De moderne informatie- en communicatietechnologieën (ICT) vonden hun weg naar bedrijfswereld en overheidsinstellingen.
Onlangs organiseerde het Europees Promotiecentrum voor Informatie en Communicatie een colloquium over de sociaal-economische effecten van de informatiemaatschappij. Daarop brak Marc Van den Berge, algemeen directeur van IBM België en Luxemburg, een lans voor het systeem van telewerken. Vandaag zijn 1.000 van de 1.600 werknemers van IBM België-Luxemburg aan de slag als zogenaamde ?telewerkers?. Een drietal jaar geleden werd die evolutie ingezet, volgens Van den Berge tot tevredenheid van het personeel. ?Vele, vooral commerciële medewerkers stelden zich terecht de vraag waarom zij zich steeds naar het centrale kantoor moesten begeven om daar bepaalde bestanden te kunnen raadplegen, om vervolgens opnieuw de baan op te gaan. Wijzelf stelden vast dat een aantal kantoren een heel stuk van de dag ongebruikt bleven, terwijl die ruimte duur betaald werd. Voorts is in onze bedrijfscultuur niet het aantal gepresteerde uren belangrijk. Wij hechten belang aan resultaten : onze klanten moeten tevreden zijn. Voor ons was het minder belangrijk waar en hoe onze werknemers werkten, zolang hun resultaten er maar lagen.?
De behoefte aan een nieuwe manier van werken dateert al van vroeger, maar tot voor enkele jaren bleek de vereiste technologie, zoals de portable computer en de hedendaagse telecommunicatiemiddelen, niet of onvoldoende beschikbaar. Van den Berge : ?Ook de aanpassing van onze infrastructuur heeft enige voorbereiding gevergd. Wij hebben gewacht tot de basistechnologie voor een aanpassing van ons werksysteem voorhanden was. Vandaag beschikken onze telemedewerkers, bijvoorbeeld, over een tweede telefoonlijn.?
HET BUREAU WORDT GEDEELD
?Telewerk? is bij IBM een breder begrip dan ?thuiswerk?, zegt Marc Van den Berge. ?Onze mensen werken thuis, in een van de IBM-vestigingen die dichter bij hun woonst gelegen zijn, of bij de klant zelf. Met hun Think Pad bezitten ze een draagbaar kantoor met ingebouwde modem, waardoor ze zich van het hele gamma IBM-software kunnen bedienen. Op een aantal plaatsen, verspreid over België, installeerden we daarnaast een gezamenlijk kantoor, het shared office.? Daar kunnen vier medewerkers samen gebruik maken van één kantoor. Om het informele contact tussen werknemers niet te verliezen, dachten ze bij IBM na over een nieuw concept bij het inrichten van de ruimte. De tafels werden gegroepeerd rond één centraal gedeelte, waar het secretariaat gevestigd is. Er zijn geen gangen die afzondering in de hand werken. De departementen, die onderling samenwerken, zijn op dezelfde verdieping gegroepeerd : dat verhoogt de efficiëntie.
Volgens Van den Berge hebben al die inspanningen vruchten afgeworpen. ?Het systeem functioneert. Uit de interne bevragingen die wij geregeld op het bedrijf organiseren, blijkt dat onze personeelsleden zich goed voelen bij de nieuwe werkwijze van flexibiliteit en empowerment. Ze nemen zelf verantwoordelijkheden op, krijgen meer beslissingsmacht. Wij werken niet op basis van controle, maar op basis van vertrouwen. Iedereen houdt zijn elektronische agenda bij. Daardoor weten wij wie waarmee bezig is. Iemand die zich engageert om zich op een bepaald tijdstip ergens te bevinden, moet daar dan ook bereikbaar zijn als wij hem nodig hebben. Maar wij zullen dat niet systematisch controleren. Niet de input, maar de output telt. De resultaten spreken voor zich. De prestatiebeoordeling gebeurt op basis van de bijdrage van de werknemer. We hebben geleerd dat zoiets onze personeelsleden meer motiveert. Ook de productiviteit is gestegen. Ik wil geen open deuren instampen, maar door de telewerkformule hoeven onze mensen hun tijd en energie niet dagelijks te verspillen in de files, wat hun efficiëntie bevordert. De communicatie binnen het bedrijf verloopt ook vlotter dan vroeger : onze medewerkers staan nationaal en internationaal met elkaar in verbinding via het IBM Global Network.?
Het systeem heeft ook zijn nadelen. Bijvoorbeeld, het vereist discipline. Het IBM-personeel vertoont, volgens Van den Berge, veeleer de neiging om te veel te werken, dan te weinig. De werkinstrumenten staan immers ook thuis uitnodigend te blinken. ?De scheiding tussen werk en privé-leven moet gerespecteerd worden. Onze managers hebben de opdracht om hierover te waken. Ontstaan er op dat punt problemen, dan wordt er gepraat.?
Precies dat soort gesprekken lijkt stil te vallen bij bedrijven die de telecommunicatie inschakelen. Maar Van den Berge bestrijdt het beeld van elke telewerker alleen op zijn eiland. ?Wij werken in team. De onderlinge relaties tussen de medewerkers bepalen de sfeer op het bedrijf. We beleggen dan ook geregeld gezamenlijke vergaderingen, of organiseren opleidingen. Er is zelfs per departement een budget voorzien voor het opzetten van groepsactiviteiten. Communicatie is onvervangbaar.?
Bij Alcatel in Antwerpen wordt ook al sinds enkele jaren met telewerken geëxperimenteerd. Personeelsleden die in de hoofdafdeling in Antwerpen werken, kunnen in de satellietafdelingen van Gent of Geel terecht, als zij onnodige verplaatsingen willen vermijden. Zij krijgen ook in die kantoren toegang tot een terminal en kunnen van daaruit hetzelfde werk verrichten als in Antwerpen. Jacques Van Remortel, directeur Central Research bij Alcatel Telecom, neemt een voorzichtige houding aan tegenover thuiswerk. Een beperkt aantal van de honderd personeelsleden die werken op zijn afdeling, kan desgevallend één of twee dagen per week thuis werken om specifieke taken uit te voeren. Basisvoorwaarde is dat het werk ?meetbaar? is. Er wordt telkens ad hoc overlegd met de chef, het thuiswerken is geen algemene regel. ?Ik sta erop dat mijn personeelsleden minstens drie dagen per week in contact staan met hun collega’s,? zegt Van Remortel.
MEER ZELFBESCHIKKINGSCAPACITEIT
Ook de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB) zoekt aansluiting bij de informatiemaatschappij in wording. Op het VDAB-intranet circuleert informatie over de interne organisatie : werkprocedures, instructies, nieuws, tot zelfs een spellingscursus Nederlands zijn voor alle personeelsleden raadpleegbaar. Voor de klant heeft de VDAB Wis en Kiss in petto. De invoering van de vacature-databank Wis (Werk Informatie Systeem) betekende een bevrijding voor de werkzoekende : die is niet meer afhankelijk van een ambtenaar bij de speurtocht naar (ander) werk. De welbekende zuilen staan bovendien niet langer uitsluitend in de VDAB-centra opgesteld, maar ook in openbare gebouwen. Het systeem werd zodanig geconcipieerd dat het interactieve Wis-programma makkelijk toegankelijk is voor laaggeschoolde werkzoekenden, die een groot deel van het VDAB-klantenbestand uitmaken. Wis kan ook op het Internet geconsulteerd worden.
Sinds begin dit jaar staat daar ook de Kiss-databank (Kandidaten Informatie- en Selectie Systeem) open voor de (aangesloten) werkgevers die op zoek zijn naar personeel. Meer dan tachtigduizend curricula vitae zijn er in opgenomen. De VDAB werkt intussen samen met haar Europese partners aan de ontwikkeling van Watis ( Work & Training Information System) : dat interactief systeem moet binnen anderhalf jaar opereren en vacatures, opleidingen, cv’s en arbeidsmarktinfo verzamelen.
De VDAB loopt ook op het vlak van opleidingen met de tijd mee. De professionele toepassingen van de ICT maken deel uit van het curriculum van de VDAB-opleidingsprogramma’s. De hedendaags technologiën worden ook aangewend in nieuwe werkmethodes. Zo zijn er de dertien centra voor Open- en Afstandsleren die diverse opleidingen aanbieden. Open Leren biedt de cursist de infrastructuur (naast traditioneel materiaal, ook pc’s en multimedia) voor het volgen van een individueel leerprogramma. Hij wordt daarbij persoonlijk begeleid door een tutor.
Bij het afstandsleren studeert de cursist thuis of op de werkplek, terwijl hij door de begeleider gevolgd wordt via e-mail, fax of videoconferencing. Verder maakt teleleren het voor cursisten op verschillende plaatsen mogelijk eenzelfde uiteenzeting te volgen door de technische ondersteuning van een satelliet of een ISDN-telefoonlijn. ?We hebben oplossingen moeten zoeken : een werkloze die een cursus volgt, geniet bepaalde sociale voordelen. Maar het is moeilijk te controleren of iemand die niet altijd lijflijk aanwezig is, geen misbruik maakt van de situatie,? zegt Yvan Bostyn, administrateur-generaal bij de VDAB. Hij ziet beide formules in de toekomst aan belang winnen en verwacht dat de zelfbeschikkingscapaciteit van de cursist nog zal toenemen. Maar ook de leeraanbieder zal zijn vaardigheden op een nieuwe manier moeten aanwenden.
Ellen Verleyen
De telewerker heeft zijn werk altijd bij zich.