In Vlaanderen zijn er 1250 zelfhulpgroepen. Hun ondersteunend Trefpunt Zelfhulp in Leuven bestaat al een kwarteeuw, maar er is nog véél werk.
In Vlaanderen zijn naar schatting 200.000 mensen lid van een zelfhulpgroep. Ze ontmoeten er lotgenoten met hetzelfde medische of sociale probleem, en proberen samen beter en sterker te worden. Zo zijn er 1250 zelfhulpgroepen rond ruim 170 verschillende problemen: van chronische ziekten, verslavingen en handicaps tot operatieve ingrepen (borstamputatie, laryngectomie et cetera) en psychosociale problemen zoals eetstoornissen en fobieën.
In een zelfhulpgroep putten de leden emotionele steun uit de uitwisseling van ervaringen. Daarnaast wordt er begrijpelijke informatie en praktische hulp geboden. Bij artsen, andere zorgverleners en beleidsinstanties sturen de groepen aan op samenwerking en erkenning (bijvoorbeeld via een betere terugbetaling door de ziekteverzekering).
Sinds de jaren 1970 zitten zelfhulpgroepen in Vlaanderen in de lift. Vanuit Leuven worden ze ondersteund door Trefpunt Zelfhulp, dat in 1982 werd opgericht. Eind vorige week vond de lustrumviering plaats. ‘Er zijn verschillende redenen voor het succes van de zelfhulpgroepen’, zegt medeoprichter en emeritus professor Yvo Nuyens. ‘We leven langer, maar een kwart van de Vlamingen heeft een chronische aandoening en een even grote groep kampt met een depressie of een andere psychische kwaal. Voor zelfhulpgroepen liggen de problemen voor het oprapen. Voorts wint gezondheid als waarde aan belang, en vinden leden in zo’n groep vaak wat ze missen door de doorgedreven professionalisering en de technologie in de zorgverlening.’
Hoewel internationaal onderzoek de positieve effecten van zelfhulpgroepen bewijst, hebben ze soms een imago van ‘praatbarakken’ en stoten ze op scepsis bij professionele zorgverleners. Heel wat groepen kennen ook de mogelijkheden van het internet (websites, mailing enzovoort) om nieuwe leden aan te spreken. Andere vinden dat te afstandelijk en zweren bij persoonlijke contacten. Ook is er sprake van een vergrijzing van de vrijwilligers die de groepen op sleeptouw nemen. Nieuwe medestanders kiezen meer voor tijdelijke inzet. Zo dreigt expertise (onthaal, gespreksleiding, informatieverstrekking) verloren te gaan.
Nuyens wijst op nog andere valkuilen. ‘Er is een groeiende belangstelling van farmaceutische en medisch-technologische bedrijven voor de groepen, terwijl in hun adviesraden veel topspecialisten zitten. Die interesse van professionele zijde is wellicht niet zonder eigenbelang. Sommige groepen zijn dan weer actief in de schoot van een ziekenfonds of een ziekenhuis. Maar tegenover de logistieke en andere voordelen van die inbedding staat de verzuiling, die potentiële leden kan weghouden.’
De groepen verwachten van Trefpunt Zelfhulp dat het de meerwaarde van contact tussen lotgenoten promoot en dat het aangepaste opleidingen organiseert voor vrijwilligers. ‘Er komt een onderzoek om meer zicht te krijgen op die noden’, zegt stafmedewerkster Annemie Vandermeulen. ‘Daarna is het de bedoeling om voor de ondersteuning en vorming ook initiatieven zoals Platform Zelfzorg Oost-Vlaanderen en het Limburgs Platform voor Zelfhulp- en Ontmoetingsgroepen mee in te schakelen.’
Patrick Martens