Julien Borremans

De verkiezingen van 10 juni staan in belangrijke mate in het teken van de Belgische staatsinrichting. Brussel bengelt daarbij een beetje onder aan de verlangenlijstjes.

Sinds de consecratie van het derde gewest in 1989 gaat het met Brussel steil bergaf. Het Brusselse aandeel in het bbp daalt van jaar tot jaar (nu nog 19 procent tegenover 25 procent tien jaar geleden); de werkloosheidsgraad is de hoogste van België (22 procent). Er wordt nog amper geïnvesteerd in huisvesting. De bedrijven nemen de wijk naar de Rand. De middenklasse trekt weg.

Ook op taalvlak gaat het van kwaad naar erger. Slechts iets meer dan een kwart van alle personeelsaanstellingen in de negentien Brusselse gemeenten en OCMW’s gebeurden in dat jaar conform de taalwetgeving. De schorsingen die de vicegouverneur om die reden uitvaardigt, blijven dode letter. De Brusselse openbare ziekenhuizen zijn zelfs aan alle taaltoezicht onttrokken.

Die negatieve ontwikkelingen zijn het gevolg van de onzinnige constructie die het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is, wat een dubbele breuklijn met de realiteit betekent.

Ten eerste gaat het om een ’technische’ breuk: het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werd om taalredenen beperkt tot de negentien gemeenten. Dat betekent: tot de vooroorlogse agglomeratie. Alleen kun je vandaag gerust zeggen dat zo goed als heel Vlaams-Brabant (en maar een klein stukje van Waals-Brabant), met ‘Brussel-19’ vergroeid is, en dat het er micro-economisch en verkeerstechnisch een eenheid mee vormt. Het Vlaams Gewest kan beter de kosten voor de werking en de uitbouw van de hoofdstedelijke zone voor zijn rekening nemen. Brussel ligt immers met al zijn vezels verankerd in de Vlaamse economische ruimte.

Hier stoten we op de tweede breuk: een autonoom Brussel betekent een politieke kloof tussen de grootstad en haar uitgestrekte complementaire achterland. Brussel vormt in elk opzicht de economische hoofdstad, het kloppend hart van Vlaanderen. Brussel en Vlaanderen worden beter als één geheel bestuurd.

De Franstaligen in en om Brussel hoeven zich helemaal niet bedreigd te voelen. Net als de Duitstaligen in het Waals Gewest kan Franstalig Brussel een autonome taalgemeenschap worden.

In een volgende communautaire bespreking moet Vlaanderen de fusie van het Brussels Gewest met het Vlaams Gewest ter tafel brengen. Zo zal de Vlaamse regering de grondgebonden bevoegdheden over Brussel-19 uitoefenen. De materiële en sociale verloedering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest enerzijds en de sterke Vlaamse economie anderzijds zijn daarbij doorslaggevende argumenten.

De Vlaamse deelstaat staat er anderzijds financieel voor garant dat de Franse Gemeenschap haar bevoegdheden qua cultuur, onderwijs, gezondheidszorg en andere persoonsgebonden onderwerpen in Brussel-19 en de faciliteitengemeenten kan uitvoeren. Brussel-19 wordt dan beter een fusiestad met één gemeenteraad, schepencollege en burgemeester, aangevuld met districtsraden.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content