Op 7 mei gaat een gloednieuw museum open: Sportimonium.

www.sportimonium.be

Sportimonium is een neologisme dat verwijst naar het patrimonium van de sport: sport als levend erfgoed dus. Ook de locatie – het Bloso-domein Hofstade bij Mechelen – is zo’n levend erfgoed.

Hofstade speelde namelijk een historische rol in het toerisme van de kleine man. Toen arbeiders in 1936 voor het eerst een week betaalde vakantie kregen, trokken ze naar de zwemvijvers van Hofstade. Die ‘arme-mensenzee’ werd een succes en kende – tot ongenoegen van de aartsbisschop – nogal wat uitspattingen. Daarom vaardigde het ministerie van Volksgezondheid in 1937 een aantal reglementen uit. Vanaf de jaren zestig verloederde de hele zaak. De nieuwe impuls kwam er pas toen Bloso het domein overnam. Bloso is dan ook – samen met de provincie Vlaams-Brabant en Toerisme Vlaanderen – een van de partners in Sportimonium.

Het museum is gevestigd in een deel van het strandgebouw. Dat grootste houten gebouw in België werd gebouwd in modernistische stijl en opgetrokken in Congolees hout. Het harde tropische hout overleefde de decennialange verwaarlozing die het gevolg was van chronisch geldgebrek.

De langverwachte restauratie betekende ook dé kans om er het museum in onder te brengen. Eindelijk, want de plannen daarvoor dateren al uit 1985. Alles begon zelfs nog vroeger, in 1973, toen professor sportgeschiedenis Roland Renson (KU Leuven) samen met de studenten Lichamelijke Opvoeding systematisch gegevens begon te verzamelen over de Vlaamse volkssporten. Renson: ‘Al die sporten hebben wortels tot in de Middeleeuwen. Het zijn echte wedstrijdspelen, maar ze zijn ook gezellig en dat is in de moderne sporten vaak verloren gegaan.’ Het onderzoek werd al snel opengetrokken, zegt Renson: ‘De 19e-eeuwse turnkringen waren in België niet alleen de knokploegen van politieke partijen, maar kenden ook al heuse competities. Moderne sporten zoals roeien, atletiek, voetbal en tennis kwamen dan weer uit Engeland overgewaaid. Daar ging het eerder om vrijetijdsbesteding voor de mensen die genoeg tijd en geld hadden om zich moe te maken.’

Sport en geschiedenis vullen elkaar aan. De permanente collectie staat in de vroegere kleedkamers, waarvan er enkele gerestaureerd zijn zodat de bezoeker zich kan voorstellen hoe ze er destijds uitzagen. De meeste ervan zijn ‘kijkdozen’ geworden waarin de voorwerpen worden voorgesteld. In Sportimonium komt ook een volkssporttuin, waar liefhebbers kunnen bollen, beugelen en wipschieten. Toekomstplannen zijn een overzicht van de Olympische Spelen en een sportlab. Plus een depot waar iedereen kan zien wat er bewaard wordt en hoeveel werk het vraagt om schenkingen in optimale vorm te kunnen tentoonstellen. Sport is cultuur.

M.V.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content