Heel wat Vlaamse jongeren zijn geabonneerd op YouTube-kanalen van gamers en vlotte babbelaars. Vaak zijn dat Nederlanders met een eigen taalgebruik. En dus horen Vlaamse ouders ineens dat ze ‘hun bek moete houwen’.
Hebt u al van Enzo Knol gehoord? Als u ouder bent dan twintig, is die kans vrij klein. Maar ruim een miljoen Nederlandse en Vlaamse jongeren volgen dagelijks de avonturen van de jonge Nederlander op YouTube. Hij is daarmee een van de populairste ‘vloggers’ van de Lage Landen: elke dag om 16.00 uur zet hij een vlog (videobericht) op YouTube over wat hij zoal meemaakt. Van kippenburgers eten tot een dag in een tropisch zwemparadijs. En om 19.00 uur post hij een filmpje over de populaire game Minecraft. Een paar keer doorklikken verklaart meteen de populariteit van Knol (die ook een boek uit heeft, Knolpower): hij is spontaan en weet aan heel dagelijkse dingen – maar ook zware onderwerpen zoals pesten – een fijne draai te geven.
Ook de tienerzonen van Nathalie Dervaux zijn eraan verslingerd, vertelt de Vlaamse moeder van twee. ‘Elke dag na school kijken ze naar zijn vlog, en nadien vertellen ze er vaak over. Als ik hen een opmerking geef, krijg ik soms te horen dat ik ongelijk heb omdat Enzo Knol iets anders zegt. Alsof hij een soort goeroe is. Mijn oudste zoon heeft zijn haarsnit zelfs veranderd om meer op hem te lijken. En de jongste is met een eigen YouTube-kanaal begonnen, in de hoop er ook ooit van te kunnen leven, net als Enzo Knol.’
Knol introduceert niet alleen alledaagse en moeilijke thema’s in Vlaamse huiskamers, maar ook zijn typische ‘Hollandse’ tongval, aldus Dervaux. ‘Soms hoor ik mijn zonen ineens “hou je bek” zeggen. Zij bedoelen dat heel normaal, maar voor ons klinkt dat cru. En soms zijn er ook echt grove woorden bij, à la “kutwijf”. Dat sluipt binnen in hun taal, en zij voelen niet aan hoe grof dat overkomt. Hun grens ligt veel verder dan de onze. Al heeft het ook positieve effecten: ze kennen ineens veel meer synoniemen voor bepaalde woorden en ze experimenteren meer. Er ontstaat een soort “regelloosheid” in hun taal. Ze trekken bijvoorbeeld allerlei woorden samen. Die taalveranderingen zijn best interessant. Maar soms duiken ze bijvoorbeeld ook op in een opstel voor school, wat door de leerkracht niet altijd wordt geapprecieerd.’ Vlaamse ouders zitten met de handen in het haar: hoe voorkom ik dat mijn zoon of dochter praat – en vloekt – zoals een Ollander? Dervaux blijft er rustig onder. ‘Ik spreek hen er af en toe over aan, maar het past nu eenmaal bij de sociale groep waartoe ze willen behoren. We zijn ook jong geweest, dit waait wel over.’
Onbewust aanpassen
Volgens taalkundige Freek Van de Velde (KU Leuven), die onder meer gespecialiseerd is in variatielinguïstiek, is het heel normaal dat jongeren woorden, grammaticale constructies en zelfs uitspraak overnemen van een YouTube-held. ‘Taal verandert altijd door contact met anderen. In de middeleeuwen zijn er bijvoorbeeld door de volksverhuizingen heel grote taalverschuivingen geweest. En ook nu zie je veranderingen, door migratie, maar ook door populaire televisieprogramma’s. Of ja, door vlogs.’ Al gebeuren die veranderingen meestal onbewust. ‘Jongeren zullen niet opzettelijk “kutwijf” gaan zeggen omdat zo’n YouTube-held dat ook doet. Die nieuwe woorden en constructies sluipen soms binnen in hun taal zonder dat ze zich daarvan bewust zijn. Mensen hebben een enorm vermogen om zich aan te passen aan hun gesprekspartner. Of in dit geval, aan de persoon naar wie ze veel kijken en luisteren.’
Over gevolgen op de lange termijn hoeven Nathalie Dervaux en andere ouders zich niet te veel zorgen te maken, zegt Van de Velde. De effecten van een opvallende woordenschat worden meestal overschat. ‘Vroeger dachten we dat die lexicale taalveranderingen blijvend zouden zijn, zoals dat voor uitspraakvarianten of grammatica het geval is. Maar uit recent onderzoek blijkt dat lang niet altijd het geval. Denk maar aan Van Kooten en De Bie, de Nederlandse tv-fenomenen die een flinke stempel op onze taal drukten. Een generatie later is die bijna volledig uitgewist. Bovendien is er ook nog wat sociolinguïsten age grading noemen. Jongeren pikken heel snel taalvernieuwingen op, denk maar aan het voorvoegsel kei-. Maar zodra ze ouder worden, raken ze die ook weer kwijt. Omdat ze andere mensen ontmoeten, in nieuwe omgevingen komen. Dus ja, ook het scabreuze taalgebruik in die YouTube-filmpjes waait wellicht vanzelf weer over. Al wil dat niet zeggen dat ze zullen stoppen met vloeken. Ze zullen het alleen in andere termen doen.’
DOOR STEFANIE VAN DEN BROECK, ILLUSTRATIE BART SCHOOFS
‘Van Kooten en De Bie hebben ook een flinke stempel op onze taal gedrukt. Een generatie later is die bijna volledig uitgewist.’