De Israëlische regering zet een nieuw wapen in tegen betogers bij de omstreden afscheidingsmuur.
De Palestijnse, Israëlische en buitenlandse vredesactivisten die iedere vrijdag bij het Palestijnse dorpje Bilin tegen de Israëlische afscheidingsmuur protesteren, waren voorbereid op de rubberkogels en het traangas van de Israëlische grenspolitie. Dat was de routine. Totdat enkele weken geleden een voertuig met een waterkanon opdook en een gele vloeistof op de demonstranten spoot. Binnen enkele seconden verspreidde zich een walgelijke geur, een kruising tussen rottende kadavers en ongewassen sokken. Volgens sommigen was het alsof je met je hoofd naar beneden in een beerput dook. De bezoekers sloegen kotsend op de vlucht. Einde demonstratie.
‘Het stinkdier’, zoals dit nieuwe Israëlische wapen tegen demonstranten is gedoopt, werd door de Israëlische grenspolitie ontwikkeld na analyse van de stof die stinkdieren op hun slachtoffers sproeien. Het succes van het wapen, dat ongevaarlijk en organisch is – je kunt de vloeistof zelfs drinken – ligt in de afschrikking. Niemand wil naar een riool stinken. Het stinkdier is volgens uitvinder David Ben Harosh een tussenstap tussen ‘waarschuwen’ en ‘schieten’.
Al die stank leidt de aandacht af van het werkelijke probleem: de afscheidingsmuur in de Palestijnse gebieden. Deze constructie van stalen en betonnen muren en hekken, die 725 kilometer moet gaan tellen en door het Internationaal Gerechtshof in 2004 al in strijd met het internationale recht werd verklaard, loopt op sommige gedeelten dwars door Palestijns land en scheidt de Palestijnse inwoners niet van Israël maar van hun eigen landbouwgrond. De Bagats, het Israëlische hooggerechtshof, besliste vorig jaar dat de muur die over Bilins grond loopt verplaatst moest worden. Maar de bouw ging gewoon voort en tot overmaat van ramp wordt er nu mét de toestemming van het hof op diezelfde grond een Joodse nederzetting gevestigd. De bewoners zijn woedend en de demonstraties worden grimmiger.
Israëls sterke arm heeft bij zijn optreden tegen de betogers al heel wat flaters geslagen. Bekend zijn tientallen incidenten waarbij demonstranten – onder wie de vicevoorzitter van het Europees Parlement Luisa Morgantini – door rubberkogels gewond raakten. Maar de druppel die de emmer deed overlopen was een videofilmpje dat in juli dit jaar het nieuws haalde. Daarin was te zien hoe een geblinddoekte en geboeide Palestijnse demonstrant door een Israëlische commandant wordt vastgehouden, terwijl een soldaat hem van dichtbij in zijn voet schiet. Het stinkdier heeft nu de twijfelachtige eer om de reputatie van de politie op te krikken.
Israëlische mensenrechtenorganisaties zijn sceptisch over het wapen. Het stinkdier is slechts gemaakt om angst te zaaien onder geweldloze burgers, is hun klacht. Als het de huid van het slachtoffer penetreert, blijft de geur dagenlang hangen. Wassen helpt niet. Slachtoffers worden paria’s, want niemand wil nog in hun buurt komen. Inmiddels worden de demonstraties niet minder gevaarlijk, want het stinkdier wordt als aanvulling op de meer conventionele wapens gebruikt. Zolang de bouw van de muur en de nederzettingen niet wordt gestaakt, demonstreren de vredesactivisten voort. Maar nu wel in ‘antistinkdier’ plastic vuilniszakken.
Simonne Korkus