Het conflict over de nederzettingen dreigt Israël te verscheuren.
De leden van de Israëlische Likoedpartij wezen enkele weken geleden het plan van hun eigen premier Ariel Sharon af om een begin te maken met de evacuatie van joodse kolonisten in de Gazastrook. Die afwijzing mag niet verbazen: veel Likoedleden zijn zelf settlers die hun nederzettingen niet willen opgeven. De poging van Sharon om het moeizame vredesproces in het Midden-Oosten weer in beweging te krijgen, strandde dus op een njet in de eigen rangen.
De Gazastrook is een dorre streep woestijn langs de Middellandse Zee, waar zo’n anderhalf miljoen Palestijnen op elkaar gepakt leven. Normaal, als het gebied niet door het Israëlische leger wordt bezet, valt Gaza onder het bestuur van de Palestijnse Autoriteit. Maar de Israëlische soldaten zijn nooit ver uit de buurt: er hebben zich in de Gazastrook intussen 7500 kolonisten gevestigd die om bescherming vragen.
Veel in het conflict in het Midden-Oosten heeft met de settlers in Gaza – en veel meer nog met die op de Westelijke Jordaanoever – te maken. Ze verblijven meestal illegaal in Palestijns gebied – soms omdat het er goedkoop wonen is, maar doorgaans omdat ze geloven dat het land hen door God zelf is gegeven. Omdat ze hun religieuze overtuiging politiek hard vermunten, hebben opeenvolgende Israëlische regeringen hen altijd omzichtig aangepakt. Af en toe zijn ze zelfs aangemoedigd om hun caravan op weer een andere heuvel onder te brengen, om ook die tot nederzetting uit te roepen.
In Israël wordt aangetoond hoe een vastbesloten, agressieve minderheid een land in de greep kan houden. Ook de moord op toenmalig premier Yitzhak Rabin door een extremistische settler kon daar niets aan veranderen. De Israëlische schrijver Amos Oz pleitte er recent opnieuw voor om aan de nederzettingenpolitiek een einde te maken. Hij weet dat de echte fanatici daartoe gedwongen zullen moeten worden, maar ook dat hun aanwezigheid diep in de Gazastrook of in het hart van de Palestijnse stad Hebron een bron van conflict en geweld blijft.
Amos Oz verwijt de kolonisten vooral egoïsme. Ze vragen zich nooit af of de meerderheid van de Israëli’s zijn leven wil blijven riskeren om hen te beschermen. Ze stellen nooit vragen over de duizenden jonge Israëli’s die elk jaar het land verlaten omdat ze niet meer met de angst kunnen leven. Oz legt daarmee de kloof bloot, die Israël langzaamaan in twee splijt. Het land moet voor zijn eigen welzijn weer met de Palestijnen aan tafel.
Hubert van Humbeeck
In Israël wordt duidelijk hoe een vastbesloten minderheid een land in de greep kan houden.