Nog maar pas hadden wij hier verteld dat Walter Pauli, getroffen door het plotse huwelijk van Mia De Schamphelaere, vreemde standpunten begon in te nemen in zijn column ‘Pauli’s Pen’, of hij pleitte zowaar de opheffing van het cordon sanitaire. En de afschaffing van het migrantenstemrecht. ‘A la guerre comme à la guerre‘, veegde Walter alle eventuele tegenkanting van tafel, ‘vanuit de meerderheid hebben we het Blok niet kunnen fnuiken, we gaan het vanuit de oppositie doen. En het ethisch principe dan? Foert!’
Dat schrijft de adjunct-hoofdredacteur van De Morgen. Foert met het ethisch principe. Waar is de tijd dat Walter de ‘Prijs van de Democratie’ toekende aan Karel De Gucht, die de Vlaams Blokkers mestkevers had genoemd. Later verketterde hij diezelfde De Gucht, omdat hij tegen het migrantenstemrecht was. Eigenlijk was Karel voor, maar zijn partij was tegen, en dus was hij tegen. En geeft Walter hem ondertussen gelijk. Hoewel nee, wacht, dat klopt niet, want Karel was voor, en Pauli is nu tegen… Enfin, wij weten het niet meer.
Wat wij wel weten, is dat Walter een klap van de molen heeft gekregen. Of van de ‘schamphel’. Het kan geen toeval zijn dat het ethisch principe, waartegen hij foert zegt, net het handelsmerk is van Mia. En u weet dat Walter nooit meer de oude is geweest, nadat hij van Mia had gezien wat van Mia nimmer was gezien. ‘Ge moogt daar allemaal een puntje aan zuigen’, keerde hij euforisch op onze redactie terug, waarna hij zijn ontslag nam en opnieuw voor De Morgen ging werken. Eerste grote zaterdagreportage: Mia. Toen aan het licht kwam dat ze Walter van Het Volk (Clippeleyr) verkoos boven Walter van De Morgen (Pauli), tuimelde deze laatste in een diepe depressie. De eerste trouwens ook, maar om andere redenen.
Nemen we nu ‘Pauli’s Pen’, waarin gepleit wordt voor de afschaffing van het cordon sanitaire, en bladeren we in dezelfde krant enkele bladzijden verder, naar de rubriek ‘Intercity, dagelijkse berichtgeving uit de grootsteden’. Grote kop: ‘Brussel start zelfhulpgroep voor seksverslaafden’. Wij lezen: ‘Initiatiefnemer Walter (45), ooit zelf een seksverslaafde, hoopt dat ook in Brussel verslaafden de stap naar de hulpverlening durven te zetten. Want wie seksverslaafd is, verliest de controle over zijn leven.’
Men moet niet al te zeer in de materie ingewerkt zijn, om te begrijpen welke Walter hier aan het woord is. Een tip: het is niet Walter Clippeleyr, want die is de 45 al een tijdje gepasseerd en is bovendien niet bepaald een ‘anonieme’ seksverslaafde. Heel Sint-Niklaas weet het. Walter is al vier keer getrouwd, heeft zeventien kinderen, en wie De Schamphelaere plat krijgt, moet goeie marchandise in huis hebben. Zoals George Best vroeger zei: ‘Ze hebben mij geweigerd bij de Anonieme Alcoholiekers, omdat ik maar aan één van hun twee criteria voldeed.’
Maar Walter Pauli is wél 45! En beantwoordt ook voor de rest volledig aan het geschetste profiel. In de laatste paragraaf van de reportage over zijn zelfhulpgroep zegt hij het volgende: ‘We willen op onze vergaderingen geen schunnige of prikkelende taal, en geen plaatsaanduidingen. Want als iemand de hele tijd spreekt van een spannende ervaring in de Stationsstraat 15, zou iedereen na afloop van de vergadering meteen naar ginder rijden.’
Wij citeren het letterlijk. U zou nu kunnen denken dat dit een onschuldig voorbeeld is. Dat er net zo goed ‘Dorpsstraat 5’ had kunnen staan. Maar dan kent u Walter Pauli niet. Reken maar dat er ergens in dit land, in een Stationsstraat 15, zaken gebeuren, die niet door de beugel van het fatsoen kunnen. Dat niemand verbaasd opkijkt indien zou blijken dat het kersverse echtpaar Clippeleyr-de Schampheleyr een knus optrekje heeft gevonden in de Stationsstraat 15. A la guerre comme à la guerre, en tussen Walter I en Walter II ís het la guerre. Het is dat Walter I gezien zijn functie, zowel in De Morgen als in de zelfhulpgroep, zijn anonimiteit moet vrijwaren, of hij daagde Walter II uit voor een duel bij zonsopgang op de Grote Markt van Sint-Niklaas.
Naast volledige katernen over wielrennen en politiek, naast pikante privé-correspondentie met gecoöpteerde senatoren, naast spitante columns en verweer tegen woedende reacties op deze spitante columns, en naast met schuilnamen ondertekende bijdragen in de lezersrubriek, kruist Walter in de culinaire bijlage ‘Al Dente’ ook nog geregeld couteau en fourchette met Yves Desmette.
Voor ons ligt een tekst met als kop: ‘Lekker stuk’. Een dubbele bodem, waar we ondertussen geen uitleg meer bij hoeven te geven. ‘Zijn de beste restaurants ook de lekkerste?’, gooit Walter een heikel discussiepunt in de groep. Wij zouden zeggen van ja, maar volgens Walter is het nee. ‘Ik ben een omnivoor,’ legt hij uit, ‘groot liefhebber van alles. Frans, Spaans, Marokkaans, Chinees, Italiaans, Japans, Turks, Scandinavisch, Duits, Edegems… het gaat er allemaal in. Ik hou van wijn en whisky, maar ook van limonade. Welke groenten zijn lekkerder dan nieuwe aardappels? Dan winters witloof? Dan verse zomerkruiden om de paling in het groen te begeleiden? Maar wat kosten patatjes? Of zurkel? Goed, grijze garnalen zijn relatief duur, zeker vergeleken bij roze, maar tomaat-garnaal is niet half zo prijzig als een gerecht met kreeft. En proef eens aan zo’n verse, zelfgepelde Noordzee-garnaal. Is de pure smaak ervan echt minder dan die van kreeft?’
Pauli prijst ons kaviaar met aardappelen aan, en truffels met een ei! Wij voorspellen één ding: als Walter ook dit jaar naar de Tour trekt, is hij de eerste die tegen de dopinglamp loopt.
Koen Meulenaere