Met de Fin Martti Ahtisaari gaat de Nobelprijs voor de Vrede naar een volbloed diplomaat. Een man die van vrede stichten zijn levenswerk maakte.
De kandidatuur van Martti Ahtisaari werd al enkele jaren nadrukkelijk naar voren geschoven. Het Noorse Nobelprijscomité looft de voormalige president van Finland voor de inspanningen die hij in de voorbije dertig jaar op verschillende continenten heeft geleverd om internationale conflicten op te lossen. In tegenstelling tot de keuze voor Al Gore vorig jaar, is zijn bekroning onomstreden. Ze heeft ook nauwelijks een politieke bijklank.
Martti Ahtisaari werd in 1937 geboren in Viipuri, in een deel van Karelië dat toen nog bij Finland hoorde maar dat in 1939 door de Sovjet-Unie werd aangehecht. Ahtisaari ontkwam met zijn moeder en 400.000 andere Kareliërs naar Finland. Het toeval wil dat hij onlangs ook een vredesprijs kreeg van de Unesco in Parijs. In zijn woord van dank schreef hij zijn inzet voor een meer vreedzame wereld toe aan het gevoel uit zijn jeugd dat hij een vluchteling was en dat altijd zou blijven.
De jonge Ahtisaari werd onderwijzer, maar stapte in 1965 in de diplomatie. Hij schopte het tot ambassadeur in Tanzania en bij de Verenigde Naties en kreeg van die organisatie eind jaren zeventig de opdracht om de onafhankelijkheid van Namibië voor te bereiden, dat toen door het Zuid-Afrikaanse apartheidsregime werd bezet. Het kostte hem dertien jaar van moeizaam onderhandelen, maar hij kon de Zuid-Afrikanen er uiteindelijk van overtuigen om hun troepen uit Namibië terug te trekken. In ruil bedong hij dat de Cubaanse militaire hulp aan Angola werd afgebouwd. Omdat het zoveel zweet kostte, beschouwt Ahtisaari de onafhankelijkheid van Namibië nog altijd als zijn belangrijkste verwezenlijking. Uit dankbaarheid benoemden de Namibiërs hem tot ereburger van hun land.
In het begin van de jaren negentig zat hij, opnieuw op verzoek van de VN, op de internationale conferentie over ex-Joegoslavië de werkgroep over Bosnië-Herzegovina voor. In 1994 werd Martti Ahtisaari voor de sociaaldemocraten verkozen tot president van Finland. Tijdens zijn presidentschap werd Finland lid van de Europese Unie. In het laatste jaar van zijn mandaat onderhandelde hij voor Europa en aan de zijde van de voormalige Russische premier Viktor Tsjernomyrdin in Belgrado met Slobodan Milosevic over het einde van de oorlog om Kosovo.
GEDULD OEFENEN
Na zijn presidentschap zette Martti Ahtisaari zijn eigen Crisis Management Ini-tiative op en werd voltijds crisismanager. Hij speelde een rol in het vredesproces in Noord-Ierland en zorgde er in 2005 voor dat er een einde kwam aan de oorlog in de Indonesische provincie Atjeh. Die kostte in dertig jaar aan goed 15.000 mensen het leven. Ondertussen probeerde Ahtisaari in Finland om Iraakse sjiieten en soennieten met elkaar te verzoenen. Tussen 2005 en 2007 was hij ook weer op de Balkan actief. Hij schreef er voor rekening van de VN aan een statuut voor Kosovo. Zijn plan om Kosovo onafhankelijk te maken onder internationaal toezicht werd begin dit jaar uitgevoerd, hoewel het niet door Servië werd aanvaard.
Ahtisaari toonde zich altijd een rustige maar vastberaden onderhandelaar. Hij sprak bij de Unesco in Parijs over zijn bezorgdheid over het grote aantal conflicten dat onopgelost blijft. ‘Conflicten mogen niet voor eeuwig bevroren blijven’, zei hij. ‘Ik weet uit ervaring dat er voor elk conflict een oplossing is.’
Na zijn onderhandelingen met Milosevic over Kosovo had Knack rond de eeuwwisseling een interview met hem. Als de internationale gemeenschap de Balkan vooruit wil helpen, betoogde hij, moet ze bereid zijn om zich voor langere tijd in Kosovo te engageren. ‘Tot helemaal zeker is dat de verschillende volkeren er zich op een fatsoenlijke manier tegenover elkaar gaan gedragen. De moderne westerling kan niet wachten. Het grootste deel van mijn beroepsleven was ik bezig met ontwikkelingslanden. Ik leerde om geduld te oefenen. Het leert je ook bescheiden te zijn. Gun de verandering de tijd, maar volhard ondertussen in je opzet. Dat is mijn devies.’
DOOR HUBERT VAN HUMBEECK