Jan Braet
Jan Braet Jan Braet is redacteur cultuur bij Knack.

Een zeldzame open blik op het Rijk van het Midden: veel jonge en een beetje oude kunst uit de collectie van Guy en Myriam Ullens, te zien in de Antwerpse musea voor Hedendaagse en Schone Kunsten.

INFO

Tot 30.5 in het MuHKA, Leuvenstraat, en het MSKA, Leopold Dewaelplaats, Antwerpen. Open van di-zo 10-17 u. Gesloten op maandag, 1 mei, 20 mei.

De slapelozen hebben de slaap gevat. In een bijna lege treincoupé rijden ze onwetend voorbij een wereld zo groot als China. Het klasje – zeg maar klas, in China, wel 40 jongetjes – is collectief weggedommeld voordat de fotograaf opdaagde om de foto überhaupt te maken. Een man in uniform, van het soort waarbij we in het Rijk van het Midden aan culturele revolutie denken, staat onder de grote wolken van de hemel. Staat daar slapend met een pas aangestoken sigaret nog bungelend tussen de lippen.

Zo de Chinese wereld kunnen binnensluipen terwijl hij slaapt, doet vanzelf alle vooroordelen als sneeuw voor de zon verdwijnen. Eenmaal Wang Ningde’s zwartwitfoto’s van schone slapers hun werking hebben gedaan, lijkt niets van wat de hedendaagse Chinese kunstenaars beweegt nog vreemd. Pas veel later, bij het lezen van de interviews met die kunstenaars, komt de bevestiging ook zwart op wit: de opvallendste constante in wat zij zeggen, is dat het persoonlijke zaken zijn die hen bezighouden. En in het private domein van een ander herkennen miljarden stervelingen het best zichzelf. Daar kunnen duizend jaar praatjes over de kloof tussen Oost en West, tussen Boeddha, Confucius en Christus, niet tegenop.

Alles onder de Hemel is een dubbeltentoonstelling in Antwerpens zustermusea voor hedendaagse (MuHKA) en oude kunst (MSKA) die op een steenworp van elkaar liggen. Zakenman Guy Ullens en zijn vrouw Myriam zijn al zo lang onderweg in China met een open oog voor kunst van vroeger en nu, dat ze tegenwoordig zo’n beetje overal in Europa en Amerika gevraagd worden om met hun privé-verzameling eens publiek uit te pakken. Aan MuHKA-directeur Bart De Baere hoef je zoiets geen twee keer te zeggen. Hij is nog jong en recalcitrant en niet overdreven bang om op zijn bek te gaan. Dus gíng hij al enkele keren op zijn bek, onder andere met jonge Russen die arrogant en ongemotiveerd te werk gingen. Met de selectie Chinezen uit de Ullens-collectie komt zijn droom om met MuHKA in het centrum van de wereld te staan, een beetje uit. In ‘Alles onder de hemel’ haalt hetgeen onbevangen, radicaal en fris is de bovenhand. De monumentaliserende, Leni Riefenstahl-achtige übermenschfotografie van Rong Rong & Inri, beantwoordt daar niet aan, en valt derhalve door de mand.

Ooit begrepen waarom de Stones een rode deur zagen en die zwart wilden schilderen? Wang Gongxin leidt de toeschouwer naar een kamer met vier videoschermwanden. Op elke wand is een deur geprojecteerd, twee rode en twee zwarte. Op het ritme van prikkelende muziek zwaaien de deuren beurtelings open, laten telkens een collectief gebeuren zien, een zang, een dans, een opmars naar het Rode Plein. Eer je goed ontwaart wat er aan de hand is, valt de deur alweer in het slot, en gaat een andere open: een dot van een metafoor voor de gelimiteerde voorwaarden waarin we naar zo’n vreemd ver land kunnen kijken. De poorten van China gaan afwisselend open en dicht, wat ons razend nieuwsgierig maakt, maar echt onbeperkte toegang krijgen we niet.

Cloaca

Fris? Een zee van gele en rode bloemen, breed gepenseeld door Wang Xingwey, zij het op een weerbarstig oppervlak: golfplaat. Wij schilderen wat ons bekoort op alles wat binnen handbereik ligt. Goed, de zee heeft tenslotte ook golven. Doet Wang hetzelfde met een voetbalveld, dan heeft het al meer weg van een goedkope succesformule. Fris en volgens het boekje: Chen Wenbo met olie op doek, de Seats van een theaterzaal of cinema. Niet de film, maar de lege zetels tot spektakel verheven. Picturaal briljant, stralende oranje vlakken met een net van witreflecties over het hele beeldvlak.

Vergeet het radicale niet, in de jonge Chinese kunst die hier getoond wordt. Niet in politieke, maar in existentiële zin. Hoe Xu Zhen binnen en buiten het museum de geluiden van een zelfmoord ensceneert, Peng Yu langzaam een kruik met menselijke olie ledigt in de moede rivier ( Exile, video) en samen met Sun Yuan een afbrokkelende zuil met blonde menselijke as na crematie tegen een muur doet leunen. Voorteken van de ondergang van de tempel (van de mensheid?). Of eerder, door het gebruik van as van overledenen die door niemand zijn herdacht, een monument aan de onbekende mens.

In vergelijking met de kwalijk riekende, half antropomorfe, half vormeloze hoopjes van Gu Duxin, is de beruchte Cloaca van Wim Delvoye een snoepje. Het dient gezegd, dit is geen collectiestuk van het echtpaar Ullens, maar een aankoop van De Baere. Waar wachten de Bekende Vlamingen op om er hun afgrijzen over te uiten? Van ons moet Gu geen medelijden verwachten, omdat hij een demagoog is. Dat bewijst hij met zijn megalomane rode springplank op een bloedrode, met goud omkaderde grond. Het morbide idee daarachter, ontvouwt Gu in twee animatiefilmpjes: mannetje neemt lift naar springplank, duikt en zwemt; mannetje neemt lift, duikt en kwakt te pletter.

Soms, vaker bij grote kunstenaars dan bij kleine, hoeft een radicale houding zich niet in extreme handelingen te uiten. Liang Yue komt dicht in de buurt, met de video Will the weather be fine tomorrow? Een dubbele therapeutische oefening (kennelijk na een zware teleurstelling in de liefde) wordt simultaan vertoond: het eindeloze wassen van het haar boven de kraan, van de voeten in de teil, en het roerloos kijken naar de dansende lichten en het ritme van het stadsverkeer in de diepte, dag en nacht. De fascinerende vraag die Liang Yue oproept, is of de vernauwing van de blik ook geen blikverruiming kan zijn. Zo’n ingesteldheid moet van oorsprong oosters zijn, en wordt door Liang Yue alleszins in een onversneden vorm aangeboden. Ook de video’s van Li Yongbin zijn in ietwat gelijksoortige termen gesteld, maar worden in het MuHKA op kleine rotschermpjes vertoond zodat de kwaliteit van de langzaam verschuivende beelden verloren gaat.

De selectie traditionele Chinese kunst uit de collectie Ullens die in het Museum voor Schone Kunsten aan de muren hangt en op toontafels ligt, is niet al te omvangrijk. De albums en handrollen op papier en zijde dateren van de twaalfde tot het midden van de twintigste eeuw. Enkele kalligrafieën, veel landschappen en een stuk of wat portretten, tekeningen van vogels en fruit. Op de ene of andere manier komt het geheel een beetje gewoontjes over, als een vrij willekeurige greep uit een ontzaglijke culturele voorraadschuur. Voor het verzamelaarsechtpaar Ullens ongetwijfeld een kostbare schat. Voor een publiek dat zich over de oude Chinese schilderingen op zijde wil informeren, wat mager.

Marktkraampjes

Uit veel stukken blijken een goede dosis ambachtelijk kunnen en decoratieve bedoelingen. Maar tot de echte top kunnen slechts enkele werken worden gerekend. De titels onthullen hun speciale aantrekkingskracht: Welig tierende bamboe in mistige regen, een handrol met inkt op papier van Zhu Sheng uit de 17e eeuw. Turend naar het tij, een hangrol met inkt en lichte kleur op zijde door Zhou Chen, begin 16e eeuw. Het absolute meesterwerk, een handrol met inkt op zijde door Wang Zhenpeng (14e eeuw) is een negen meter lange landschapstekening van Grootse rivieren en bergen. In dat landschap gebeurt van alles, het volk stapt op in een processie, verdringt zich bij de marktkraampjes, kijkt naar dans en theater, wandelt voorbij, soms waterdragend. Wang Zhenpengs stijl is heel fijntjes en van een bijna meetkundige precisie. Best vergelijkbaar dus met het landschap op Jan Van Eycks onafgewerkte schilderijtje van de Heilige Barbara waarmee het Chinese werk in de ruimte geconfronteerd wordt. De confrontatie tussen Chinese natuurschilders en oude Vlaamse religieuze kunst uit de vaste museumcollectie geldt echter voor de hele tentoonstelling. Terwijl het hier echt wel om fundamenteel verschillende dingen gaat. Confrontatie zonder overspringende vonken is gedoemd om steriel te blijven. Zelfs al proberen we het als de Chinezen te bekijken, en alles onder de hemel te zien als één.

Jan Braet

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content