Uit de diverse gidsen, brochures, handlei- dingen : raadgevingen om de examens en de blok zo goed mogelijk door te komen.
Of je nu in de middelbare school, de universiteit of de hogeschool zit, sommige tips gelden voor iedereen.
Studeren.
Tip één : zorg voor vrije tijd.
Het lijkt gek om studietips te beginnen met de melding dat je voldoende ontspanning en lichaamsbeweging moet nemen, genoeg moet slapen en rustig moet eten. Maar regelmatig afwisselen tussen inspanning en ontspanning is meer dan nodig. Overdrijven wreekt zich namelijk altijd : niemand kan acht uur aan één stuk werken. Na een geestelijke inspanning verloopt de recuperatie ook minder snel. Zeven tot negen uur slaap is echt niets te veel.
Tip twee : planning is het halve werk.
Zo gauw je de volgorde van je examens kent, maak je een planning op en je houdt je daar aan. Maak die planning zo concreet en realistisch mogelijk. Trek tijd uit voor herhalen. Hou bij die planning rekening met je sterke en je zwakke vakken.
Tip drie : ken de tegenstander.
Elke leraar, docent of professor heeft zijn stokpaardjes. Daar wat extra aandacht aan besteden, kan geen kwaad. Elk van hen heeft ook zijn eigen manier van ondervragen. De één wil dat je alles uit het hoofd kent, de ander wil dat je verbanden legt. Studeer de cursus met het oog op de manier van ondervragen.
Examen afleggen.
Sta niet zenuwachtig rond te dansen vòòr het examen. Ga niet als een gek door je leerstof bladeren. Dat haalt alles door elkaar. Klamme handen en een knoop in je maag zijn onaangenaam, maar normaal. Stress kan trouwens ook gunstig werken, je denkt scherper en sneller na.
Bij àlle examens geldt dat je de vragen goed moet lezen. Probeer altijd te beginnen met de vragen waarvan je denkt dat je ze het beste kent en bewaar de (voor jou) moeilijkere vragen tot het einde. Een vraag goed beantwoorden, geeft je trouwens rust en zekerheid. En dat is mooi meegenomen.
Schriftelijke examens.
Schrijf duidelijk leesbaar, structureer je antwoord. Een leraar, docent, hoogleraar heeft pakken van die examens te verbeteren. Een goede indruk telt mee.
Mondelinge examens.
Structureer je betoog, en praat (zo) rustig (mogelijk). De man of vrouw aan de andere kant van de tafel is geen god of beul. Hij/zij heeft misschien ook kinderen die op hun beurt examens doen. Hij/zij beseft heel goed dat je nerveus bent. Maar lukraak zwammen kost veel tijd en irriteert de examinator : er zijn nog tientallen wachtenden na jou.
Piekeren tussen en na de examens heeft geen zin. Probeer met je vrienden af te spreken elkaar niet te gaan opjagen met wilde verhalen. Geloof vooral al die indianenverhalen niet. Geen enkele examinator vraagt énkel details. En niemand kan zoveel geluk hebben dat hij/zij maar de helft leerde en juist daarover werd ondervraagd.
Na het examen proberen na te gaan hoe je het ervan afbracht, is vrijwel onmogelijk. En zelfs als het slecht ging, helpt piekeren je niet vooruit. Denk erom : de beste studenten onderschatten zichzelf.