Als hij ondertussen nog niet is vermoord, beleeft Mordechai Vanunu zijn eerste vrije dagen na zeventien jaar gevangenis, waarvan twaalf in eenzame opsluiting. De man die Israëls atoomgeheimen verraadde, werd vorige week vrijgelaten.
Toen Mordechai Vanunu eind 1986 werd opgesloten, schreef Hubert van Humbeeck in Knack onder de kop ‘Veel Liefs uit Jeruzalem’ het volgende.
‘Enkele dagen voor Kerstmis werd Mordechai “Motty” Vanunu voor de tweede keer wereldnieuws. Op de palm van zijn linkerhand schreef hij dat hij op 30 september in Rome was ontvoerd, nadat hij daar met vlucht 504 van British Airways uit Londen was aangekomen. Hij toonde zijn hand door het raam van zijn celwagen aan de verzamelde horde journalisten, vóór zijn onthutste bewakers hem dat konden beletten, en net voor hij het gerechtsgebouw in Jeruzalem zou worden binnengeleid. Daar staat Vanunu achter gesloten deuren terecht voor hoogverraad. Hij riskeert levenslange gevangenisstraf omdat hij Israëlische nucleaire geheimen aan de Britse pers zou hebben verkocht. Daarmee kwam hij in september een eerste keer in het nieuws: hij was de man die met bewijzen in de hand aantoonde wat de Israëlische regering zelf nooit heeft bevestigd, namelijk dat Israël wel degelijk in staat is om een atoombom te maken en er ook een aantal in voorraad heeft.
De beelden van de beschreven handpalm vonden hun weg over de wereld, die daarmee ook zeker wist wat iedereen al lang vermoedde: dat de op 30 september in Londen verdwenen Va- nunu wel degelijk in een Israëlische gevangenis zat. Eerst was nog gedacht dat Motty Vanunu in een kist uit Engeland was gesmokkeld, maar de waarheid bleek nadien veel trivialer. De geheime dienst Mossad stuurde zijn blonde agente Cindy naar Londen, die er zich als een Amerikaanse toeriste aan Vanunu voorstelde en hem ertoe kon overhalen om haar te vergezellen op een cruise door de Middellandse Zee. Twee dagen nadat de toenmalige eerste minister Shimon Peres de Mossad toestemming had gegeven om Va- nunu naar Israël terug te halen, was de klus geklaard.
Mordechai Vanunu werd in 1955 in het Marokkaanse Marrakech geboren uit een orthodox-joodse familie. Toen hij acht jaar was, verhuisde het gezin met zijn negen kinderen naar Israël, waar het zich in de woestijnstad Beer- sheba vestigde. Vader Vanunu werd rabbijn en de kinderen kregen een strenge joodse opvoeding. Mordechai ging fysica studeren aan de universiteit van Tel Aviv maar faalde schromelijk, wat hij later bitter aan zijn strenge religieuze opvoeding zou toeschrijven.
Terug in Beersheba, in de Negev, ging Motty aan de slag in het kernpark van Dimona, waar hij een baan vond als opzichter van de nachtploeg. Hij zou bijna tien jaar in de meest geheime van de Israëlische geheimen blijven werken. Tot hij er eind 1985 opstapte. Hij zou zelf om zijn ontslag hebben gevraagd, toen bleek dat er mensen om budgettaire redenen moesten afvloeien. Toch wordt niet uitgesloten dat er ook politieke motieven hebben meegespeeld. Vanunu was namelijk intussen opnieuw beginnen te studeren. Aan de universiteit van Beersheba volgde hij filosofie en aardrijkskunde, en viel hij op in linkse studentenkringen. Hij werd lid van de Israëlische communistische partij Rakah en verkeerde veel in Palestijnse milieus. Hij werd voorstander van een Palestijnse staat, nam deel aan pro-Palestijnse betogingen en kwam op voor de zaak van zijn filosofieprofessor, toen die gearresteerd werd omdat hij ten tijde van de Libanese veldtocht dienst weigerde in het Israëlische leger. Maar ook in die linkse politieke kringen bleef Mordechai Vanunu een buitenstaander: leden van de Israëlische vredesbeweging hielden hem voor een spion.
Christendom
In januari 1986 verkocht Motty plotseling zijn huis en zijn Audi, en hij emigreerde naar Australië. Hij zei dat hij vastbesloten was om niet meer naar zijn land terug te keren, omdat hij daar toch geen toekomst had. In Australië bekeerde hij zich tot het christendom. Volgens zijn priester wou hij in die godsdienst het antwoord vinden op de problemen van deze tijd, en dat waren voor hem vooral het racisme, de armoede en de atoomenergie.
Van dan af aan ging alles heel snel voor Motty. In Sydney ontmoette hij ook de Colombiaanse journalist Oscar Guerrero, die hem ervan overtuigde dat hij zijn verhaal aan de pers moest verkopen. Daartoe werd eerst de Australische correspondent van het Amerikaanse weekblad Newsweek benaderd, maar die weigerde om voor het verhaal te betalen. Vanunu stond hem toch een interview toe, maar trok zijn verklaringen meteen daarna weer in. In september bereikte hij een overeenkomst met het Londense zondagsblad The Sunday Times . Die krant houdt vol dat ze Vanunu niet voor zijn story heeft betaald. Hij kreeg wel een ticket van Sydney naar Londen en een journalist van het blad zou hem helpen een boek te schrijven. Vanunu rekende er volgens een vriend hoe dan ook op dat hij aan de zaak zo’n half miljoen dollar zou overhouden.
Zo verscheen het verhaal van de Israë- lische kernmacht in The Sunday Times , op basis van gegevens en fotomateriaal van een man die er tien jaar lang had gewerkt. Israël zou volgens Vanunu ten minste honderd atoombommen in voorraad hebben en het zou ook over de technologie beschikken om een waterstofbom te maken. Die technologie zou het van de Fransen hebben gekregen. Op 30 september verdween Motty Vanunu uit zijn hotel in Londen, om bijna drie maanden later weer op te duiken in een celwagen in Jeruzalem.
Rest de vraag wie Mordechai Vanunu echt is. Is hij de religieus zoekende jongeman die het Israëlische atoomgeheim uit idealisme heeft bekendgemaakt? Om zijn bijdrage te leveren tot de vrede in het Midden-Oosten, zoals hij zelf heeft gezegd. Of is hij een koude verrader, die zijn kennis voor veel geld wou vermunten, zoals hij in Israël wordt voorgesteld?
Overigens werd kort na zijn verdwijning ook gesuggereerd dat hij een rol zou hebben gespeeld in een ruimer spel. Er werd even verondersteld dat Israël zijn atoomkracht bewust zou hebben laten uitlekken om zijn Arabische vijanden, en vooral Syrië, te waarschuwen voor militaire avonturen. Immers: hoe is het mogelijk dat een bekend communist en Palestijnen-vriend tien jaar lang in het Israëlische heilige der heiligen kan werken, en daarna nog zonder meer toestemming krijgt om het land te verlaten ook, met medeneming van foto’s en documenten?
Hoe het ook zij, Motty Vanunu werd na de publicatie in The Sunday Times in de Israëlische pers zwaar aangepakt. Hij zou een homo zijn, die regelmatig naakt poseert voor academiestudenten. Hij zou impotent zijn, en wat al niet meer. Zeker is alleen dat hij op dit ogenblik de zwaarst bewaakte Israëlische gevangene is. Met meer soldaten om zich heen dan Ivan Demjanjuk, de beul van Treblinka die nu ook in Israël terechtstaat. Als hij dat allemaal moet verduren omdat hij alleen maar de waarheid sprak, stemt het in ieder geval tot nadenken. Midden volgende maand wordt het proces tegen Mordechai Vanunu voortgezet. Achter gesloten deuren. Over de uitkomst bestaat weinig twijfel. Als hij voor 2004 terug buiten is, mag hij van geluk spreken.’
Dat schreef Van Humbeeck in januari 1987. Wel, hij is weer vrij, Vanunu, en hij is geen haar veranderd.
Koen Meulenaere
De Mossad stuurde zijn blonde agente Cindy naar Londen.