Het Vlaams Belang droomt van een rechtse krachtenbundeling om deel te kunnen nemen aan de macht. Maar ‘Forza Flandria’ lijkt verder weg dan ooit.

De gedroomde frontvorming van rechts Vlaanderen ligt drie maanden na de oproep van het Vlaams Belang tot een Forza Flandria al aan diggelen. De verruimers binnen de partij bezorgen de leiding kopzorgen, drijven die zelfs uiteen, en trouwe mandatarissen zeggen geen zin meer te hebben om als stemvee te dienen. ‘Het Vlaams Belang is een grote en complexe partij geworden, die zich lijkt te verslikken in de droom van een rechtse Vlaamse frontvorming’, zegt Bruno De Wever, onderzoeker en historicus aan de Universiteit Gent. ‘Als een partij die in haar genen tegen de staat is groot wordt en aan machtsdeelname gaat denken, geeft dat spanningen. De Volksunie heeft dat ook meegemaakt, toen die partij in de jaren zeventig wilde deelnemen aan de macht. Op het toppunt van haar groei was de crisis al geboren.’

Het Vlaams Belang heeft een stormachtige groei doorgemaakt, maar de partijleiding geeft zelf al maanden aan dat er grenzen zijn aan dat succes. Ze heeft de lat voor de federale verkiezingen van 10 juni bewust laag gelegd, door te streven naar de score van 18 procent bij federale verkiezingen van 2003, ‘plus één stem’. Met de grenzen van de electorale groei in zicht keek het Vlaams Belang de afgelopen maanden voor het eerst nadrukkelijk buiten de partijgrenzen naar samenwerking. En stootte daarbij zijn neus.

De onrust rond het Vlaams Belang begon op 8 oktober 2006, de avond van de gemeenteraadsverkiezingen. De partij kreeg in Antwerpen een psychologische opdoffer van de rode glamourboy Patrick Janssens. Philip Dewinter verloor ondanks grote investeringen in de campagne de strijd om de meeste voorkeurstemmen. Een ploeg van Telefacts volgde Dewinter en consorten op de verkiezingsavond. Met de camera al uit, maar het geluid nog aan legden de makers een reactie van het Antwerpse stemmenkanon vast: ‘ We gaan eraan, we hebben het gehad (…) wat moeten we nu aan de pers vertellen? (…) ons concentreren op plaatsen waar we wel winnen (…) en blijven lachen.’ De Antwerpse uitslag overschaduwde volledig de indrukwekkende opmars van het Vlaams Belang in tal van gemeenten in heel Vlaanderen. Ook in het partijbestuur. De overwinningsnederlaag werd uitgelegd als een sociologisch fenomeen: steeds meer migranten bevolken stedelijke gebieden. De gelederen van het Vlaams Belang blijven twee maanden lang gesloten. Mandatarissen worden herinnerd aan het Charter van de Vlaams Blokmandataris uit 1994, dat iedere verkozene moet ondertekenen: ‘Bij welkdanig politiek of persoonlijk conflict ook zal ik alle vormen van overleg uitproberen en in geen enkel geval zal ik publieke verklaringen afleggen zonder goedkeuring of instemming van mijn collega’s in de fractie.’

Vlaams Belangparlementslid en Antwerps gemeenteraadslid Jurgen Verstrepen verkent als eerste publiekelijk de grenzen van dat charter, op zoek naar verruiming. Al op 5 december 2006 spreekt Verstrepen in zijn sinterklaasbrief de wens uit dat ‘een brede fatsoenlijke, centrumliberale, rechtse, realistische, Vlaams-nationalistische partij het licht ziet in Vlaanderen’. Hij wordt er door VB-militanten op gewezen dat hij al deel uitmaakt van zo’n partij.

De Schotense VB-babe Marie-Rose Morel doorbreekt het stilzwijgen in januari met wat meer kabaal. Eind januari spuit ze in een interview met Het Laatste Nieuws ongezouten kritiek over de samenwerking met Jean-Marie Dedecker (‘We moeten hem niet de tatami aanbieden waarop hij kan afrekenen met zijn demonen uit het verleden’), maar ook op partijleider Philip Dewinter, op wiens formule ‘sleet’ zou zitten. En passant schiet Morel ook het idee van de bundeling van rechtse Vlaamse krachten af, de Forza Flandria. Die aloude droom van rechts Vlaanderen, geïnspireerd op de Forza Italia van Silvio Berlusconi, is kort daarvoor op de nieuwjaarsreceptie van het Vlaams Belang in Antwerpen nieuw leven ingeblazen door een andere verruimer: gewezen directeur van het Antwerpse havenbedrijf HesseNoordNatie (HNN) Bruno Valkeniers. Voorzitter Frank Vanhecke valt Valkeniers bij en roept VLOTT van Hugo Coveliers en Jean-Marie Dedecker op tot een bundeling van krachten.

Jurgen Verstrepen komt eind januari met zijn geheel eigen invulling van de Forza Flandria en giet publiekelijk zijn sinterklaasidee van een beschaafde rechtse partij in een oproep tot een aparte lijst naast die van het Vlaams Belang. Op die lijst moet plaats zijn voor iedereen, met behoud van de eigen partijkaart. ‘Het dwaze en absurde experiment van een leerling-tovenaar’, fluit partijvoorzitter Frank Vanhecke hem terug. Verstrepen wordt op zijn website overladen met forse kritiek en krijgt van tientallen militanten het dringende advies zijn heil bij Jean-Marie Dedecker te gaan zoeken. Goed drie maanden laten maakt Verstrepen zijn overstap naar de Lijst Dedecker. Verstrepen: ‘Ik heb gevloekt in de kerk. Maandenlang heb ik geprobeerd de discussie over frontvorming en verbreding te voeren. Maar men is bang en zit in het defensief. Het Vlaams Belang begint op de VLD te lijken: je legt de lat zo laag dat iedere uitslag een overwinning is.’

HERGROEPEER DE TROEPEN

Het Vlaams Belang lijkt meer dan ooit in het defensief. ‘Als je onder vuur komt te liggen, hergroepeer je de troepen, verwijder je de ballast en sluit je de rangen.’ Wanneer we Gerolf Annemans het citaat van de militaire strateeg Carl von Clausewitz voorleggen, protesteert de fractieleider van het Vlaams Belang eerst. ‘Jurgen Verstrepen is zelf opgestapt, wij hebben hem niet buitengewerkt, wat hij ook vertelt. Hij heeft zichzelf wel onmogelijk gemaakt. Hij wilde freedom of speech, en zo werkt het niet, bij geen enkele partij. Ik heb al gezegd dat Verstrepen een politieke transseksueel is, hij zat bij de verkeerde partij. Maar ik denk zelfs dat hij in het gehele politieke bedrijf een transseksueel is.’ Annemans denkt niet dat de verruiming na de negatieve ervaringen met Verstrepen (‘Ik ben er echt van geschrokken, hij heeft het ook allerminst netjes gespeeld’) in de ijskast wordt gezet.

‘Wij verruimen voortdurend, en zullen dat vooral in de diepte blijven doen, op lokaal vlak’, zegt Annemans, en voegt er meteen aan toe: ‘Je moet die bekende gezichten ook niet te veel eer toewuiven, de eigenlijke verruiming zit veel dieper.’

Wat betreft de mislukking van Forza Flandria was Philip Dewinter eerder, ver voor het overlopen van Verstrepen naar de Lijst Dedecker, al verrassend openhartig. ‘Het spijt me zeer – en ik steek de hand in eigen boezem – dat het onze partij, Jean-Marie Dedecker, VLOTT en N-VA niet is gelukt de krachten rond Vlaamse onafhankelijkheid te bundelen. Dedecker zal inderdaad nooit een VB’er worden en dat hoefde ook niet. Maar samen beschikken we over de kracht om het Belgische immobilisme te breken’, zo schreef hij in maart in zijn verkiezingsboekje Zeggen wat u denkt.

Bruno De Wever, historicus en broer van N-VA-voorzitter Bart De Wever, zet het gekrakeel in het Vlaams Belang in een historisch perspectief. ‘Ik zie het Belang zwalken. Het is niet voor het eerst dat er pogingen tot frontvorming bij rechts worden ondernomen. Ik zie parallellen met de jaren dertig toen men in rechtse kringen een antwoord zocht op de groei van de BWP (Belgische Werklieden Partij) en de samenwerking tussen de socialisten en de liberalen. Men wilde Paars breken. Door het succes van (extreem-)rechtse partijen als VNV (Vlaamsch Nationaal Verbond) en Rex leek machtsdeelname en het breken van de Belgische staat een realiseerbare droom. Er was sinds de jaren twintig ook een sterk anti-belgicisme ontstaan, waardoor de tijd rijp leek voor een breder front.’

In 1936 lijdt de Katholieke Vlaamse Volkspartij een zware nederlaag en boekt extreemrechts grote winst. De concentratiebeweging lijkt realiteit te worden. Op initiatief van de KVV komen er onderhandelingen met gematigde leden van het VNV en met de extreemrechtse partij Rex, die de grondslag moeten leggen van een christelijke Vlaamse volkspartij. ‘De fascisten binnen het VNV en bij de katholieken het ACW hebben die samenwerking toen getorpedeerd’, zegt De Wever. ‘De leider van het VNV, Staf de Clercq, wil niet verder met de KVV omdat hij de alleenheerschappij in Vlaanderen nastreeft. Dat zie je nu ook in beperkte mate: men wil binnen de partij liefst de touwtjes in eigen handen houden.’

Na 1938 sterft het initiatief door verkiezingsnederlagen van het VNV en Rex. De Wever: ‘De militanten keerden de partij de rug toe. Ook het Vlaams Belang, dat in belangrijke mate geworteld is in de Vlaams-nationalistische tradities, moet rekening houden met zijn basis. Die is in wezen antistaat en wil helemaal geen frontvorming of verruiming, om zo aan de macht te kunnen deelnemen. Op die grenzen lijkt men nu gestuit.’

DOOR BART WILLEMS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content