Iemand betalen voor het afstaan van organen is verboden. Volgens de Nederlandse bio-ethicus Marcel Zuijderland moet dat veranderen. ‘Je betaalt een brandweerman toch ook om zijn leven op het spel te zetten.’

‘Gezonde nier aangeboden. Prijs 50.000 euro.’ Twee jaar geleden plaatste een man uit het Nederlandse Amersfoort – ‘niet-roker, niet-drinker’ – dat opmerkelijke zoekertje. Maar de wet verbiedt het, zowel in Nederland als in België. Organen kopen of verkopen is strafbaar. De Nederlander is onlangs vrijgesproken, omdat hij niet uit winstbejag zou hebben gehandeld. ‘Maar had hij dat wél gedaan, wat dan nog?’, vraagt Marcel Zuijderland zich af. Al enkele jaren pleit de Amsterdamse bio-ethicus (50) voor een aanpassing van de wet, want de vraag naar nieren is groot. Dat tekort is volgens hem op te lossen door een vergoeding voor de donor toe te staan. ‘We hebben de vrije beschikking over ons eigen lichaam’, vindt Zuijderland. ‘Wanneer twee wilsbekwame individuen een afspraak maken om iets te doen waarbij ze allebei voordeel hebben, zie ik geen bezwaar.’

Het mag niet van de wet.

MARCEL ZUIJDERLAND: De argumenten voor die wet zijn zwak. En ze houdt de wachtlijst in stand.

In tegenstelling tot Nederland kent België een ‘geen-bezwaarsysteem’: je bent donor tenzij je aangeeft dat je dat niet wilt. Biedt dat niet voldoende donoren?

ZUIJDERLAND: Nee. Het aantal hersendode patiënten neemt enorm af, omdat de verkeersveiligheid is toegenomen, waardoor er veel minder ongelukken zijn. Bovendien zijn er grote vorderingen in de neurochirurgie en de intensive care. Wie een ongeluk heeft of een infarct krijgt, wordt steeds beter opgelapt.

Wat nieren betreft, is een donatie bij leven beter. Een nier van een levende donor gaat twee keer langer mee dan eentje die post mortem is gedoneerd. In Nederland overlijdt een op de vier mensen die op een niertransplantatie wachten. Dialyse neemt slechts vijftien procent van de nierfunctie over, dat betekent een drastische afname van de levenskwaliteit. Met een nier van een donor zouden die mensen gered zijn.

Vandaar uw pleidooi om onze nieren op de markt te gaan verkopen?

ZUIJDERLAND: Zo zou ik het niet willen noemen. De term ‘markt’ roept nare associaties op. Het schrikbeeld van de neoliberale, onpersoonlijke samenleving doemt dan op, waardoor de wet in stand wordt gehouden.

Maar u vindt dat er mag worden betaald voor een nier?

ZUIJDERLAND: Ja. Zie het als een beloning. We vinden het toch ook normaal dat een brandweerman een vergoeding krijgt om zijn leven op het spel te zetten om mensen in nood te redden.

Dwingen we arme mensen zo niet om een nier af te staan uit radeloosheid?

ZUIJDERLAND: Toen we militairen naar Afghanistan stuurden, kregen die duizenden euro’s per maand extra als ze daarvoor tekenden. Hoorde je toen iemand over dwang spreken? Nee, we vinden het normaal om mensen die iets goeds doen te belonen voor het risico dat ze nemen.

Iemand in acute geldnood zou het als een uitweg kunnen zien, zonder de gevolgen goed te kunnen inschatten.

ZUIJDERLAND: Dat probleem kun je ondervangen door een periode van enkele maanden in te voeren tussen de aanmelding en de ingreep. Je kunt ook gespreid betalen, zodat de donor niet ineens tienduizenden euro’s op zijn rekening heeft. Of je biedt een levenslange gratis ziektekostenverzekering aan.

Mensen zijn huiverig voor een vergoeding. Uit een onderzoek blijkt dat in Nederland de helft tegen is. De rest is verdeeld: een kwart weet het niet, een ander kwart vindt het een goed idee. Vijf procent van de respondenten zou het overwegen om een nier tegen een vergoeding te doneren, en een half procent zei dat ‘zeer waarschijnlijk’ te zullen doen. Maar een half procent betekent al tienduizenden donoren. De respondenten hadden de keuze uit twee vergoedingen: 25.000 euro of een levenslange gratis ziektekostenverzekering. De meesten kozen voor het laatste.

Weet u, er is in de samenleving veel morele weerzin om winst te maken door je nier te verkopen. Dan is het verstandig te kijken naar andere beloningsvormen, die de bezwaren verzachten.

Uw ultraliberale principes blijft u niettemin verdedigen?

ZUIJDERLAND: Ons zelfbeschikkingsrecht en de vrijheid om een transactie af te spreken zijn principes die nog altijd staan als een huis. Sterker nog, als iemand uit armoede zijn nier wil verkopen, vind ik het bijna misdadig om hem dat te onthouden, want je ontneemt hem de mogelijkheid om vooruit te komen.

U beseft dat zo’n redenering weinig steun krijgt?

ZUIJDERLAND: De wet moet worden veranderd, maar de wetgevers luisteren alleen naar de publieke opinie. Het publiek wil niet dat we onze organen in de etalage te koop zetten. Dan moet je pragmatisch zijn, anders blijft het bij geschreeuw aan de zijlijn.

U hoorde te vaak dat horden Indiërs in de rij zouden staan om hun nier te laten weghalen?

ZUIJDERLAND: Inderdaad. En dat is geen fraai beeld. Dat moeten we er niet bij halen. Laten we eerst eens kijken hoe we hier de wet kunnen veranderen, en daarna in Europees verband. Als we dat hebben gedaan, hoeven we niet eens naar India voor onze nieren. Ik kan het niet helpen dat ik dat heel wrang vind voor de mensen in India, want je ontneemt ze de mogelijkheid om geld te verdienen. Maar we hebben hier behoefte aan een transplantatiesysteem dat verantwoord omgaat met zowel de donor als de ontvanger. Dat vereist een sterk overheidsapparaat met goede controle, medische screening vooraf en goede zorg bij eventuele complicaties. Het vereist een systeem waarbij niet veel geld wordt afgeroomd voor de tussenpersonen. Maar die zekerheden heb je niet overal.

De illegale orgaanhandel floreert in landen als India.

ZUIJDERLAND: De Wereldgezondheidsorganisatie schat dat vijf tot tien procent van de orgaantransplantaties tot stand komt via illegale transacties. Dat is nóg een argument om een vergoeding toe te staan: betaalde orgaandonatie via een gereguleerd protocol ontmoedigt de zwarte markt.

Over wat voor ingreep hebben we het eigenlijk?

ZUIJDERLAND: Om de nier eruit te halen maken ze een sneetje van acht tot tien centimeter aan de zijkant van je buik. Of ze doen een kijkoperatie met vier kleine gaatjes en dan een sneetje van ongeveer vijf centimeter bij het schaambeen. Het is een heftige ingreep, maar niet eentje die enorme littekens achterlaat. Er is een kans van 1 op 500 op complicaties zoals bloedingen, een blaasontsteking of een trombose. De kans dat je bij een nierdonatie overlijdt, bedraagt amper 3 op 10.000.

U doet er laconiek over, maar is het niet een te groot risico om orgaantransplantaties op de vrije markt te brengen?

ZUIJDERLAND: Ach, er zijn beroepen met een veel hogere kans op overlijden – denk aan de houtkap, de visserij, de politie of het leger. Maar niemand denkt eraan om dat werk te verbieden.

Voor welke bedrag zou u uw nier doneren?

ZUIJDERLAND: Jaren geleden wilde ik er een miljoen voor krijgen, nu denk ik dat ik het voor 200.000 euro zou doen… Weet u, uit puur altruïsme zou ik het niet doen, maar nu ik een vorm van vergoeding voorsta die niet in geld is uit te drukken, hou ik toch ook daarvoor de deur open. Het is een goede daad waarmee je iemands leven kunt redden.

Stel, wij zijn broers en ik sta op de wachtlijst voor een nier.

ZUIJDERLAND: Als er een systeem van betaalde orgaandonatie was, zou ik je vragen om eerst op de markt te kijken. Als daar niets tussen zit, zou je ze alsnog van mij krijgen.

Waarom niet belangeloos doneren?

ZUIJDERLAND: Bij donaties van verwanten is altijd sprake van een zekere mate van emotionele dwang en psychologische belasting. Ik zou mijn broer niet willen opzadelen met de last dat hij schuldig naar mij zit te kijken als hij een snufje zout op zijn aardappelen doet. Of wanneer hij mijn nier zou afstoten. De weg naar een transplantatiecentrum heeft volgens mij altijd de voorkeur.

DOOR MARCO VISSCHER

‘Als iemand uit armoede zijn nier wil verkopen, vind ik het bijna misdadig om hem die kans te onthouden.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content