Bij de ‘sociale kruidenier’ van Filet Divers in Antwerpen kunnen armen terecht voor noodhulp en een goed gesprek. En worden ze ingeschakeld als vrijwilligers.
‘Armoede maakt ziek, maar ziekte maakt ook arm’, zegt Yves Bocklandt. Voor de Bond zonder Naam coördineert hij sociale projecten en sinds 2004 is Filet Divers daar een van. Het is een samenwerkingsverband tussen verschillende organisaties en draait op giften uit heel Vlaanderen, onder meer via de verkoop van kalenders met de welbefaamde spreuken.
Samen met Recht-op vzw, ‘een vereniging waar armen het woord nemen’, won Filet Divers in oktober de Arcoprijs ‘Stop Armoede’. Filet Divers steunt op drie man halftijds personeel en een tachtigtal vrijwilligers. De naam is niet alleen een knipoog naar de Antwerpse fijne vleeswaren, legt Yves uit: ‘Van vlees is de filet het beste stuk. Dat geven wij hier van onszelf aan elkaar. En Divers: omdat wij allemaal verschillend zijn.’
Het project richt zich vooral op generatiearmen, vluchtelingen, mensen zonder wettelijk verblijf. Ongeveer een op de vier die aanklopt is autochtoon, de rest komt van over heel de wereld. Achtenveertig verschillende nationaliteiten in totaal.
Filet Divers biedt in de eerste plaats noodhulp: eten, kleren. Achteraan in het gebouw is een witte deur met daarboven een metalen plaatje: ‘sociale kruidenier’. Wie met minder dan 150 euro per maand moet zien rond te komen, weliswaar na aftrek van de huur, kan in deze omgedoopte magazijnruimte komen winkelen. Op maandagvoormiddag en op woensdag, één keer per week. Er passeren zo’n 300 mensen per maand.
‘Wij kopen producten aan in de goedkoopste supermarkt, en verkopen die tien tot vijftig procent goedkoper’, zegt Yves Bocklandt. In de sociale kruidenier kost een groot brood 20 eurocent. Ter vergelijking: een snoepreep aan de kassa in een doorsneesupermarkt heb je niet voor minder dan een halve euro.
‘Als het moet, kun je van 150 euro overleven. Maar vereenzaming is daarvan het eerste gevolg. 150 euro per maand is 5 euro per dag. Neem een keer de tram, en je bent al een vijfde van je dagbudget kwijt’, aldus de coördinator.
Wie drie maanden als betalende klant naar de sociale kruidenier komt, wordt uitgenodigd voor een opvolgingsgesprek. In Filet Divers wordt er naar problemen geluisterd en gezocht naar een oplossing, stap voor stap.
Yves Bocklandt: ‘Het is niet omdat je arm bent dat je geen capaciteiten hebt. Wij proberen die opnieuw inzetbaar te maken. We vragen mensen of ze mee achter de kassa willen staan, producten halen, rekken vullen, anderen wegwijs maken in de onthaal- en ontmoetingsruimte. Empowerment heet dat met een duur woord. In de praktijk doe je dat door mensen te laten koken, bijvoorbeeld. Om de twee weken vergasten we hier 35 man op een maaltijd, die onder begeleiding door henzelf is bereid. We hebben ook een houtatelier, en bieden zelfs conversatielessen aan. Onze gasten doen alles vrijwillig. Ze doen het omdat ze zich daar goed bij voelen, omdat ze zo Nederlands kunnen leren en omdat het hen opnieuw vertrouwen geeft na de negatieve spiraal waarin ze zijn beland.’
‘Ik vergelijk armoede en illegaliteit weleens met een snee in je arm. Het is niet omdat je er als samenleving niet naar kijkt, dat je niet bloedt. Om aan werk te raken zijn er misschien meer stapstenen dan vroeger, maar voor sommige mensen ligt de lat te hoog. Dat wordt dan gezien als werkonwilligheid, weerspannigheid. En dus worden zij geschorst. Het antwoord van de samenleving op generatiearmoede of op mensen met een trauma is steeds vaker: uitsluiting. Ooit keert dat als een boemerang terug.’
Twee vijfde van zijn tijd spendeert Yves Bocklandt aan Filet Divers. In andere projecten houdt hij zich bezig met brochures schrijven die armoede bespreekbaar moeten maken bij het brede publiek. Hij relativeert wat hij doet, maar wil niettemin op het beleid kunnen wegen, door structureel overleg met onder meer Vluchtelingenwerk Vlaanderen en onderzoekers aan de Universiteit Antwerpen.
Gevraagd naar wat de bron is van zijn engagement, stokt hij even. ‘Voor mij is het van heel groot belang om contact te hebben met arme mensen. Ik vind dat hen een vorm van geweld wordt aangedaan. Met geweld heb ik het moeilijk, al van kindsbeen af. Als ik anderen zie lijden, wil ik proberen om dat te verzachten. Iemands verhaal kan me persoonlijk heel hard raken.’