Waalse vrienden, een goede raad: zeg nee aan de WC (Wallon Connu). Als er één transfer uit Vlaanderen is die jullie moeten weigeren, dan wel die van de BV (Bekende Vlaming).
Het is zondagavond, VTM, De Pfaffs! Zoiets bestaat voorzeker niet in Wallonië. En aangezien onze Waalse vrienden, die dit nummer meelezen, verstoken blijven van het voorrecht VTM te kunnen capteren, overlopen wij eerst de cast. De Pfaffs brengt elke week een ruim beeldverslag van het dagelijkse doen en laten ten huize van Jean-Marie Pfaff. Die huize staat in Brasschaat, een peperdure randgemeente van Antwerpen. Iedereen, ook ten zuiden van de taalgrens, kent Jean-Marie. Meer dan waarschijnlijk ook Carmen, zijn vrouw. De Pfaffs hebben drie dochters, die op vanalles zijn gevallen maar niet op hun mondje.
Er is vooreerst Kelly. Zij is getrouwd met Sam Gooris, een Mechelse zanger. Al wordt dit laatste door muziekkenners betwist. Sam is beroemd geworden door twee meestampers: Laat het gras maar groeien, en: Ziet ‘m gaan, ziet ‘m gaan, met zijn basketsloefkes aan. Alle respect, nu al, voor de arme collega van Le Vif die is opgezadeld met de vertaling van dit artikel. Sam en Kelly hebben twee kinderen: Shania en Kenji. Voor de Franstaligen, bij wie kinderen nog Jean en Lisette heten: Shania is een meisje, Kenji is een jongetje.
De tweede dochter is ons Debby. Zij is getrouwd met Nicolas, baat een schoonheidsinstituut in Beveren uit, en we zijn vorig seizoen week na week getuige geweest van haar zwangerschap en uiteindelijke bevalling. Het was een jongetje en het heet Keano. Tot slot is er Lyndsey, de jongste. Het heeft veel voeten in de aarde en drie volle jaargangen gekost om haar van de straat te krijgen, maar vorige zomer is ze toch getrouwd met een zekere Dave. De gigantische factuur van de trouwpartij, met achthonderd genodigden en veel pracht en praal, werd betaald door de productiemaatschappij.
In de krant vertelde de vader van Dave dat zijn zoon onder druk was gezet om, ter wille van de kijkcijfers, halsoverkop met die lelijke Lyndsey te trouwen. Die vader werd op het feest niet uitgenodigd, Dave’s moeder ging in de suite aan de arm van den Bompa. Den Bompa, die Elibert of zoiets heet, is de vader van Carmen, stond vroeger op de kermis, en drinkt graag een biertje. Van ’s morgens tot ’s avonds. Hij bromt soms iets, maar wát is niet te begrijpen.
Nog iemand vergeten? Ja, Angie, de hond van Sam en Kelly. Heeft soms last van diarree. Lyndsey heeft ook ooit een hond gehad, een zwerver die tot haar woede door Angie in de val werd gelokt, en vervolgens het leven schonk aan zeventien puppies!
De drie koppels hebben, net als den Bompa, allemaal ingewoond in de reusachtige villa van Jean-Marie. Als wij nog goed mee zijn, hebben Lyndsey en Dave ondertussen een huis gekocht, en hebben Kelly en Sam op het punt gestaan hetzelfde te doen, maar daar moet iets misgelopen zijn want zij wonen nog altijd boven.
Door de salontafel
Kijk nu mee naar de aflevering van vanavond. Wij zien eerst Jean-Marie, die achterover in de zetel op apegapen ligt. Sam heeft de avond voordien een Mexicaanse party gegeven, en Jean-Marie is geveld door een kater van Brasschaat tot in München. Hij is zelfs vergeten een hemd met sponsornaam op de kraag aan te trekken. Straks moet hij in Brussel een fotoshoot gaan doen voor een reclamecampagne.
Aan de tafel zit Kelly te jammeren: Sam is vannacht over de draad van zijn koptelefoon gestruikeld, en achterover door de glazen salontafel gevallen. ‘Ik werd er gewoon onpasselijk van,’ klaagt Kelly, ‘zo’n mooie salontafel.’
Er ontspint zich nu een hoogstaande dialoog tussen dochter en moeder.
Kelly: ‘Sam heeft een open wonde aan zijn poep, het bloed stroomt eruit, maar hij wil niet naar de dokter. Kunt gij eens niet gaan kijken, want ik kan niet tegen bloed.’
Carmen: ‘Jamaar, ik kan toch niet tegen mijn eigen schoonzoon zeggen: laat uw gat eens zien.’
Kelly: ‘Als ik het moet zien, val ik flauw.’
Carmen: ‘Dan moet ge een whisky drinken, gelijk de cowboys.’
Den Bompa: ‘Ha, ne whisky. Geef dat maar aan mij.’
Carmen: ‘Gij drinkt al genoeg pintjes, Bompa.’
Den Bompa: ‘Ha, pintjes.’
Hierna krijgen we Debby en Nicolas in beeld. Zij haasten zich naar hun zaak in Beveren, maar rijden zich hopeloos vast in de onvermijdbare file op de Antwerpse Ring. Volgens Nicolas organiseert de staat die met opzet, om de chauffeurs te dwingen de sluipweg langs de Liefkenshoektunnel te nemen, waar tol moet worden betaald. ‘De staat’, besluit Nicolas, ‘dient alleen om de mensen te koeioneren.’
Naald en draad
Na dit politicologische intermezzo zijn we in de slaapkamer van Sam Gooris, net genoeg weer bij bewustzijn om Shania wat uitleg te geven: ‘De papa is met zijn kloten los door de salontafel geslagen. Stoute salontafel hé?’
Ook Kenji schouwt het beschadigde lichaam van zijn vader. Wij zien één gigantische wonde op de rug, door Kelly met een zevental kriskras opgekleefde pleisters bedekt, en één diepe snee van wel vijf centimeter breed op zijn achterste. De kleine Kenji is niet onder de indruk: ‘Mijn dokter kan dat maken.’ Waarna oma Carmen: ‘Hij zou beter het salontafeltje maken, aan uw vader is toch niet veel te doen.’
Terwijl Kelly klaagt over jeuk ten gevolge van een muggenbeet, zal Carmen proberen de wonde op het zitvlak van haar schoonzoon te ontsmetten en te dichten. ‘Zal ik de papa eens laten jodelen?’ vraagt ze langs haar neus weg aan Kenji en Shania.
De camera zoomt in. Eerst giet Carmen een halve fles rode mercurochroom in de wonde, al is ze niet helemaal zeker dat er wel mercurochroom in zit, en geen stopverf. Hierna knijpt ze de beide zijkanten van de wonde samen, en kleeft er een dichtende pleister op. Dat helpt weinig. Waarna Sam dan maar besluit zijn afkeer van dokters op te geven. Hij gebiedt Kelly er een te bellen. Die stribbelt uit gewoonte tegen: ‘Dokter bellen, dokter bellen… wat voor dokter moet ik bellen?’
Sam: ‘Ene met naald en draad. En zeg dat hij mij hier komt naaien, want ik heb geen goesting om met mijn hol in een wachtkamer te gaan zitten.’
Nieuw interludium. Lyndsey en Dave zijn in hun nieuwe huis het behangselpapier aan het verwijderen, en Jean-Marie krijgt in Brussel van een meesterkapper een Karl Lagerfeld-look aangemeten. Debby en Nicolas hebben de Ring verlaten, maar zitten nu op de expresweg gevangen achter een Roemeense vrachtwagen.
Hierna zijn we bij de dokter, een vrouw. Sam trekt zijn shirt uit en laat zijn broek zakken: ‘Dokter, ik ben vandemorgen door een glazen salontafeltje gevallen. Enfin, dat was van glas want het glas steekt nu in mijn kont.’
De dokter vraagt of hij al ooit ge-naaid is. Sam, naar Kelly wijzend: ‘Door haar daar.’
Dokter: ‘Hoeveel weegt gij?’
Sam: ’66 kilo.’
Kelly: ‘Nee, 63 kilo.’
Sam: ‘Hoe kunt gij dat weten?’
Kelly: ‘Ik voel het als ge op mij ligt.’
De winterparade
Enzovoort, enzovoort. Lezers van Le Vif die denken dat wij dit alles verzinnen, moeten wij helaas het tegendeel verzekeren. Bij de Pfaffs gebeurt niets, en we krijgen dat allemaal te zien. De Pfaffs zijn de archetypes van de Bekende Vlaming. Een onbestaand fenomeen in Wallonië, en wij mogen u de raad geven dat zo te houden.
Bekende Vlamingen, in de omgangstaal BV’s genoemd, zijn Vlamingen die op televisie komen. Omdat ze acteur of actrice zijn, presentator of presentatrice, zanger of zangeres, of meestal helemaal niets. BV’s duiken op in elk televisieprogramma waarin mensen kunnen opduiken, ze geven acte de présence op recepties en societyfeestjes, geen benefiet is geslaagd zonder dat zij erbij zijn geweest, geen première of ze schrijden over de rode loper naar binnen. Politieke partijen dingen naar hun gunsten, bedrijven proberen hen met lucratieve contracten te strikken, tientallen magazines spitten in geuren en kleuren hun handel en wandel uit, hun liefdes en liefdesbreuken worden van commentaar voorzien, geen zwangerschap of ze haalt de cover. En bij het gros van hen is de enige reden waaróm ze bekend zijn, dát ze bekend zijn.
Elk jaar, in het hartje van de winter, houdt VTM een vedettenparade. Al wie heeft gefigureerd in series en feuilletons, wordt dan in grote praalwagens door Vlaamse steden gevoerd. U denkt: daar zullen ondanks de kou toch wel enkele tientallen mensen naar komen kijken. Ja, luister goed: tachtigduizend! Wij overdrijven er niet één. Min vijf, regen en sneeuw, en geen parkeergelegenheid in Gent? Tachtigduizend toeschouwers langs het parcours! De dag nadien in Hasselt: zeventigduizend. Weer een dag later in Oostende: honderdvijftienduizend gelukkigen staan uren te verkleumen om een glimp op te vangen van Pfaffs en aanverwanten. Wat zou u, Waalse lezer, zich nog zorgen maken over de IJzerbedevaart?
Door Koen Meulenaere
‘BV’s zijn bekend omdat ze bekend zijn.’