Ingrid Van Daele
Ingrid Van Daele Ingrid Van Daele is redacteur bij Knack

Een oproep van Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk om het Stabiliteitspact te versoepelen, kan België in de problemen brengen.

Op 21 mei 2004 publiceerden de ministers van Financiën van het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Duitsland een opmerkelijke column in de Financial Times. Gezamenlijk riepen ze op om het Stabiliteitspact van de eurozone te versoepelen. Het drietal vindt dat het pact ‘bij de evaluatie van de nationale overheidsfinanciën rekening moet houden met cyclische en structurele voorwaarden in elke lidstaat’. Frankrijk en Duitsland ontsnapten onlangs aan superboetes omdat ze het Stabiliteitspact drie keer op rij met voeten traden: hun begrotingstekort lag hoger dan de maximale 3 procent. Duitsland dreigt de regel zelfs een vierde keer te overtreden. Het Verenigd Koninkrijk, dat helemaal niet tot de eurozone behoorde, wilde met de brief zijn gewicht mee in de schaal werpen.

Moet het Stabiliteitspact dan onderuit? Helemaal niet. Het belang van het Pact ontkennen de drie zeker niet. Het toezicht van het Stabiliteitspact heeft duidelijk gemaakt dat lidstaten ‘geëngageerd zijn om zichzelf een financiële discipline op te leggen’. Bovendien heeft het de lidstaten ‘aangemoedigd om hun financiële positie transparanter te maken’. Regels zijn noodzakelijk, zo klonk het in de brief, maar een gemeenschappelijk kader volstaat niet. ‘De nationale regeringen blijven verantwoordelijk voor hun financiële politiek. Die verantwoordelijkheid dragen ze ten aanzien van hun medeburgers.’

Maar wat rest er dan nog van het Stabiliteitspact, als elke lidstaat zelf zijn verantwoordelijkheid draagt? Afdwingbaar lijken de regels alvast niet, aangezien Frankrijk noch Duitsland werden gestraft. Maar nu de drie grote landen ook nog een ‘pragmatische’ interpretatie opeisen, staat de waarde van het pact wel helemaal op losse schroeven. Volgens sommigen sturen de drie aan op een verschuiving van het accent op het begrotingstekort naar een focus op de staatsschuld. ‘We moeten ons richten op de lange termijn’ zo klinkt het, ‘de schuldgraad, duurzame afspraken voor pensioenen en de gezondheidszorg, en een verbeterde kwaliteit van de overheidsfinanciën’. Een Italiaanse krant wees er al op dat Italië de koploper is wat de staatsschuld betreft. De schuld bedraagt 106 procent van het bruto binnenlands product – 60 procent is het maximum. In België loopt de overheidsschuld op tot 100 procent van het bbp. Is dat een gevaar voor de economische stabiliteit van de eurozone? Het woord is aan de drie grootmachten.

Ingrid Van Daele

De Grote Drie zetten het Stabiliteitspact nu wel helemaal op de helling.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content