Oegandese klaag- en spotzangen.

Oeganda is een vruchtbaar land dat zich ter hoogte van de evenaar situeert. Het is dan ook niet verwonderlijk dat talrijke volkeren met uiteenlopende culturen zich in de loop van de eeuwen in dit gebied vestigden. Zo ook de Ankole, een belangrijke bevolkingsgroep in het zuidwesten van Oeganda. Zoals in vele traditionele Afrikaanse muziekculturen valt ook hier de ritmische complexiteit op. Eén van de belangrijkste kenmerken is de polyritmiek, in het bijzonder de combinatie van twee- en drieledige ritmes. Dit gebeurt zowel horizontaal (binnen één melodie volgen twee- of drieledige ritmes elkaar op), als verticaal (één stem beweegt zich voort in een tweeledig ritme, terwijl een andere op datzelfde ogenblik een drieledig ritme aanhoudt). Toch is er geen chaos : als geledingen in de verschillende stemmen samenvallen, geeft de aanvoerder van het ensemble muzikale aanduidingen die het einde of het begin van een (nieuw) onderdeel aangeven.

De troubadour in Afrika griot genoemd vervult nog altijd een belangrijke rol. Die functie was en is nog altijd voorbehouden aan de nnanga-speler, verwijzend naar een traditionele schaalciter. Hij levert via zijn verhalen en liederen niet alleen de geschiedenis over, maar ook opvoedkundige normen en waarden die tot hard werken en een goed huishouden aansporen. Sommige teksten mogen dan al moraliserend overkomen, het ontbreken van een uitgebouwde sociale zekerheid maakt hechte familiebanden en een goed nabuurschap onontbeerlijk. De moderne, vaak westers gerichte levenswijze, zet die relaties meer en meer onder druk, een dankbaar thema voor de vele klaag- en spotliederen.

In Oeganda heeft een en ander geleid tot een gevoelige achteruitgang van de traditionele cultuur. In de steden leiden velen in materiële zin een westers leven, en wordt er meewarig neergekeken op de eigen traditie. Daar komt stilaan ook een taalprobleem bij want in het onderwijs ligt de nadruk op het Engels, de voertaal.

Een aantal ensembles wil die trend stoppen. Naast de Ndere Troupe uit de hoofdstad Kampala vervult vooral het Nnanga Ensemble een voortrekkersrol. De naam (e)nnanga verwijst naar een citer bestaande uit een langwerpige afgesloten klankkast voorzien van zes afzonderlijke snaren. Dit Nnanga Ensemble bestaat uit vijf zangers-muzikanten : de nnaga-speler wordt begeleid op adungu (harp), ndere (fluit), endingidi (éénsnarige vedel), likembe (duimpiano) en amadinda (xylofoon). In Brussel zullen ze het accent leggen op de balladecultuur van de Ankole.

Johan Van Acker

Nnanga Ensemble, 11/4 om 20.00 in het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel

Nnanga ensemble : voortrekkers.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content