal 3,75 % per jaar. Let wel, in de praktijk geven de verzekeraars niet zoveel. Op dit ogenblik geven de meeste verzekeraars een opbrengst van slechts 2,50 % à 3,25 % per jaar. Deze opbrengst kan worden aangevuld met een zogenaamde winstdeelname of bonus op basis van de resultaten van de verzekeraar. Reken gemiddeld op een bijkomende opbrengst van gemiddeld 1 % per jaar, zodat u een totale opbrengst hebt van 3,50 % à 4,25 % per jaar. Daartegenover staat het pensioenspaarfonds, een vorm van pensioensparen die u bij een bank kunt doen. In tegenstelling tot een pensioenspaarverzekering, is de opbrengst van een pensioenspaarfonds niet op voorhand bekend: uw premie wordt door de bank voor een deel belegd in aandelen, daarvan is geweten dat de opbrengst afhangt van heel wat elementen.
Wat kiest u nu het best, een verzekering of een fonds? Dat hangt vooral af van uw beleggingshorizon. Bent u meer dan tien jaar verwijderd van uw pensioengerechtigde leeftijd (in principe 65 jaar), dan kiest u best voor een fonds. Op een termijn van tien jaar of meer, zal een belegging in aandelen meer opbrengen dan 4 %. Bereikt u de pensioenleeftijd binnen de tien jaar, dan kiest u best voor een verzekering.
EINDBELASTING
Als u de premies van een pensioenspaarfonds of pensioenspaarverzekering fiscaal in mindering brengt (één keer volstaat), dan zal de bank of de verzekeraar op uw 60e verjaardag een belasting van 10 % inhouden. Dat gebeurt automatisch en hiermee hebt u aan al uw fiscale verplichtingen inzake het pensioensparen voldaan. U moet geen melding maken van het pensioenspaarbedrag in uw aangifte personenbelasting. Op die manier vermijdt u de gemeentebelasting. U bent trouwens niet verplicht om op uw 60e (op het ogenblik dat de belasting van 10 % wordt afgehouden) te stoppen met het pensioensparen. Integendeel, vanaf uw 60e wordt het alleen maar interessanter: tussen uw 60e en 64e kunt u nog vijf keer een premie betalen, met fiscaal voordeel, maar zonder dat u op dit gevormde kapitaal (tussen uw 60e en 64e) belasting moet betalen.
DOOR JO VAN INGELGEM