‘Straks ga ik zelf nog geloven dat hier niet te leven valt’

© FRANKY VERDICKT

In de nasleep van de arrestatie van terreurverdachte Salah Abdeslam komen de frustraties in Sint-Jans-Molenbeek naar boven. ‘Alsof wij het oké zouden vinden dat zo’n terrorist hier in ons midden woont.’ En Abdeslam? ‘Salah was altijd een meeloper.’

Zondagmiddag, hartje Molenbeek. Zoals elke dag voltrekt zich een verkeersinfarct in de straten rond de Steenweg op Gent, de befaamde winkelstraat waar zowat half Brussel zijn kleren haalt. Glimmende terreinwagens en gammele roestbakken kruipen door de smalle straatjes. Er wordt gescholden en geclaxonneerd. Ook in de Vierwindenstraat, sinds vorige vrijdag de beruchtste straat van Brussel, hobbelen de auto’s tussen de dubbel geparkeerde wagens door. Hier, ter hoogte van nummer 79, werd na een kort maar hevig vuurgevecht de meest gezochte man van het continent opgepakt. Tussen de algemene bouwval van de huizen valt het nauwelijks op dat de ramen op de begane grond dichtgespijkerd zijn. Reporters uit de hele wereld lichten hun publiek in over de ‘jihadhoofstad van Europa’. De automobilisten keuren hen geen blik waardig.

Buurtbewoners en voorbijgangers hullen zich in stilte. Wanneer de naam ‘Salah’ valt, verstrakken de gezichten en valt het gesprek stil. La’arf, je ne sais rien, ne znam nista. Er is geen gemeente waar de bewoners je in meer talen kunnen uitdrukken dat ze van niets weten. Een van de weinigen die over de gebeurtenissen van vrijdag willen spreken, is Samira (32), die een tiental plastic zakken vol etenswaren voorbij het onderduikadres sleurt. Ze woont in de Zeepziederijstraat, de zijstraat waar de veelbesproken pizza werd afgeleverd waardoor Abdeslams gsm-signaal getraceerd kon worden. Vrijdag was een traumatiserende ervaring, vertelt ze. ‘Mijn dochtertje heeft uren vastgezeten in het schooltje hier om de hoek. Ze huilde toen ik haar ’s avonds laat eindelijk terugzag. Mama, we zitten in een politiefilm, zei ze me.’ Het machtsvertoon van de interventieteams vond ze overdreven. ‘Ik begrijp dat de politie haar werk moet doen en dat die Abdeslam een gevaarlijke man is, maar moet je daarvoor echt de hele buurt tot oorlogszone uitroepen? Al die cinema, dat is toch nergens goed voor? Straks ga ik zelf nog geloven dat hier niet te leven valt.’

Veel Molenbekenaren zijn gefrustreerd door de negatieve media-aandacht. De suggestie dat de hele wijk wist waar Salah Abdeslam uithing, maakt de mensen kregelig. ‘Alsof wij het oké zouden vinden dat zo’n terrorist hier in ons midden woont’, vertelt Mehdi (36). ‘Journalisten moeten ophouden met zulke onzin te schrijven. Dat zorgt alleen maar voor polarisatie.’ Maar bij de niet-Arabischtalige inwoners zorgen de geruchten voor wantrouwen. ‘Ik vertrouw niemand meer’, zegt Tonino (42), een ingeweken Sardinees die langs de Steenweg op Gent een kleine wafelkraam openhoudt. Zijn Belgische wafels zijn zowat het laatste spoor van Belgische cuisine dat hier nog te vinden is. Hij heeft het gehad met Molenbeek, zegt hij. ‘Ik vind het niet normaal hoe mensen hier met elkaar omgaan. Wat hier gebeurt, is geen solidariteit. Het is pure omerta.’

Escobar in Molenbeek

De plaatselijke imam heeft geen zin om met de pers te praten. ‘Wend u tot mevrouw Schepmans (de MR-burgemeester van Sint-Jans-Molenbeek, nvdr.). Ik heb mijn hoeveelheid journalisten al gehad.’ In de Tadamoune-moskee lopen we Ahmed (28) tegen het lijf, een jongeman met een kaalgeschoren hoofd, capuchon en flashy sportschoenen. De moskee ligt achter een kleine binnenplaats in een sjofel huizenblok, waar met enige bricolage een schoenenrek voor de moskeegangers is opgetrokken. In tegenstelling tot de imam wil Ahmed ons graag meer vertellen, op voorhand dat hij eerst kan gaan bidden. ‘Ik ben nog maar een dikke maand praktiserend moslim’, glimlacht hij verontschuldigend, terwijl hij gauw zijn schoenen uittrekt. ‘Ik sla voorlopig nog geen beurten over.’ Een kwartier later komt hij stralend weer buiten. ‘Eigenlijk ben ik beginnen te bidden dankzij Salah Abdeslam’, vertelt hij ons, wanneer hij ons meetroont door het vastgelopen verkeer rond de metrohalte. ‘Hij heeft me doen inzien dat ik moest uitzoeken hoe ik een goede moslim kan zijn. Wat hij gedaan heeft, heeft niets met de islam te maken.’

Ook Ahmed is geschokt door wat er de voorbije maanden gebeurd is. ‘Salah Abdeslam, Abdelhamid Abaaoud, Hamza Attouh (de man die Salah Abdeslam na de aanslagen in Parijs oppikte en terug naar Brussel voerde, nvdr.): ik kende ze allemaal. We hingen vaak rond hier in de buurt. We gingen uit, rookten joints, haalden kattenkwaad uit.’ Molenbeek is tegelijk een dorp en een grootstad, legt Ahmed uit. Voor wie dat wil, is er anonimiteit. Maar binnen de Marokkaanse gemeenschap kent zowat iedereen iedereen. Dat gold ook voor Abdeslam en Abaaoud, zegt Ahmed. ‘Ze genoten aanzien bij de Molenbeekse jeugd. Ze hadden schijt aan alles. Ze dealden, blowden, verdienden goed geld, en waren niet beschaamd om dat te tonen. Dat is aantrekkelijk voor veel jongeren hier, die vaak niet weten waar ze heen moeten met hun leven. Vergelijk het met een figuur zoals Pablo Escobar. Voor ons is dat een drugsbaron, een crimineel en een massamoordenaar. Maar voor veel van zijn landgenoten is hij een held.’

‘Eigenlijk praatte hij alleen over de nieuwste ladingen drugs die hij gekocht had. Hij reisde voortdurend af en aan naar Nederland om een voorraad in te slaan en hier te verkopen.’ Ahmed noemt zijn omgang met de latere aanslagplegers een moment van zwakte. ‘Ik ging door een moeilijke periode. Ik had een depressie, ik was ontslagen op mijn werk, mijn vriendin was bij me weggegaan. Abdeslam en zijn maten vingen me op. Ze hebben me het nachtleven in gesleurd. Ze zijn zelfs voor mij op zoek gegaan naar een nieuwe vriendin. (lacht) Ze hebben nooit iemand gevonden.’

Ahmed brak met Abdeslam toen die zich bekeerde tot de radicale islam, en hij samen met Abaaoud in de wijk begon te rekruteren. ‘Via een vriend informeerden ze of ik geïnteresseerd was om naar het buitenland te trekken. Ik kreeg de keuze: Nigeria, Mali of Somalië. Wat later kwam daar ook Syrië bij. Ze beloofden dat zij voor alles zouden zorgen.’ De groep rond Salah was in enkele maanden helemaal veranderd, vertelt ook Mehdi (26), een kameraad van Ahmed die erbij is komen zitten. ‘Het leek wel alsof ze plots weer een doel hadden in hun leven. Voordien was het een zootje ongeregeld, maar plots waren ze georganiseerd, voortdurend in de weer om mensen voor zich te winnen. Veel jongeren begonnen als een bezetene te fitnessen, om zich klaar te maken voor de strijd. Velen van hen zijn naar Syrië getrokken.’ Ahmed en Mehdi zijn ervan overtuigd dat Abdeslam nog altijd heel wat sympathisanten heeft in de buurt. ‘Ze zijn bijzonder vastberaden. Zijn kameraden zijn bereid een kogel op te vangen om hem te beschermen.’

Salah Abdeslam is een slachtoffer van het gebrek aan toekomstperspectief waarmee veel jongeren in de buurt worstelen, klinkt het hier. ‘Ik veroordeel wat hij gedaan heeft en ik hoop dat hij gestraft wordt voor wat hij gedaan heeft, maar ik weiger te geloven dat hij de topterrorist is die we er nu van maken. Salah was altijd een meeloper. Een zielig figuur zonder persoonlijkheid. Un p’tit crevette.’ Het is het verhaal van veel jongeren, vertelt Ahmed, die vaak geen idee hebben wat ze met hun leven aan moeten. Vooral de jonge stamgasten vertellen dat ze gefrustreerd zijn door de situatie. Kop van Jut is de voormalige PS-burgemeester Philippe Moureaux, die de gemeente van 1993 tot 2012 bestuurde. ‘Wat heeft zo’n Moureaux hier al die jaren uitgevreten?’ zegt Mehdi. ‘Je vindt hier alleen werk als postbode of vrachtwagenchauffeur. Bijna de helft van de jongeren hier heeft niet eens een diploma. De buurt is vergeven van de drugscafés. Zelfs in Marokko heeft Molenbeek ondertussen een slechte reputatie. Als ik in Marokko ben en ik zeg daar dat ik in Molenbeek woon, kijken de mensen me vol medelijden aan. Alsof ik in een derdewereldland woon.’

Grove borstel

Tegen valavond slaat de sfeer om. Weg zijn verkeersinfarct en rondkuierende winkelaars. Wie nog op straat rondloopt, houdt de pas erin. Op de pleintjes rond de Henegouwenkaai wordt het journaille op argwaan onthaald. Zelfs de prille tieners steken hun afkeer voor de media niet onder stoelen of banken. Het zijn klootzakken die liegen over Molenbeek, meneer, allemaal hoerenzonen die betaald worden door zionisten. Na enkele minuten krijgen we stokken in onze richting geslingerd. ‘Ik raad u aan hier niet te lang te blijven’, zegt Malik (30), een stadswacht op ronde. ‘Sommige gasten houden niet van pottenkijkers.’

Malik neemt ons graag mee op zijn route. Hij doet zijn werk niet uit idealisme of engagement, zegt hij. ‘Het is ondankbaar werk. Je ziet alles, maar je kunt bijna nooit iets doen. Ik zou veel liever bij de politie gaan, maar ik raak nooit door het toelatingsexamen.’ Als stadswacht doet hij alle sociale woonblokken in de buurt aan. De taferelen zijn vaak hallucinant, zucht hij. ‘Armoede, verwaarlozing, uitzichtloosheid. Zwerfafval tot aan het plafond. Jongetjes van twaalf die joints roken in traphallen.’

Ook Malik kende Salah Abdeslam toen die nog graag de bloemetjes buitenzette. ‘Ik kwam hem weleens tegen tijdens het uitgaan. Het was een bon vivant: bijna voortdurend beschonken, luidruchtig, altijd bezig met de meisjes. Ik kan me niet voorstellen dat hij ooit in Allah heeft geloofd.’ Toch is hij niet verbaasd dat het zo is misgelopen met de buurjongen van weleer. ‘Salah Abdeslam is het resultaat van hoe de politieke wereld met Molenbeek is omgesprongen’, zegt hij, terwijl we over de Hertogin van Brabantplaats wandelen. Bij valavond is het plein nagenoeg verlaten. In het licht van de lantaarnpalen glinsteren de scherven van vers ingeslagen autoruiten. ‘Dit is een plein met veel criminaliteit. Er is drugshandel, vandalisme, er zijn geregeld vechtpartijen. En toch hangt er op het hele plein maar één bewakingscamera. In Vlaanderen zouden ze zo’n plein vol camera’s hangen. Maar hier gebeurt dat allemaal niet. Dat gaat er bij mij gewoon niet in.’

Voor Malik mag er gerust wat harder opgetreden worden. Molenbeek mag gerust opgekuist worden, zoals minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) na de aanslagen in Parijs liet optekenen. Met een grove borstel graag. ‘Het stadsbestuur zou zo snel mogelijk een samenscholingsverbod moeten invoeren’, vindt hij. ‘Vanaf tien uur is er geen enkele goede reden om nog in groepjes rond te hangen op straat. Het is een dekmantel voor drugshandel en allerlei criminaliteit. Mensen moeten beseffen dat je in België niet met z’n allen tot ver in de nacht op straat blijft rondhangen. Dit is Bagdad niet.’

Van de politieke wereld verwacht Malik al lang geen heil meer. ‘Het zijn al decennialang dezelfde idioten die de boel laten verkommeren. Schepmans woont in een chique buurt, die trekt zich niets aan van onze miserie. Kan die Bart De Wever (N-VA) van jullie niet naar hier komen? Wie weet kan die hier orde op zaken stellen.’

DOOR JEROEN ZUALLAERT, FOTO’S FRANKY VERDICKT

‘Kan die Bart De Wever van jullie niet naar hier komen? Wie weet kan die hier orde op zaken stellen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content