Het was dus een staatsbezoek, omdat niet de Britse premier Tony Blair, maar koningin Elizabeth II het Amerikaanse staatshoofd George W. Bush uitnodigde. De president en zijn vrouw – plus een vijfhonderdkoppig team veiligheidsagenten en adviseurs – logeerden dan ook in Buckingham Palace.
Dat een ondernemende journalist zich voordeed als lakei maakte de Amerikanen zelfs niet nerveus. De presidentiële entourage was veel banger voor de perscommentaren dan voor een journalist-lakei die toch niet in de buurt van de president zou geraken.
Het was geleden van 1918 dat een Amerikaanse president – Woodrow Wilson – in het koninklijke paleis mocht verblijven. Toen gebeurde dat uit dankbaarheid omdat de Verenigde Staten de Eerste Wereldoorlog hadden helpen winnen. En omdat in Londen door de rantsoenering weinig hotels bij machte waren de man fatsoenlijk voedsel voor te zetten.
Dat George W. Bush nu de eer genoot, was in het licht van de kritiek op de oorlog in Irak wat verwarrend. Het bezoek was evenwel twee jaar geleden gepland, als een blijk van solidariteit en medeleven met de Verenigde Staten na de aanslag van 11 september 2001. Dit jaar was er nog een reden bijgekomen: de oorlog in Irak – een joint venture van Britten en Amerikanen – was immers in enkele weken afgelopen.
Toch gaf die oorlog aanleiding tot een van de grootste betogingen uit de geschiedenis in Londen. Over de cijfers bestaat er discussie: 200.000 betogers volgens de organisatoren, de helft van dat getal volgens de politie. Klassiek. Over de invloed van het protest bestaat nog meer discussie. De president zag er tijdens zijn bezoek niets van, terwijl symbolisch toch een nepstandbeeld van hem werd omgetrokken. Dat tegelijk een bomaanslag tegen het Britse consulaat in Istanbul werd uitgevoerd, zette ook de commentatoren tot voorzichtigheid aan.
Er kon gezegd worden dat het presidentiële bezoek een succes was. Tenminste voor Bush, die nu met beelden kan staven dat hij een echt staatshoofd is. En Tony Blair is alvast in één ding geslaagd. Na al die maanden van kritiek op zijn slaafse houding tegenover Washington, wilde hij met een bezoek op hoog niveau de special relationship tussen Londen en Washington in de verf zetten. De betogers hielpen daarbij. In de betoging liepen vooral jonge Britten, maar de kop van de stoet bestond uit een groep Amerikaanse anti-oorlogsdemonstranten. Eenzelfde coalitie dus als die in Irak. Het geeft de term special relationship een nieuwe inhoud.
Misjoe Verleyen