‘Een spook waart door Europa, het spook van het populisme.’ Zo begint Karel De Gucht, de aanhef van het Communistisch Manifest van Karl Marx en Friedrich Engels parafraserend, zijn politieke essay Pluche. Daarin rekent hij af met het fenomeen van het populisme, met extreemrechts en zij die daarvoor kiezen. De minister van Buitenlandse Zaken maakt van de gelegenheid gebruik om de media kletsen om de oren te verkopen, omdat die, naar zijn gevoelen, al te laks waren in de strijd tegen Vlaams Belang – als ze door bijvoorbeeld foute misdaadstatistieken te publiceren al geen hand- en spandiensten verleenden aan die extreemrechtse partij.
Alle partijen, niet alleen in België, werden de voorbije decennia aangestoken door de populistische manier van politiek bedrijven. Een beetje politieke leider richt zich tegenwoordig via de media rechtstreeks tot de burgers en tracht die ervan te overtuigen dat hij in staat is de meest ingewikkelde problemen te vereenvoudigen, zo niet op te lossen.
Populariteit in de media is vandaag belangrijker dan een partijprogramma. Politieke beslissingen zijn niet langer de uitkomst van een parlementair debat, maar komen met de hulp van communicatieadviseurs op een sterk gepersonaliseerde wijze tot stand.
Voor nieuwkomers op de politieke scène, zoals Jean-Marie Dedecker, is populisme zelfs een handzame strategie in de politieke marketing.
In zijn boek zegt Karel De Gucht die gang van zaken te betreuren. Alleen reikt hij geen gereedschap aan om de zaak weer op het juiste spoor te wrikken.
De Nederlander Huub Broekhuijse citeert in een recent boek een aantal interessante bevindingen over politiek populisme van gewezen Europees Commissaris Ralf Dahrendorf. Van de liberaal Dahrendorf is de bekende uitspraak dat wat voor de één populisme is, voor de ander democratie is.
Dahrendorf heeft het in verband met het populisme van een aantal politieke leiders, zoals Silvio Berlusconi en zelfs Tony Blair, over ‘een sluipend autoritarisme’ dat erop gericht is beslissingen zoveel mogelijk buiten alle controle om tot stand te brengen, en zodoende de apathische bevolking ‘stilzwijgend tot zwijgen te brengen’. Met als gevolg, zo zegt Dahrendorf, dat we allengs afglijden naar ‘een democratie zonder democraten’.
In Zuid-Amerika hebben ze voor het populisme een mooie uitdrukking: vioolpolitiek – het instrument wordt met de linkerhand vastgehouden, terwijl het met de rechterhand wordt bespeeld.
In Nederland kreeg de socialistische Partij van de Arbeid (PvdA) bij de jongste parlementsverkiezingen een zware electorale opdoffer, nadat ze zich al te opzichtig aan die vioolpolitiek had bezondigd. De partij van Wouter Bos, die enkele jaren geleden nog verkiezingen won omdat de partijleider volgens politieke strategen zo’n mooi kontje had, die partij verloor nu zwaar aan de SP van Jan Marijnissen, ook al niet van enig populisme gespeend. Ondanks die nederlaag trad Wouter Bos met zijn PvdA toch toe tot het kabinet van de christendemocraat Jan Peter Balkenende.
De electorale achterban van de PvdA is evenwel niet langer overtuigd van het politieke leiderschap van de partij. Met als gevolg dat vandaag de Nederlandse socialisten, die ooit Steve Stevaert als hun voorbeeld binnenhaalden, in een diepe crisis verkeren. Vorige week trad zowat het hele partijbestuur terug. Want volgens een doorlichting werd de partij met zo veel spreidstanden geconfronteerd dat ze, schrijft een NRC-commentator, maar beter een balletschool kan beginnen dan door te gaan als politieke partij.
De volgende dagen komt hier de verkiezingscampagne op gang. Partijen rollen hun zwaarste propagandageschut naar buiten. Stellingen worden ingenomen.
De Vlaamse liberalen worden geconfronteerd met de ultraliberale blow back van Jean-Marie Dedecker, die van de Burgermanifesten van Guy Verhofstadt zijn programma maakt.
De Vlaamse socialisten, die de situatie in Nederland op de voet volgen, trachten vandaag zo snel mogelijk de erfenis van het pretsocialisme van Steve Stevaert te lozen.
De CD&V van Yves Leterme moet nu aantonen dat goed bestuur en respect geen begrippen zijn die door campagneadviseurs werden bedacht én tegelijk kartelpartner N-VA onder controle houden.
Met wat geluk gaan deze campagne over de echte inzet van de verkiezingen: het in stand houden van ons sociaal systeem.
door Rik Van Cauwelaert