Dat de federale begroting kreunt onder de transfers naar de sociale zekerheid en naar de gewesten en gemeenschappen, schiet vicepremier Didier Reynders erg laat te binnen.
De overheidsbegroting van 2008 eindigt met een tekort van 3,2 miljard euro. Tegelijk is de overheidsschuld door de reddingsingrepen voor de banken gestegen tot meer dan 300 miljard. Die rode cijfers zijn geen verrassing, ook niet meer voor vicepremier en minister van Financiën Didier Reynders (MR). Hij heeft ontdekt dat de economische crisis zijn veel te optimistische ramingen van de fiscale ontvangsten onderuitgehaald heeft. Tot voor een tweetal maanden bleef hij nog de volleerde struisvogel uithangen. Voormalig premier Yves Leterme (CD&V), die de handen vol had met de bankencrisis en de moeizame zoektocht naar een regeringscompromis over een relanceplan, liet hem betijen en greep niet in.
Reynders bakt het al lang bruin. Na bijna tien jaar aan het hoofd van Financiën is de organisatie van de fiscus tot een puinhoop verworden, en blijft een correcte belastinginning ondermaats. Door in de voorbije vijf jaar tijdens elke begrotingsopmaak en -controle met inkomsten te zwaaien die veel rooskleuriger waren dan in de voorbereidende nota’s van zijn eigen administratie, heeft hij bovendien een structureel gat in de overheidsfinanciën geslagen. Voor 2008 zat hij er qua inkomsten 1,8 miljard euro naast.
Liever dan het daarover te hebben, ziet Reynders almaar grotere problemen voor de federale overheid door de financiële transfers naar de sociale zekerheid (plus 1,5 miljard in 2008) en naar de gewesten en gemeenschappen (plus 2,5 miljard in 2008). Nochtans zat Reynders mee aan tafel toen in 2005 bij het Generatiepact ook afspraken werden gemaakt over welvaartsvaste sociale uitkeringen en over een hogere alternatieve financiering van de sociale zekerheid om de uitgavengroei in de gezondheidszorg bij te benen. Reynders speelde eveneens een hoofdrol in 2001 bij de totstandkoming van het Lambermontakkoord, dat de overdracht van middelen naar de gewesten en gemeenschappen nog opdreef, voornamelijk om het Franstalige onderwijs voor een faillissement te behoeden. En Reynders was ook aanwezig toen Leterme goed een maand geleden de drie gewesten vrijstelde van een bijdrage van 800 miljoen aan de begroting van 2009, als ze dat geld zouden besteden aan economisch herstel.
Reynders wil nu een nieuw meerjarig begrotingsakkoord met de gewesten, omdat de federale overheid de snel oplopende kosten van de vergrijzing op haar bord krijgt. Zo’n akkoord heeft echter weinig zin zonder nieuwe financieringswet, maar aan dat communautaire sleutelthema heeft de Franstalige liberaal zich nog niet openlijk gewaagd. Hij mag er intussen wel op aangesproken worden dat onder Paars een structurele spaarpot voor de vergrijzing leeg bleef. En wanneer het begrotingstekort in 2009 zonder ingrepen 2 procent en meer van het bruto binnenlands product wordt, zal in de voorbije drie jaar voor ruim 16 miljard euro zijn afgeweken van het overschot dat door de Hoge Raad voor Financiën als absoluut noodzakelijk werd vooropgesteld. De nieuwe premier, Herman Van Rompuy (CD&V), weet wat hem te doen staat en wie hij in zijn regering veel beter bij de les moet houden.
door Patrick Martens