Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

Zaterdag wordt op de Town Moor in Doncaster de Saint-Leger gelopen. Liefhebbers van Triple blijven een jaartje op hun dorst.

Premier Jean-Luc Dehaene zal het vermoedelijk niet beseffen, maar hij en topjockey Walter Swinburn hebben hetzelfde probleem : te veel gewicht. Voor Dehaene is dat niet zo erg. Afgezien van beledigende slogans bij bedrijfssluitingen, heeft hij weinig last van zijn overtollige kilo’s. Men beweert zelfs : hij haalt er electoraal voordeel uit.

Walter Swinburn daarentegen moest er zijn carrière voor onderbreken. Op sabatical. Het was dus tot zijn niet geringe ontgoocheling dat hij Entrepreneur, het paard waarmee hij had moeten rijden, de Two Thousand Guineas in Newmarket zag winnen, de eerste classic van het seizoen. In het zadel had Mick Kinane zijn plaats ingenomen. Walter dacht dat hij dood viel. Zelf niet winnen is vanzelfsprekend ook erg, maar een ander met jouw paard zien winnen… dat is het ergste wat een jockey kan overkomen.

Wij moeten het toegeven, ook Knack maakte geen beste beurt tijdens de eerste van de traditionele Triple Crown-races. ?Zet al uw geld, plus dat van vrienden en kennissen op Shamikh, het paard van sjeik Mohammed,? zo hadden wij in de altijd nerveuze en gespannnen dagen die een grote koers voorafgaan, in uw oren geblazen. Shamikh reed een verdienstelijke race, minder zeggen is het dier tekort doen. Maar een dertiende plaats was niet meteen wat uw verslaggever had verwacht.

Zij die inderdaad al hun geld plus dat van vrienden en kennissen hebben ingezet, hebben hopelijk hun les geleerd. Gok nooit op paardenkoersen, en volg alleen tips van ingeschreven jockeys die weet hebben van een clandestiene combine. Een beroemde Engelse trainer heeft het eens raak omschreven : ?Om te wedden heb je twee zaken nodig : ireële hoop in de toekomst en geen flauw benul van het verleden. Ik zou nog geen geld op een paard zetten als het mij thuis kwam opzoeken.?

Walter Swinburn is 35 jaar en mag beschouwd worden als één van de beteren in de paddock. Helaas niet in de weegkamer. Een en ander is het gevolg van een verschrikkelijke val tijdens een wedstrijd in Hongkong in 1996. Men waande Swinburn eerst dood, nadien bleek hij alleen een zware hoofd- en schouderblessure te hebben opgelopen. Dat was in februari, en tot half augustus lag Walter in de lappenmand. De eerste race die hij nadien reed, won hij. En in oktober overheerste hij met Pilsudski de rijk beprijsde Breeders’ Cup in Toronto.

Dat leek allemaal de goede kant uit te gaan, maar een handgemeen met een weinig tactvolle restauranthouder uit Newmarket kostte hem een zware boete en een voorwaardelijke veroordeling. Walter had nochtans een inventieve verdediging opgebouwd. Zijn herstel waarin hij krachten moest opdoen, en het daaropvolgende dieet waarin hij die opgedane krachten weer moest wegzweten, hadden zijn weerstand tegen het gebruik van alcohol doen afnemen, zo vertelde hij een weinig geïmpressioneerde rechter. Vandaar dat hij een beetje door het lint was gegaan. ?Ik heb hetzelfde probleem,? sprak de rechter laconiek, terwijl Walter de quotering voor een vrijspraak fel zag dalen. ?Meer bepaald wanneer ik vonnissen moet uitspreken.? Er is daar over de plas werk aan de winkel voor mensen als Marc Verwilghen.

GOKKEN IS VOOR DE VAKMAN

Trainer Michael Stoute begon te twijfelen aan zijn jockey, die hem nochtans al veel succes had bezorgd. Toen Walter pas negentien was, won hij voor Stoute de Derby met Shegar. Eén van de acht classic-overwinningen uit Swinburns loopbaan. Sindsdien mocht hij bij trainer Stoute een potje breken, maar dat overgewicht baarde zorgen. Swinburn hield de eer aan zichzelf, en kondigde goed veertien dagen voor de Two Thousand Guineas aan dat hij zich een tijdje zou terugtrekken. Stoute zag zich dus genoodzaakt in extremis een nieuwe jockey te zoeken. Waarbij zijn voorkeur in de eerste plaats uitging naar de Ier Pat Eddery, vorig seizoen voor de elfde keer jockey van het jaar, maar die had al elders getekend. Het werd dus Mick Kinane, en het was een absolute voltreffer.

Dat was het ook voor eigenaar Michael Tabor, die ei zo na een mirakelweekend beleefde. De dag nadien was zijn Oh Nellie goed in strijd voor de zege in de Thousand Guineas voor merries, maar ze strandde op de tweede plaats, verslagen door Sleepytime, een dame die is opgeleid door tienvoudig trainer van het jaarHenry Cecil en eigendom is van een 75-jarige Amerikaanse miljardair met de welluidende naam Charles H. Wacker III.

Ondanks die op het nippertje gemiste dubbelslag, was Tabor een uiterst tevreden man. Hij treedt het leven sowieso al tegemoet met een iets geruster hart dan de meesten van ons, nadat hij vorig jaar zijn keten van wedlokalen verkocht. Een wedlokaal is een ruimte met vier loketten. Drie ervan dragen het opschrift : ?Inzetten.? Slechts één vermeldt : ?Uitbetaling.? Tabor verkocht de zijne voor 28 miljoen pond, ruim anderhalf miljard frank. Bovendien bleef de oude stiel hem bij, want hij had al maanden van tevoren fors ingezet op een plaats bij de eerste drie van zijn eigen paarden. Voor Entrepreneur bracht dat slechts 4 tegen 1 op, maar Oh Nellie had hij gekregen aan 66 tegen 1. Op twee paarden wedden heeft dus wel degelijk zijn voordelen, al is niet iedereen daarvan overtuigd. W.C. Fields bijvoorbeeld, die iets van een goed gokje afwist, week nooit af van zijn gouden regel : ?Ook Lady Godiva zette alles wat ze had op één paard.?

Drie weken later won Tabor met Desert King de Ierse Two Thousand Guineas op The Curragh in Dublin, en voegde daar eind juni met hetzelfde paard en op dezelfde baan de Irish Derby aan toe. En alsof dit alles nog niet genoeg meeval was voor één mens, maakte hij eind juli in Goodwood zijn voormalige collega’s de bookmakers liefst 250.000 pond afhandig. Vijftien en een half miljoen ! Dit dankzij een gedurfde inzet op zijn eigen paard Danetime, dat tot verrassing van de bookies de Stewards Cup won. Er zijn weinig domeinen waarin het Mattheus-effect van professor Herman Deleeck elke dag zo manifest in de praktijk wordt omgezet, als in de paardenrennen. Gepolst door journalisten verklaarde Tabor : ?Wat telt is niet het geld. Wat telt is gelijk te krijgen.?

Tabor, die een joint venture heeft gesloten met stoeterij-eigenaar John Magnier, heeft zich voorgenomen om de heerschappij van sjeik Mohammed te breken. Dat leek op het eerste gezicht een onmogelijke betrachting, maar halfweg het seizoen sloop de eerste twijfel toch in het hart van de sjeik, en na de zomer lijkt Tabor goed op weg om zijn doel te bereiken.

Ook trainer Michael Stoute kan dit seizoen zijn geluk niet op. Dat Entrepreneur de Two Thousand won, was al bijna een ?tussendoortje?. Stoute won het voorbije jaar met de al genoemde Pilsudski de Breeders’ Cup, en met Singspiel de Japan Cup en de Dubai World Cup. Die drie races torenen met hun exorbitant hoge prijzengeld ver boven alle andere uit. De Breeders’ Cup levert de winnaar 35 miljoen frank op. In de Japan Cup gaan we naar de 55 miljoen, en in de Dubai World Cup stopt sjeik Mohammed de winnende eigenaar 85 miljoen frank toe. Gelukkig was hij dat zelf. Singspiel won dus in twee races 140 miljoen frank. En Stoute haalde in drie races voor zijn eigenaars 175 miljoen frank binnen. Aangezien de trainer een aardig percentje op dat prijzengeld krijgt, begrijpt u de tevreden grijns op het gelaat van de 52-jarige Stoute.

PROBLEMEN VOOR DE SJEIK

Wie in de Newmarket-classics allesbehalve een fijn weekend beleefde was sjeik Mohammed bin Rashid al Maktoum, elf keer onderscheiden als beste eigenaar, en de man die met zijn petroleumdollars ’s werelds rensport aan zijn voeten wil, en voor een groot stuk al heeft. Shamikh dertiende in de Two Thousand, en Moonlight Paradise tiende in de Thousand Guineas. Dat zijn geen plaatsen voor een sjeik, en ook niet voor zijn wonderjockey Frankie Dettori. Bovendien werden ook in te veel andere races de Godolphin-paarden, die door de sjeik in Dubai worden klaargestoomd voor het werk in Europa, met gemak verslagen. Na de Guineas luidde het verdict : drieëntwintig starters en slechts drie winnaars, dat was abnormaal. Op de trainersranglijst stond de stal van de sjeik aan de vooravond van de Derby op de 37ste plaats. In zoverre dat stalmanager Simon Crisford en trainer-van-het-jaar Saeed Bin Suroor een tijdje hun dieren uit de races terugtrokken.

De dierenartsen togen aan het werk maar vonden niets dat kon wijzen op een virus in de stallen. Zodat Crisford, die elk jaar zelf de paarden selecteert die naar Dubai vertrekken om het Godolphin-trainingsprogramma te volgen, enkel als verklaring kon geven dat de kwaliteit dit jaar tegenviel. En dat terwijl de sjeik op de grote veilingen in Engeland en Frankrijk alles opkoopt wat op talent lijkt. Gelukkig hoeft hij daarbij niet op tien miljoen meer of minder te kijken. Weinig eigenaars trouwens. Wie renpaarden bezit, weet dat hij gekozen heeft voor de duurste manier om gratis op een hippodroom binnen te mogen. Verstandige rijke mensen passen dan ook voor de rensport. Aan Larry Hagman, JR uit Dallas, werd in een interview gevraagd of hij renpaarden bezat. Waarop Hagman antwoordde : ?No, son. I don’t like anything that eats while I sleep.?

In het kamp van de sjeik was het crisisberaad. Men ging napluizen of er in het personeelsbestand zwakke plekken zaten. Kritikasters trokken de capaciteiten van trainer Saeed Bin Suroor, 29 en een voormalig politie-agent in Dubai, in twijfel. En zo verder, de mislukking heeft vele verklaringen. Feit is dat het seizoen ’97 slecht dreigt af te lopen voor sjeik Mohammed. Het zou in vier jaar tijd de eerste mislukking van zijn Godolphin-project zijn. Gelukkig heeft hij ook nog heel wat toppaarden staan bij Britse trainers, zoals dus Michael Stoute.

De sjeik was al volop geld aan het bijdrukken, toen hij eind juli opnieuw als vanouds toesloeg. De race met de mooiste naam is de King Georges VI and Queen Elisabeth Diamond Stakes in Ascot. Met gulle hand gesponsord door De Beers. Het gaat om een handicaprace waarin paarden van verschillende leeftijden het tegen elkaar opnemen. Dit jaar was een deelnemersveld bijeengebracht dat in Europa nog maar zelden te zien was. Met Pilsudski, Singspiel, Helissio en Shantou was de fine fleur van de hippodroom aan de start. De beste paarden van de hele wereld. Welnu, ze werden allemaal netjes in de luren gelegd door Swain, een outsider van zestien tegen één uit de stal van de sjeik. Mits een goed najaar kan de Godolphin-stal nog veel rechtzetten. Hou daarmee rekening als u gaat inzetten voor de Saint-Leger of de Arc de Triomphe.

DRIE OP EEN RIJ

Vóór de sjeik in Ascot het leven weer van de zonnige kant kon bekijken, had het geluk ook andere mensen al breed toegelachen. Dat bleek in Epsom, bij de Derby en de Oaks, de tweede classic voor respectievelijk hengsten en merries. Die races zijn bijna een kilometer langer dan de Guineas. Vandaar dat het zo moeilijk is om beide te winnen in één seizoen. Nog moeilijker is het om daar vier maanden later de derde classic aan toe te voegen : de Saint-Leger in Doncaster, waar hengsten en merries samen lopen. Wie ze alle drie op zijn of haar naam brengt, en dat binnen hetzelfde jaar vermits deze races voorbehouden zijn voor driejarigen, wint de Triple Crown. Bij de hengsten zorgde na de oorlog alleen Nijinski, in 1970 met Lester Piggott op de rug, voor dit huzarenstukje. Bij de merries waren er de jongste vijftig jaar twee laureaten : Meld in 1955 met Harry Carr, en Oh so Sharp in 1985 met Steve Cauthen in het zadel.

De Triple Crown blijft, net als de Grand Slam in golf en tennis, een magisch en bijna onbereikbaar begrip. In Amerika was jockey Garry Stevens er dit jaar met Silver Charm zo dicht bij als maar kon. De drie Crown-races daar zijn de Kentucky Derby op de Churchill Downs, de Preakness Stakes in Baltimore, en de Belmont Stakes in New York. In de States hebben ze sinds Affirmed in 1978 geen Triple-Crownwinnaar meer gehad. Silver Charm leek de twaalfde uit de geschiedenis te worden, nadat hij Kentucky en Preakness had gewonnen, en in Belmont Park aan de leiding naar de finish stormde. Daar werd hij in extremis voorbijgesneld door Touch Gold. Aan de rail kreeg trainer Bob Baffert ei zo na een hartaanval, en vele wedders met hem.

Ook in de Britse Triple liep het alweer mis. Elk jaar gelooft iedereen, ondanks alle ervaringen uit het verleden, toch weer dat het mogelijk is. De winnaar van de Guineas wordt op al zijn onderdelen vergeleken met de grote Nijinski, en wie weet zou het kunnen dat… Wedmaatschappijen doen gouden zaken, zowel met inzetten op de Derby-winnaar als op een mogelijke nieuwe Triple Crown.

Entrepreneur was dus torenhoog favoriet voor de Derby. Nog vóór de Two Thousand Guineas had Stoute er al op gewezen, totaal ten onrechte zoals naderhand bleek, dat het paard vooral voor de langere afstand getraind was. De Derby was meer het doel dan de Guineas. Een combinatie van uithoudingsvermogen, dosering, temperament en vooral snelheid maakten van Entrepreneur een hengst buiten categorie. Ook buiten de prijzen blijkbaar : vierde. Zonder enig verhaal verslagen door in volgorde Benny the Dip, Silver Patriarch en Romanov.

Benny the Dip werd bereden door Willie Ryan en getraind door John Gosden. Een man die de sympathie heeft van alle rensportchroniqueurs. Gosden leerde het vak in de Verenigde Staten, waar hij onder meer de paarden trainde van een rijke filmproducer uit Hollywood. Een brutale man die met zijn medewerkers niet wilde praten, hij wenste hen enkel toe te blaffen. Dus gaf hij de trainers van zijn renstal een boekje met daarin alle mogelijke excuses die een trainer zoal aan zijn eigenaar probeert wijs te maken. Van de staat van de ondergrond, tot een slecht openend starthek, of een laag overvliegende straaljager. Wat Gosden na de race moest doen was dus niet een of andere flauwe uitleg verzinnen, hij moest gewooon zijn eigenaar opbellen en zeggen : ?Bladzijde zeventien, nummer vier, paragraaf C.?

Gosden is wellicht de enige trainer ter wereld die ooit een race verloor omdat zijn paard over een gans viel. Het was van diezelfde filmproducer en het gebeurde in Phoenix-Arizona, waar de racebaan rondom een meertje loopt. Gosdens merrie lag lengten voorop maar werd verrast door een gans die, opgeschrikt door het gedaver, van de waterkant wegvluchtte en de renbaan overstak. Een Amerikaanse krant sprak nadien over John ?Goosden?. Gosden belde zijn baas die avond met de mededeling dat zijn boekje helaas onvolledig was. Geef toe dat je zo een kerel de winst in de Derby gunt.

TRIPLE IN IERLAND

Benny the Dip verhinderde dus dat Entrepreneur voor een Triple Crown kon gaan. En ook bij de merries was daar geen sprake meer van. Tenzij voor de trainers, maar dat heeft uiteraard minder weerklank. Reams of Verse bezorgde de vijfde Oaks-zege aan Henry Cecil, die zoals gezegd met Sleepytime de Thousand Guineas al had gewonnen. Die twee kostbare overwinningen werden behaald door jockey Kieren Fallon. In de Oaks reed hij nochtans erbarmelijk, maar Reams of Verse zette in haar eentje alle missers van de jockey recht. Het voedde het vooroordeel van diegenen die vinden dat een paardenrace interessanter zou zijn indien er geen jockeys in betrokken werden. Het verkleint de kans op combines, en bovendien is een paard in de ogen van velen slimmer dan de mens. Dat blijkt alleen al uit het feit dat er nog nooit een paard geld heeft ingezet op een mens.

In Doncaster kunnen ze het dus alweer vergeten. Hun Saint-Leger, laat op het jaar, boet steeds meer aan belang in. Als niemand meer in aanmerking komt voor een Triple-Crown, kijkt iedereen uit naar de Arc de Triomphe, drie weken later op Longchamp, waar heel wat meer geld en prestige te verdienen valt. Zelfs de Ierse Saint-Leger, één week na de Britse, trekt dit jaar meer aandacht. En dat dank zij Aidan O’Brien, een jonge 27-jarige Ierse trainer, die aan een bijzonder merkwaardig seizoen bezig is. Hij kocht zijn stal over van naamgenoot Vince O’Brien, en wordt door vele rensportliefhebbers nu al beschouwd als de toptrainer van het komende decennium. O’Brien is de man die één van zijn paarden Johan Cruijff heeft genoemd, vierde trouwens in de Ierse Derby.

Zijn oppertroeven dit seizoen heten Desert King en Classic Park. Samen goed voor winst in drie van de vier tot nu toe gereden Ierse classics. Desert King won de Two Thousand Guineas en de Derby. Classic Park won de Thousand Guineas, maar werd in de Oaks gevloerd door Ebadiyla, een paard van de Aga Khan. Wie geld vergokt loopt op de toppen van de tenen : voegt Desert King er over tien dagen de Saint-Leger aan toe en pakt hij de Ierse Triple Crown ? Eigenaar is, alweer, Michael Tabor. Hij heeft een leger stromannen ingezet, want overal waar hij zelf verschijnt slaan de bookmakers op de vlucht.

De extra moeilijkheid in de Ierse Saint-Leger, die net als de andere Ierse classics gereden wordt op de Curragh, is dat de race in tegenstelling tot de Engelse ook open staat voor oudere paarden. Maar O’Brien is, net als Michael Tabor, klaar voor de stunt. En hij heeft bovendien een tweejarige crack op stal staan, King of Kings genaamd, waarvan nu al gezegd wordt dat hij volgend jaar alles zal plat slaan. Sjeik Mohammed kijkt knarsetandend toe.

Koen Meulenaere

Entrepreneur wint met jockey Mick Kinane de Two Thousand Guineas, maar viel later in het seizoen door de mand op langere afstand.

Benny the Dip (rechts) houdt Silver Patriarch (links) achter zich in een adembenemende sprint in de Derby.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Expertise