Uitleenrecht is een vergoeding voor geleverd werk. Dat zegt Roger Blanpain, professor-emeritus van de KU Leuven en voorzitter van VEWA (Vereniging van educatieve en wetenschappelijke auteurs).

JA

Roger Blanpain

‘Uitleenrecht is deel van het auteursrecht, zo eenvoudig is het.

Wij zijn geen bedelaars, we vragen gewoon loon naar werken. We willen dat de auteur betaald wordt voor het werk dat hij heeft geleverd. Volgens de Belgische en Europese auteurswet is de uitlening het recht van de auteur. Dat wil zeggen: hij beslist of zijn werken uitgeleend mogen worden. Er is één uitzondering – en terecht -: een auteur kan niet verbieden dat zijn boeken uitgeleend worden voor educatieve en culturele doeleinden. Praktisch gaat het om uitleningen in school- en universiteitsbibliotheken, in wetenschappelijke en openbare bibliotheken en door de overheid erkende archieven. Als tegenprestatie krijgt de auteur een vergoeding: het uitleenrecht. Logisch, want doordat boeken uitgeleend worden, verkoopt de auteur ook minder. Hij wordt daarvoor vergoed.

Zo staat het in de Europese wet van 1992. Die richtlijn moest voor 1 juli 1994 in het nationale recht omgezet zijn. Het Koninklijk Besluit daarop is vandaag nog steeds niet verschenen. Met andere woorden: België is al zes jaar achter op zijn plicht uitleenrecht te betalen. Het is evident dat Belgische auteurs daardoor schade lijden.

Wat stellen wij nu voor: mensen betalen 360 frank per jaar – niet eens één frank per dag – en krijgen daarvoor een bibliotheekkaart die in elke bibliotheek kan worden gebruikt.

Minister van Cultuur Bert Anciaux vindt die som te hoog. De man kan dat niet weten, tenzij hij een enquête heeft gedaan. Dat is bij mijn weten niet gebeurd. En als hij cultuur wil bevorderen door ze gratis te houden, daarvoor heeft hij een budget. Auteurs moeten niet opdraaien voor het algemeen welzijn.

Ik dacht dat de minister van Cultuur ook creativiteit moest aanmoedigen.

Het argument dat vooral buitenlandse auteurs daarvan profiteren, is een bekrompen argument. Buitenlandse auteurs zijn ook mensen die werken en daarvoor vergoed moeten worden. En Belgische auteurs zullen in ruil geld uit het buitenland krijgen. In Nederland bijvoorbeeld is de zaak allang geregeld en ligt een pak geld klaar voor Vlaamse auteurs, geld dat niet kan worden uitbetaald omdat België gewoon geen wetgeving heeft.

België heeft dus niet alleen een morele plicht tegenover zijn auteurs, het heeft ook een juridische plicht. Het had de Europese richtlijn al jaren moeten omzetten in nationaal recht.’

NEE

Bert Anciaux

Ik ga niet akkoord met de invoering van de maatregel waarbij iedere bibliotheekgebruiker weldra moet betalen voor het ontlenen van boeken. Dat zegt Vlaams minister van Cultuur Bert Anciaux (VU-ID).

‘Ik wil een beleid voeren ter bevordering van het lezen.

Daarom pleit ik er bijvoorbeeld voor dat de lokale besturen, die verantwoordelijk zijn voor de bibliotheken, de dienstverlening gratis aan de gebruiker aanbieden.

Plotseling 360 frank vragen per uitlener boven de zestien jaar staat haaks op deze gedachte. In absolute cijfers is 360 frank niet veel, maar het is en blijft een psychologische barrière. Uitleenrecht zou dus voor een nieuwe drempel in de bibliotheken zorgen.

De opbrengst is niet min. Zowat eenvierde van de Vlaamse bevolking is gebruiker van een bibliotheek. Dat betekent meteen per jaar 450 miljoen frank aan inkomsten. Dat is meer dan wat de minister van Cultuur in het Letterenfonds kan investeren.

Maar dat wil natuurlijk niet zeggen dat de auteurs geen recht hebben op een goed statuut en een behoorlijke vergoeding. Integendeel. De Europese richtlijn stelt trouwens dat de auteurs een vergoeding moeten krijgen voor de uitlening. Dit moet echter niet per se via uitleenrecht geregeld worden.

Auteursrechten zijn in feite een culturele materie, maar behoren momenteel nog tot de federale bevoegdheden. Ik vraag daarom de overheveling van de bevoegdheid over auteursrechten naar de gemeenschappen. Dan kan de Vlaamse regering zelf een beleid voeren, de auteurs een goed statuut geven en behoorlijk vergoeden vanuit de eigen Vlaamse begroting.

Bovendien zijn er bij de invoering van het uitleenrecht ook de heel specifieke problemen van een klein taalgebied. Onze boekenrekken, en zeker cd-rekken, worden gedomineerd door buitenlandse auteurs en musici, die maar al te graag zullen genieten van het door de Vlamingen betaalde uitleenrecht. In een klein cultuurgebied als Vlaanderen is een open concurrentie tegen de dominante cultuurtalen een bij voorbaat verloren strijd. Zouden Vlaamse auteurs ooit een soortgelijke vergoeding krijgen op basis van uitleningen van hun werk in bijvoorbeeld de Verenigde Staten, Groot-Brittannië, Duitsland of Frankrijk?

Ik wil de maximale en laagdrempelige kennis- en cultuurspreiding verdedigen. Bibliotheken zijn daar de basis van. Ze mogen niet terechtkomen in een spiraal van economische belangen die hun kerntaken – en leesbevordering is een zeer belangrijke taak – in het gedrang brengen.’

Opgetekend door Misjoe Verleyen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content