“Een beladen vlucht”, het rapport van de parlementaire onderzoekscommissie over de Bijlmerramp, is vorige week zelf als een bom ingeslagen in Den Haag.
Politiek Den Haag keek vorige week met enige angst uit naar het rapport van de parlementaire onderzoekscommissie, die zich over de Bijlmerramp (Amsterdam, 4 oktober 1992) had gebogen. Die vrees bleek gegrond. Vooral minister-president Wim Kok (PvdA), minister van Volksgezondheid Els Borst (D66) en minister van Verkeer en Waterstaat Annemarie Jorritsma (VVD) en hun ambtenaren krijgen er in het rapport van langs.
Volgens de onderzoekscommissie bleef Kok in de zes jaar na de ramp te passief. Hij zou geen leiding hebben gegeven aan de afhandeling van de zaak en weinig hebben verricht om de onrust onder de bevolking in het algemeen en die van de Bijlmermeer in het bijzonder weg te nemen.
Borst wordt dezelfde “traagheid en onderschatting” verweten, waardoor de gezondheidsklachten bij de bewoners van de Bijlmermeer nog toenamen. Bovendien zou Borst tijdens haar verhoor een te rooskleurig beeld van haar optreden hebben geschetst.
Jorritsma incasseert de kritiek de Kamer “niet te hebben geïnformeerd waar dat had gemoeten”.
De commissie meent dat het kabinet de Tweede Kamer een aantal keer “onduidelijk, onvolledig, ontijdig of onjuist” heeft geïnformeerd. Zo kon de commissie in een half jaar tijd wel de vrachtpapieren van de verongelukte Boeing opduikelen; het kabinet probeerde dat zes jaar lang vergeefs.
Het rapport lag amper koud op de mat of Kok (die in de afgelopen jaren al meermaals heeft laten zien dat kritiek het enige is waar hij vlot op reageert) koos voor de tegenaanval. In een verloren uurtje, voor hij op het vliegtuig naar de Verenigde Staten stapte om daar zijn speech voor de Navo te geven, beweerde hij dat hij de boel niet had kunnen coördineren omdat zijn ministerie van Algemene Zaken “daarvoor veel te klein is”. Op de opmerking dat hij nog altijd zijn ministers op een verloren vrijdagmiddag had kunnen verzamelen, en iemand de leiding toevertrouwen, wenste de premier niet in te gaan. Liever liet hij noteren dat hij zich vragen stelde over “de verhoudingen tussen de conclusies en de inhoud van het rapport”. Ook zijn vice-premier Borst heeft “veel op de conclusies van het rapport aan te merken”.
GEEN BEWIJS VAN EEN COMPLOT
De onderzoekscommissie kon geen enkel bewijs opspitten voor de in totaal 89 complottheorieën, die in de afgelopen jaren een eigen leven waren gaan leiden. Zelfs voor de raadselachtige “mannen in witte pakken” – volgens de meest gangbare theorie Israëlische veiligheidsmensen die de sporen van een geheime militaire lading wilden wegwissen -, vond de commissie geen verklaring. Dus werden de mannen in witte pakken naar het rijk der fabelen verwezen. Evenmin kon de commissie de geruchten over fraude met de vrachtpapieren staven. Kortom, ze kon niet aantonen dat de vracht van de vlucht “iets anders was dan een doodgewone”. Bijgevolg ontzenuwt de commissie de theorie dat het vliegtuig allerlei militaire of anderszins giftige rotzooi vervoerde. Kennelijk was het brandende vliegtuig alleen al giftig genoeg.
De irritatie van de beschuldigde excellenties geeft aan dat ze nog altijd niet onderkennen dat ze de complot- en doofpottheorieën, de onrust en de hysterische verhalen in de media zelf hebben gevoed. En dat ze weigeren in te zien dat hun aan ongeïnteresseerdheid grenzende traagheid neerkwam op een politieke doodzonde. Door de impact van de ramp te onderschatten en passief te reageren op de gezondheidsklachten, gaf het kabinet de indruk dat het de bewoners van de Bijlmermeer niet serieus nam. In de plaats daarvan slenterde het kabinet jarenlang achter de feiten aan. Daardoor sorteert de tegenaanval van de ministers alleen maar een averechts effect. Hoezeer hun argumenten ook de waarheid mogen dienen, de publieke opinie doet ze af als slappe smoesjes.
Als de Tweede Kamer daar straks, midden mei, ook zo over oordeelt, kan ze het kabinet naar huis sturen. Mogelijk echter vinden de parlementsleden dat het toch al bijna heilig verklaarde Paars Twee te veel merites heeft, en bedenken ze zelf een compromis. Vorige week leek het erop dat alleen oppositiepartijen CDA en GroenLinks met het rapport wilden scoren.
Hoe dan ook, met hun minachting voor de commissie, tenslotte een instrument van de Tweede Kamer, maken de drie ministers geen goede beurt. Ook binnen hun eigen partijen doen ze niet bepaald vrolijk over die reacties. En zelfs als de regering het er straks levend van afbrengt, dan zal het tot het einde van haar termijn de regering zijn van de ministers die niet deden wat er van hen verwacht mocht worden, en die dan nog moeilijk tegen kritiek konden ook.
Jan Hazevoet