Vrouwenbesnijdenis onder de kerktoren

In heel Europa lopen almaar meer jonge allochtone meisjes het risico besneden te worden. Dat gebeurt niet alleen tijdens een vakantie in hun land van herkomst, maar ook in België. ‘Zelfs bij zes maanden oude baby’s. Die kunnen het niet doorvertellen.’

‘Een tijdje geleden nam een oma contact met ons op. Ze was ongerust, zei ze. Haar zoon is getrouwd met een buitenlandse vrouw wier dochter – uit een vorige relatie – besneden is’, vertelt Christine Flamand. ‘Sinds de geboorte van haar kleindochter is de grootmoeder bang dat het meisje ook verminkt zal worden. Ze heeft geprobeerd er met haar zoon over te praten, maar die relativeert de “ingreep”.’ Flamand is juriste bij Intact, een vzw die juridisch advies geeft bij gevallen van vrouwelijke genitale verminking (VGV). ‘De angst van die oma is zeker niet ongegrond. Aangezien VGV in meer en meer landen verboden is, worden vrouwenbesnijdenissen op almaar jongere leeftijd uitgevoerd, zelfs bij zes maanden oude baby’s. Die kunnen het nu eenmaal niet doorvertellen.’

Vrouwenbesnijdenissen in België. Leest u die zin nog eens. Midden- en Oost-Afrika, daarvan weten we dat de praktijk er wijdverbreid is. Maar ten onzent? Wel, ja. Tot in de jaren vijftig kwam het in Europa en de Verenigde Staten voor, onder de noemer ‘medische ingreep’. De clitoris wegsnijden maakte deel uit van de behandeling tegen ’typische vrouwenziekten’ zoals hysterie, masturbatie, nymfomanie en lesbische geaardheid. Toen de behandeling werd afgevoerd, leek het ‘fenomeen’ van de vrouwenbesnijdenis in ons land verdwenen. Maar via migratiestromen sloop de praktijk ons land weer binnen. VGV werd in 2001 wel strafbaar, maar dat betekende hier niet het einde van het verminkende ritueel.

Zwijgen bij het leven

Het is moeilijk in te schatten hoeveel meisjes in ons land het slachtoffer worden van genitale verminking. Het is natuurlijk een delicate materie. Niet alleen is het illegaal, het is ook niet iets wat je aan de grote klok hangt. Volgens een studie van het ministerie van Volksgezondheid (2010) leven in België zo’n 6000 besneden vrouwen, en neemt hun aantal jaarlijks toe. Verder lopen 2000 jonge meisjes alsnog het risico verminkt te worden: niet alleen tijdens een familiebezoek in hun land van herkomst, maar ook in België of elders in Europa. Overal duiken (voornamelijk Afrikaanse) besnijders op. Zeker in de Malinese, Somalische, Senegalese en Djiboutiaanse gemeenschappen van Antwerpen, Brussel, Luik en Verviers zouden ze geregeld actief zijn – uiteraard volledig clandestien. Anderhalf jaar geleden werd de politie nog getipt over een besnijder in Verviers, maar niemand kon worden opgepakt.

‘Het is belangrijk te weten dat in België niet alleen de besnijder, maar ook de aanvrager van een besnijdenis strafbaar is’, zegt Christine Flamand. ‘Die laatste is bijna altijd een familielid van het slachtoffer. De kans dat een jong, verminkt meisje een klacht indient bij de politie tegen haar moeder, tante of oma is dan ook bitter klein.’ In de besloten kring van de gemeenschap wordt de traditie van vrouwenbesnijdenis dus zwijgzaam voortgezet én getolereerd, omdat niemand een paria van zijn gemeenschap wil worden. En onbesneden meisjes of vrouwen horen er nu eenmaal niet bij. De vrouwenbesnijdenis wordt niet alleen beschouwd als rituele overgang van het jonge meisje naar volwassenheid, het is ook een manier om haar maagdelijkheid te beschermen en haar libido als getrouwde vrouw te ‘neutraliseren’, zodat ze trouw blijft aan haar echtgenoot.

‘Om de praktijk uit de taboesfeer te halen is er sensibilisering nodig: in de gezondheidssector, in het onderwijs en bij de politie’, zegt Flamand. ‘Hulpverleners kunnen signalen opvangen die wijzen op een verminking. Een meisje dat voor een plaspauze al gauw een kwartier nodig heeft of dat na de zomervakantie plots stil en teruggetrokken is, kan het slachtoffer geworden zijn van een besnijdenis. Maar zulke zaken zijn pas herkenbaar als het probleem van vrouwelijke genitale verminking bekend is. En precies daar knelt de schoen.’

Artsen en zeker gynaecologen die met een besneden patiënte geconfronteerd worden, moeten op een goeie aanpak kunnen terugvallen. Niet alleen wat de behandeling betreft – vaak kampen ze met infecties of andere compli-caties – maar ook in hun omgang met die vrouwen. Door de brutale besnijdenis zijn ze dikwijls al jaren getraumatiseerd. Als hen met foto’s getoond wordt hoe zwaar ze beschadigd zijn en het tot ze doordringt dat het merendeel van de vrouwen ‘intact’ is, reageren de verminkte patiëntes meestal geschokt.

Maar zelfs voor een goed geïnformeerde arts blijft de problematiek een heikel punt. Want wat moet hij doen als hij een ‘verse’ besnijdenis bij een patiënte constateert? Houdt de arts dat dan voor zich, of schendt hij zijn beroepsgeheim en onderneemt hij stappen? In Frankrijk is het de plicht van iedere burger om aangifte te doen van (een vermoeden of risico van) genitale verminking. In België kunnen hulpverleners alleen een meldingsrecht inroepen als er sprake is van misbruik of mishandeling en dit alleen bij een minderjarige.

Niet alleen het beroepsgeheim, maar ook het ‘culturele aspect’ van de besnijdenis veroorzaakt problemen. Artsen schermen bij de behandeling van hun besneden patiëntes soms met ‘die andere cultuur’, die nu eenmaal andere gewoonten en tradities meebrengt. En dus gebeurt het weleens dat gynaecologen geïnfibuleerde vrouwen na hun bevalling – weliswaar op verzoek van de patiëntes zelf – weer dichtnaaien, zonder zich daar vragen bij te stellen. Die vorm van cultuurrelativisme maakt dat vrouwelijke genitale verminking tot op zekere hoogte aanvaard wordt in de westerse samenleving en ook in gemengde Belgische huishoudens.

Hersteloperaties

Toch is de situatie van besneden vrouwen niet volledig onomkeerbaar. Er bestaan verschillende soorten hersteloperaties, afhankelijk van het type besnijdenis dat werd uitgevoerd. ‘Deïnfibulatie’, waarbij een dichtgenaaide vrouw weer ‘open’ wordt gemaakt, is op zich redelijk eenvoudig en doet de medische complicaties van de besneden vrouw sterk afnemen. Maar geen van de ingrepen kan teruggeven wat die vrouwen werd afgenomen: hun clitoris en schaamlippen. Daarom ontwikkelde uroloog en chirurg Pierre Foldes in Frankrijk een soort clitorisreconstructie, gebaseerd op een methode om penissen te verlengen. De reconstructie is in medische kringen erg omstreden. De pijn die werd veroorzaakt door de besnijdenis kan nooit helemaal worden weggenomen en de kans op seksueel genot blijft ook na de ingreep een vraagteken. Toch zoeken vele slachtoffers hun heil bij Foldes. Per maand voert de chirurg meer dan 80 hersteloperaties uit. Het leverde hem al ettelijke doodsbedreigingen op.

(BRON: WHO 2007)

INFO: INTACT: WWW.INTACT-ASSOCIATION.ORG/NL

DOOR DOMINIQUE DE GRAAF

Tot in de jaren vijftig kwam vrouwenbesnijdenis in Europa voor, als behandeling van ‘hysterie, masturbatie, nymfomanie en lesbische geaardheid’.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content