willy claes Willy De Clercq mark eyskens willy kuijpers hugo schiltz leo tindemans karel van miert freddy willockx
Mijnheer Schiltz, de Wetstraat hapt naar adem na de Vlaamse en Europese verkiezingen. Welke indruk hebben die bij u nagelaten?
HUGO SCHILTZ: Deze verkiezingen waren zowel vanuit democratisch als vanuit federalistisch standpunt een perverse degeneratie. Democratie veronderstelt dat je de kiezer een duidelijke en begrijpelijke keuze voorlegt. Wij hebben in België een origineel federalisme waarin federatie en deelstaten op dezelfde voet staan qua soevereiniteit over hun gebieden. Staatsrechtelijk gaan Vlaamse verkiezingen alleen om de vraag wie de volgende vijf jaar Vlaanderen mag besturen, maar de partijleiders hebben er bewust een hutsepot van gemaakt. Regionale en federale problemen zijn door elkaar gehaald, en de indruk werd gewekt dat de kiezer over alles in één keer moest beslissen. VLD en CD&V hebben de campagne omgetoverd tot een bokswedstrijd tussen Guy Verhofstadt en Yves Leterme. Ik vind dat onwelvoeglijk. En ik til er zwaar aan dat dezelfde mensen die voor de verwarring hebben gezorgd, nu zeggen: ‘Als het toch zo verwarrend is, laten we dan voortaan alle verkiezingen maar weer samen houden.’ Dat is elke reële betekenis ontnemen aan regionale verkiezingen, en als federalist protesteer ik daar met klem tegen.
Door het gegoochel met Vlaamse ministersposten, door het zomaar opstappen van de minister-president, door de manier van campagne voeren, en door het werken met federale mandatarissen van wie er velen niet eens de intentie hadden om in een regionaal parlement zitting te nemen, heeft men onze zo moeizaam verworven staatsstructuur belachelijk gemaakt. Kom dan niet klagen dat steeds meer mensen afhaken en de hele bedoening niet meer au sérieux nemen. Ik besef dat ik scherp ben, maar men heeft op mijn 76-jarige hart getrapt. Speel niet met de democratie.
Verklaart deze manier van doen het succes van het Vlaams Blok?
SCHILTZ: Gedeeltelijk. De Vlaams Blokkiezers vormen een fel geschakeerd amalgaam. Daar zijn ongetwijfeld racisten en fascisten bij, maar er zijn in Vlaanderen geen miljoen racisten of fascisten. In plaats van af te geven op ‘de verzuurde kiezers’, zou men beter grondig bestuderen wat hun motieven zijn, en hoe men die mensen kan terugwinnen. Hun ongenoegen is vaak terecht. Voor een deel is dat een ‘Vlaams ongenoegen’. De Vlamingen zijn geen marcheerders of vendelzwaaiers meer, maar onderhuids is de gevoeligheid voor wat zij als communautair onrechtmatig aanvoelen nog sterk aanwezig. De manier waarop men de Vlaamse regering heeft gedegradeerd, en de manier waarop Verhofstadt omwille van zijn Europese kansen plat op zijn buik is gegaan voor de PS van Elio Di Rupo en Jean-Claude Van Cauwenberghe, wordt door geëmancipeerde Vlamingen niet genomen.
Er zitten bij de Blokstemmers ook mensen die ontevreden zijn over de werking van het staatsapparaat. Bijvoorbeeld over justitie. Wie betrokken is in een geding en vier of vijf jaar moet wachten vooraleer zijn zaak misschien eens zal worden behandeld, zoekt een manier om zijn boosheid luid te laten klinken. Daarnaast zijn er mensen die zich zorgen maken over het vreemdelingenprobleem, al dan niet op grond van praktische ervaringen. De traditionele partijen bieden daarover geen samenhangend discours. Anderen zijn dan weer verbolgen over de ongelooflijke complexiteit van de regelgeving in Vlaanderen. Ondernemers die een nieuw bedrijf willen opstarten, worden ontmoedigd door de papierwinkel waarmee ze te maken krijgen. En er is een onoverzienbare massa regels over milieu en ruimtelijke ordening, waarin de burger zijn weg niet meer kán vinden.
Tot slot hebben velen hun buik vol van de onwaarachtige communicatie, die onder de paarse regering een alarmerend peil heeft bereikt. Schrik dan niet als de mensen lastig en wrevelig worden, en een antistem uitbrengen. Het Blok en de Blokkiezer moeten niet met de vinger gewezen worden, het is de stijl van regeren die de mensen heeft gedegouteerd.
Het Blok is de grootste partij in Vlaanderen. Moet het cordon sanitaire worden opgeheven?
SCHILTZ: Ik ben helaas oud genoeg om de risico’s te kennen van machtsdeelname van partijen waarvan de kern en de leiding fascistoïde trekken vertonen. Maar het cordon sanitaire is een soort bezweringsformule geworden. Het doet me denken aan iemand die, als het huis in brand staat, komt roepen: ‘Het mag niet branden.’ Als het cordon het enige antwoord is op het Blok, houdt men er het best mee op. Je kunt een miljoen kiezers niet negeren bij de berekening van de politieke machtsverhoudingen. In plaats van defensief te reageren, moet men het Blok uit zijn tent lokken. Dat men hen een regeerprogramma voorlegt, waarin duidelijk staat dat inzake intolerantie en racisme alles wordt bestreden wat buiten de algemeen aanvaarde publieke moraal gaat. Onderschrijven ze dat programma, dan kunnen ze mee regeren, maar dan hebben ze wel eerst afstand moeten nemen van de principes die ze altijd hebben gepropageerd. Ik ben benieuwd of ze dat zullen doen.
Yves Leterme werkt aan een regering met de drie traditionele partijen. Is dat werkbaar?
SCHILTZ: Dat hangt van de kwaliteit van het politiek personeel af, maar waarom niet? Het is niet ideaal dat het Blok de enige grote oppositiepartij is, maar dat zijn nu eenmaal de gegevens van de verkiezingen. Als men zindelijk bestuurt en de structuren van dit gefederaliseerde land respecteert, zijn ook asymmetrische regeringscoalities mogelijk. In Duitsland gebeurt het geregeld, en we hebben het in België ook al gehad. Dat heeft niet geleid tot het blokkeren van de federale regering of tot de ondergang van het land.
CD&V en N-VA hebben krasse communautaire taal gesproken in de campagne. Kunnen ze die hard maken?
SCHILTZ: Niet alleen CD&V en N-VA. Er is een algemene Vlaamse verbintenis om de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde terstond te regelen, los van de andere aspecten van de staatshervorming. Dat is een formele belofte. Als men die niet houdt, haalt het Vlaams Blok al onmiddellijk een nieuwe oogst binnen. Zeker omdat men die belofte makkelijk kán inlossen, de Vlaamse meerderheid in het federale parlement is groot genoeg. De Franstaligen moeten dan maar weten wat ze doen: zich neerleggen bij deze gerechtvaardigde aanpassing, of België helemaal op het spel zetten.
Anderzijds dwingt mijn ervaring mij tot voorzichtigheid. Wat het nakomen van communautaire beloften betreft zijn er maar twee christen-democratische politici in wie ik in het verleden vertrouwen heb kunnen stellen: Wilfried Martens (CVP) en Jean-Luc Dehaene. De rest was minder betrouwbaar.
Zal de N-VA het been stijf houden?
SCHILTZ: Sta me toe hier een behoedzaam stilzwijgen te bewaren.
Kan één nieuwe onderhandelingsronde met de Franstaligen de staatshervorming definitief voltooien?
SCHILTZ: Het federalisme is een flexibel systeem dat almaar verfijnd kan worden. De Belgische staatsstructuur hangt ook af van hoe de Europese Unie verder evolueert. Men heeft een tijdlang gespeeld met het idee dat de klassieke natiestaten zouden verdampen tussen Europa en de regio’s. Dat was in mijn ogen een gezonde visie, en in die optiek hebben wij er trouwens voor gezorgd dat de regionale en de Europese verkiezingen samenvallen. Maar de vraag is of, met alle nieuwe landen, de EU verder geïntegreerd zal worden of integendeel zal verwateren, zoals de Engelsen het graag zouden zien. Komt er dan opnieuw een kern-Europa en welke rol spelen de regio’s daar nog in? Dat zijn te veel onbekende factoren om nu al definitief te bepalen hoe Vlaanderen in dat proces moet worden ingepast.
Wat men intern wel dringend moet oplossen, zijn de overlappende bevoegdheden. Een probleem dat er niet zou geweest zijn indien men de grondwet correct had toegepast. Want daarin staat dat de regio’s de volheid van de bevoegdheden hebben, behalve voor wat ze expressis verbis aan de federatie toevertrouwen. Dat zijn de ‘residuaire bevoegdheden’ die ik ten tijde van Dehaene zelf in de grondwet heb laten inschrijven. Zoals altijd in België zal dat wel worden uitgevoerd, maar met veel stapjes links en rechts, en met veel vijven en zessen. Dat is geen drama, maar het zorgt in meerdere beleidsdomeinen wel voor een groot verlies van energie, geld en motivering.
De Europese top in Brussel heeft een akkoord bereikt over de Europese grondwet, maar niet over de nieuwe Commissievoorzitter.
SCHILTZ: De Europese Unie kampt met schizofrene structuren. Je hebt het parlement en de Commissie, maar daarbovenop is er nog de Raad van ministers die meestal meer afremt dan stimuleert. Dat is democratisch niet correct en op termijn niet houdbaar. Ofwel maakt men van de EU een statenbond met beperkte bevoegdheden, ofwel gaat men voluit voor een geïntegreerde unie, met een regering die uit een democratisch verkozen parlement voortkomt. Het getouwtrek rond de Commissievoorzitter wekt de indruk van een koehandel. Dat is niet gunstig voor het imago van de EU.
Over de grondwet is er wel een akkoord. De verwijzing naar God en het christendom wordt er niet in opgenomen.
SCHILTZ: Europa is nu eenmaal minder homogeen dan velen wensen. Ik loochen de inbreng van het christendom in de opbouw van de Europese samenleving niet, maar er zijn nog andere invloeden geweest en het gaat niet op die dan niet te noemen. Ik ben opgelucht dat deze discussie van de baan is, en dat het voorstel tot grondwet alsnog is goedgekeurd. Dat is toch een verwezenlijking waarop velen niet meer hadden gehoopt. Anderzijds heeft de verscheurdheid die weer aan het licht is gekomen, de overtuigde Europeanen geschokt. In plaats van elkaar vliegen af te vangen, zouden de politieke leiders hun energie beter gebruiken om het Europese project te stimuleren en te propageren. De lage opkomst bij de Europese verkiezingen, zeker in de nieuwe lidstaten, is een alarmsignaal dat men maar beter niet kan negeren.
Koen Meulenaere
Hugo Schiltz
‘Deze verkiezingen waren een perverse degeneratie.’