?Glowing Icons? van Jan Fabre.

?Glowing Icons? van Jan Fabre is van een schijnbare eenvoud en helderheid. In tegenstelling tot ander podiumwerk van de duivelskunstenaar, bezitten de protagonisten van de nieuwe theaterproductie een hoge aaibaarheidsfactor. Het is een erg herkenbare, maar bijwijlen ook hilarische parade van ?iconen? uit de geschiedenis, wetenschap, media en kunst. Voor de duur van een voorstelling worden zij tot leven gewekt en trekken aan het oog van de toeschouwer voorbij. Zijn onder andere present : een amechtige Dracula, een hyperrationele Dr. Spock, het geniale warhoofd Albert Einstein, de egokunstenaar Salvador Dali, de burgertrut Jackie Kennedy, de vuilbekkende Mae West, pop art-nicht Andy Warhol en hippiemartelares Janis Joplin. Zonder Charlie Chaplin in zijn dubbelrol van Führer Hinkel/joodse barbier in ?The Great Dictator? te vergeten. De beroemdheden verschijnen niet als individuen, maar als vleesgeworden door de media en het collectief bewustzijn gevoede clichés.

Het is precies die iconografische beeldvorming en de receptieve functie van het publiek daarin die ?Glowing Icons? op een vaak grappige manier aan de orde stelt. De monstres sacrés worden tijdens de voorstelling op verschillende, indirecte manieren ontmaskerd. De glimmende, zwarte formicavloer, slechts één wand van de zwarte ?doos? waarin ?Glowing Icons? wordt opgevoerd, verdubbelt de sterren tot wazige schimmen, holle schaduwen van zichzelf. Een podiumontwerp dat Fabre overigens al in de monoloog ?Zij was en zij is, zelfs? (voor het eerst opgevoerd in 1991) op zijn bruikbaarheid had uitgetest.

Bovendien komen de iconen vaak en letterlijk in ademnood en moeten ze naar de zuurstoffles grijpen of zichzelf met een voetpompje wat frisse lucht toeblazen. Hun gezondheid mag dan aan de slappe kant zijn, de sterren kunnen het zich rustig permitteren om verschillende keren na elkaar een rituele zelfmoord te begaan en telkens weer op te staan. De symbolische waarde van deze sleutelscène uit de productie spreekt vanzelf : iconen zijn niet kapot te krijgen.

Een belangrijk deel van Fabres exposé staat of valt natuurlijk met de vertolking van zijn acteurs, en daarover valt in ?Glowing Icons? allesbehalve te klagen. De spelers presteren op zo’n hoog niveau dat de toeschouwer zich even begint af te vragen of Fabres verhaal ook geen hommage is aan het werk van de acteur in het algemeen en zijn acteurs in het bijzonder.

Paul Verduyckt

Op 5, 6 en 7/6 in de Rotterdamse Schouwburg en op 11, 12 en 13/6 in het Brusselse Lunatheater.

Glowing Icons : een hoge aaibaarheidsfactor.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content