Patrick Martens

De nieuwe winst van het Vlaams Blok lijkt de kritische geesten te verlammen.

Zondag 13 juni, 15.02 uur: de eerste resultaten van de verkiezingen sijpelen door. Filip Dewinter van het Vlaams Blok weet meteen hoe laat het is. Zijn partij is de grote winnaar. Paars is van de kaart geveegd, daar maakt hij geen woorden meer aan vuil. Hij zet gezwind de campagne voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2006 in. De nieuwe target is het kartel CD&V/N-VA, dat onmiddellijk bestookt wordt met gespeelde verongelijktheid over het cordon sanitaire.

Net als in april, toen het Vlaams Blok werd veroordeeld voor racisme en razendsnel overschakelde naar een discours over vrije meningsuiting, worden Dewinter en co ook nu op hun wenken bediend. De truc om argumenten die tegen hen gebruikt worden om te keren en tegen de anderen in te zetten, lukt opnieuw wonderwel. Moet er niet dringend met het Vlaams Blok gepraat worden? Moeten ze niet eindelijk mee besturen? Een lange stoet van zelfbenoemde deskundigen, academici en andere commentatoren, ook aan progressieve zijde, geeft de partij zelfs gratis advies hoe ze ‘fatsoenlijk rechts’ kan worden. Een minimum aan hygiëne in het taalgebruik over de democratie is daarbij vaak ver zoek.

Dat het Vlaams Blok naar Vlaams (in)formateur Yves Leterme (VD&V) stapt met breekpunten die voor minstens driekwart van de kiezers en voor de andere partijen niet te pruimen zijn, is kennelijk geen punt. Wie de retorische verpakking van de Blok-leiding wegneemt, komt nochtans uit bij ‘België barst’, vreemdelingen die zich moeten aanpassen of opkrassen, en een ijzeren vuist tegen criminaliteit en andere sociale ongemakken. Maar daarover wordt amper gerept. En de genoemde veroordeling wegens racisme is al helemaal verworden tot een fait divers.

Verbijsterd staart weldenkend Vlaanderen naar de lichtbak die een kwart van de Vlaamse kiezers heeft ontstoken. In die verzuurde sfeer moet Leterme voor Vlaanderen een klassieke tripartite vormen, met twee partijen die hun verkiezingsverlies nog niet hebben verwerkt. Bij de SP.A stelt iemand als minister Frank Vandenbroucke, die in de debatten over de toekomst van de sociale zekerheid ook steeds meer gefrustreerd raakt door de Franstalige coalitiepartners in de federale regering, het strategische vernuft van voorzitter Steve Stevaert net niet openlijk ter discussie. Mag bij de VLD Karel De Gucht de touwtjes weer in handen nemen, tegelijk groeit bij veel liberalen de twijfel over het politieke leiderschap van premier Guy Verhofstadt. Kan hij na de klappen van 13 juni en een gemist Europees Commissievoorzitterschap een asymmetrisch bestel overeind houden?

Voor de PS van Elio Di Rupo mag hij voorlopig aanblijven. Als enige paarse partij die won op 13 juni, werpen de Franstalige socialisten zich op als ‘de stabielste regeringspartner die niets vraagt’ – maar die net daardoor ook ingrijpende sociale hervormingen of nieuwe Vlaamse eisen op een communautair forum simpelweg kan afblokken. Di Rupo hoeft zich electoraal dan ook weinig aan te trekken van het Vlaams Blok.

Patrick Martens

Net als in april worden Dewinter en co ook nu op hun wenken bediend.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content