De in Nederland gekweekte cannabis is veel te sterk, vinden velen. Is de kwalificatie ‘softdrugs’ nog wel op zijn plaats? Bovendien pakt de overheid de illegale kweek van nederwiet zo hard aan dat de georganiseerde misdaad de markt overneemt. En dat maakt het er niet beter op. Komt het dertig jaar oude gedoogbeleid in het gedrang?

‘Ik kreeg hartkloppingen van dat spul. Het voelde niet prettig, veel te stoned.’ Aan het woord is Menno (38), een gelukkig getrouwde geluidstechnicus van een bekend theater in Amsterdam. Menno rookt al sinds zijn zestiende vrijwel dagelijks wat wiet en functioneert daar naar eigen zeggen prima mee. Meestal koopt hij zijn rookwaar in bij een bevriende kweker of koopt hij buitenlandse wiet in de coffeeshop. En als het niet anders kan, dan maar nederwiet. Maar dat is hem, verstokte blower, dus nogal slecht bevallen. Dat van die hartkloppingen kan komen door een hoog THC-percentage, stelt Harald Wychgel, voorlichter van het Nederlandse Trimbosinstituut. ‘THC, tetrahydrocannabinol, de werkzame psychoactieve stof in cannabis, verhoogt de hartslag.’ Het Trimbosinstituut doet aan drugsvoorlichting, maar onderzoekt in opdracht van de overheid ook de actuele situatie op de illegale drugsmarkt. ‘We stellen al jaren een stijging van de THC-percentages vast. In 1999 was dat nog 8,5 %. Uit de laatste twee onderzoeken bleek dat het zich tussen gemiddeld 18 en 20 % stabiliseerde.’ Er is ook nederhasj op de markt, met geschatte THC-percentages van boven de 30 %. Bij de gemiddelde buitenlandse cannabis is dat ten hoogste 7 procent.

Hebben we het bij ‘superwiet’ en ‘nederhasj’ nog wel over softdrugs met een aanvaardbaar risico, zo vroegen politici zich af. Ja, zo bleek uit onderzoek van bijvoorbeeld het universitaire Bongers Instituut. Wegens de simpele vaststelling dat een overdosis THC niet mogelijk lijkt. De gebruiker zal hoogstens in een diepe roes sukkelen en op een gegeven moment weer wakker worden. Dat wil niet zeggen dat de straffe wietsoorten geen nadelige effecten kunnen hebben, maar dan hangt het er vooral van af hoe de gebruiker ermee omgaat. Wychgel: ‘Ik vergelijk het met het drinken van een pintje. Ik kom graag bij mijn schoonouders in België en mag dan heel graag een Westvleteren drinken. Daarvan weet je dat het sterker is dan een gewoon glas bier en je dus rustiger aan moet doen. Er is voorlopig nog geen relatie tussen de sterke wiet en de volksgezondheid vastgesteld.’

Zo pragmatisch stelt niet iedereen het. Zo waarschuwt de Belgische Vereniging voor Alcohol- en andere Drugsproblemen (VAD) op zijn website: ‘Cannabis doet je bloeddruk dalen en zorgt voor een snellere hartslag. Dat kan gevaarlijk zijn voor mensen met hartproblemen. Door een te hoge dosis THC kun je duizelig en misselijk worden en soms zelfs flauwvallen. Dat risico bestaat vooral als je cannabis eet, omdat je dan minder goed kunt inschatten hoeveel THC je binnenkrijgt. Een te hoge dosis THC kan ook een heleboel negatieve gevoelens opwekken, zoals hevige angstgevoelens, paniekaanvallen, neerslachtigheid, rusteloosheid, verwarring en hallucinaties. Die negatieve gevoelens, waardoor je ‘flipt’, kunnen in de dagen of weken nadien weer de kop op steken.’

Zinnige voorlichting. Maar de vraag is of de Vlaamse, jonge blowers die en masse naar Nederlandse coffeeshops trekken om ‘straf spul’ in te kopen, dit wel weten. Uit recent onderzoek van coffeeshops in Terneuzen bleek dat Belgen daar goed zijn voor zestig procent van de omzet, gevolgd door Noord-Fransen met dertig procent.

PLACEBOJOINT

Marcel, eigenaar van coffeeshop Het Leidse Plein in Leiden: ‘De zwaarste wiet met de hoogste percentages THC is vooral bij jonge beginnende blowers erg populair. Die willen meteen het zwaarste van het zwaarste. Terwijl de oudere en meer ervaren blowers die wietsoorten juist vermijden en liever zachte hasj roken.’

Marcel: ‘Er zijn veel coffeeshops die het niet veel uitmaakt wat ze aan wie verkopen. Winst maken is het enige wat telt. Het probleem de laatste tijd is dat mede door het feit dat er heel veel productie naar de Duitse en Belgische markt gaat, er in Nederland soms een krap aanbod is en de prijzen stijgen. Veel coffeeshops zijn minder kieskeurig en kopen dan maar elk spul in wat ze kunnen krijgen. Maakt ze geen reet uit, als ze maar kunnen verkopen.’ De groothandelsprijs van nederwiet steeg het afgelopen jaar dramatisch, zegt een woordvoerder van de Bond van Cannabisdetaillisten: van 2700 tot 3600 euro per kilo. De toegenomen winstmarges maken de nederwiet volgens de branche extra interessant voor criminelen. ‘Daar heeft de overheid zelf voor gezorgd’, stelt sociologe Nicole Maalsté, die net het boek Polderwiet publiceerde en weldra promoveert op de cannabisbranche. Met het gedoogbeleid heeft men onterecht wél de verkoop aan de voordeur van de coffeeshop geregeld, maar niet de bevoorrading aan de achterdeur.

In Nederland leidde de opmars van de straffe wiet tot politieke ophef. Toenmalig minister van Volksgezondheid, Hans Hoogervorst, informeerde eind mei 2006 het Nederlandse parlement over onderzoek naar de sterke wiet. Dat onderzoek, uitgevoerd door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), beloofde de regering al in 2004, nadat er onrust was ontstaan over de ultrasterke nederwiet. Want als ‘uit onderzoek zou blijken dat gebruik van cannabis met een hoog THC-gehalte tot ernstige gezondheidsrisico’s leidt’ moet de regering het beleid aanpassen, stelde Hoogervorst.

Terwijl internationaal drugsbeleid zich louter baseert op moraliteit, was het Nederlandse beleid sinds 1976 tot nu toe vooral zakelijk en nuchter. Hoogervorst wilde dus eerst wetenschappelijke gegevens hebben.

Het RIVM liet 24 mannen in een laboratoriumsituatie marihuana roken met THC-concentraties van 0 % (de placebo-joint), 9,75 %, 16,38 % en 23,12 %. De laatste twee voorbeelden zijn gangbaar bij nederwiet uit de coffeeshops. De twee centrale vragen van het onderzoek waren of een hoger THC-gehalte in cannabis ook tot hogere THC-concentraties in het bloed leidt. En of een hogere inwendige dosis vervolgens leidt tot een toename van nadelige effecten.

De proefkonijnen in het sterk geurende laboratorium gaven aan dat ze normaal gezien een dergelijk sterke joint nooit in één keer zouden oproken. Dat ze dat nu wel deden, leidde wellicht tot een nog sterker verhoogde hartslag. Die was soms stevig, met gemiddeld tot 130 slagen per minuut, soms tot boven de 170 slagen. Een gezond mens kan een versnelling van de hartslag tot zo’n 200 slagen per minuut goed aan. Maar, zoals de VAD ook al aangaf, voor personen met hartklachten, is zo’n snel kloppend hart risicovol. Het gebruik van sterkere cannabis beïnvloedt ook tijdelijk de hersenfuncties sterker. Dat betekent tragere reacties, verminderde concentratie en minder controle over de spierfuncties. Dit zijn acute effecten. Over de effecten van langdurig gebruik van straffe wiet kon dit onderzoek niets zeggen.

De straffe wiet is volgens de experten en de politiek geen reden voor een verandering van het huidige gedoogbeleid. Of toch wél? Want behalve het systematische onderzoek van het Trimbosinstituut is er geen beeld van de kwaliteit van de illegaal gekweekte nederwiet.

DOE MAAR

Eind jaren zeventig zong de succesvolle popgroep Doe Maar nog vertederend over de ‘neder-wiedewiedewiet’. Inmiddels heeft de bloeiende wietsector weinig meer met vredelievende hippies te maken, maar eerder met een maatschappelijke onderklasse en het motto ‘grof geld verdienen met weinig werken’. De tevreden roker van weleer (die geen onruststoker was, elitair en progressief) is nu in de minderheid.

In nog geen tien jaar is de nederwietsector dermate geprofessionaliseerd dat de buitenlandse cannabis veel minder verkocht wordt. Sterk en heftig spul, zo vraagt de gedemocratiseerde blowersmarkt nu. Via veredeling kwamen er kleinere planten – zo passen er meer op een vierkante meter – met méér THC.

Zoals met elke illegale markt lopen de schattingen over de omzet van de nederwietkweek uiteen van anderhalf tot vier miljard euro per jaar. In Nederland wordt naar schatting een miljoen kilo wiet geproduceerd, waarvan het merendeel in Limburg en Brabant.

De Nederlandse criminoloog Frank Bovenkerk publiceerde enkele jaren geleden studies waarbij hij aantoonde dat de teelt van cannabis door de autoriteiten zo veronachtzaamd was dat het interessant werd als ‘opstapje’ voor criminele groepen. Met de teelt konden ze startkapitaal verdienen om vervolgens te investeren in nog veel lucratievere business. In sommige plaatsen had de ontwikkeling geleid tot verloedering van achterstandswijken. Hele groepen mensen verdienden daar, al dan niet in opdracht van groeperingen, hun geld met nederwiet. Toen ging de Nederlandse overheid plots de teelt weer keihard aanpakken.

Het gevolg was onder andere dat veel kleine kwekers ermee ophielden en de criminele organisaties inventiever werden. Ze steken bijvoorbeeld de grens met België of Duitsland over.

In 2004 werden er in België 413 plantages opgerold, bijna vier keer meer dan in 2000. Criminoloog Brice De Ruyver zei toen in De Telegraaf : ‘Die organisaties zetten hier zelf een plantage op of laten dat doen door een onderaannemer. U moet de handelsgeest van de Nederlanders niet onderschatten.’

Het Nederlandse beleid gedoogt wél de verkoop van cannabis via de voordeur (maximaal 5 gram per klant), maar niet levering die via de achterdeur binnenkomt. Er is nu dus geen controle op de kwaliteit. En zo ontstaan er andere problemen. Al jaren worden in wiet residuen vastgesteld van pesticiden, groeibevorderaars, maar ook middelen als haarlak en ammoniak. Een weinig gezonde cocktail van additieven.

Harald Wychgel: ‘Het Trimbosinstituut deed vijf jaar geleden al onderzoek naar de aanwezigheid van bestrijdingsmiddelen in cannabis. In 50 % van de samples vonden we inderdaad residuen van die middelen, waarvan sommige alleen toegelaten voor de bloemsierteelt en verboden bij producten voor menselijke consumptie. Maar het bleek om zulke lage concentraties te gaan dat het toch géén risico voor de volksgezondheid inhield.’

Maar recent doken er weer onrustwekkende geluiden uit de coffeeshopbranche op over allerlei middelen en poeders die worden toegevoegd aan de geoogste nederwiet: naast de genoemde stoffen ook zetmeelachtige stoffen, suikers en zelfs cementpoeder. Doel: de wiettoppen een vettige aanblik geven, hetgeen wijst op een hoge THC-concentratie en de wiet ook letterlijk zwaarder maken. De kweker verkoopt zijn oogst immers per gewicht. Wychgel: ‘Ons onderzoek naar deze hardnekkige geruchten is onlangs van start gegaan. Dit voorbeeld illustreert waarom veel onderzoekers vanuit het oogpunt van de volksgezondheid voor het reguleren van de distributie zijn.’

Daar is Marc Josemans, eigenaar van coffeeshop Easy Going in Maastricht, het volmondig mee eens. Josemans presenteerde recent een manifest waarin hij pleit voor het reguleren van de kweek. Hij wil – net als een meerderheid van het parlement – een aantal experimenten waarbij enkele kwekers een vergunning krijgen om aan coffeeshops in hun gemeente te leveren. ‘Dan behoort een vanuit het oogpunt van de volksgezondheid noodzakelijke kwaliteitscontrole bij de wietteelt tot de mogelijkheden.’

Ook CDA-burgemeester Gerd Leers uit Maastricht bepleitte zo’n experiment, maar dat bleek politiek onhaalbaar. De autoriteiten pakken juist de kwekers, die in gewone wijken soms voor overlast zorgen, harder aan. Josemans: ‘We zien dat steeds vaker het belang van de volksgezondheid overschaduwd wordt door het justitieel belang, hetgeen niet de bedoeling was van de Opiumwetgever in 1976. Steeds vaker bewerken winstbeluste handelaren wiet met onbekende producten om het gewicht van de wiet te verhogen.’

Ook in Nederland heeft pragmatisme en nuchterheid zijn grenzen. Daarmee zit het gedoogbeleid op een kruispunt: of uitbreiden of terugdraaien.

DOOR HANS VAN SCHAREN

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content