De studiedienst van de Kredietbank neemt de welvaartsstaat in ver- dediging. De oplossing voor de crisis ervan heet werkgelegenheid.
De welvaartsstaat beladen met alle zonden van Israël, is ongepast. Elke maatregel waarbij de tering naar de nering wordt gezet, bestempelen als een afbraak van de welvaartsstaat, is eveneens onjuist. De welvaartsstaat is zo omvangrijk en complex dat het onmogelijk te zeggen is als men genuanceerd wil blijven of hij goed of slecht is vanuit economisch standpunt. Bepaalde aspecten ervan ervan zijn beslist positief, andere veel minder of niet. De grootste fout die is begaan, in het kader van de welvaartsstaat, is het feitelijk opgeven van de doelstelling van volledige werkgelegenheid.?
Aan het woord is niet een progressief academicus, maar de studiedienst van de Kredietbank, die vier volle nummers van zijn Weekberichten aan de welvaartsstaat besteedde. Dat is op zichzelf al een uitzonderlijk gebeuren. Daar waar enig vooroordeel tegen maatschappelijke stellingen van banken gewettigd is, wegens hun begrijpelijk commercieel eigenbelang, oordeelt de KB-studiedienst over de welvaartsstaat met grote nuance. Een populaire slogan zoals de welvaartsstaat heeft zijn toekomst achter de rug valt bij economisten, politici en zelfs een enkele syndicalist te horen. Maar de KB-studaxen weerleggen hem. Ze zoeken naar oplossingen en die bestaan erin op alle mogelijke manieren meer werkgelegenheid te betrachten.
De welvaartsstaat kiemde in de industriële revolutie van vorige eeuw, toen liefdadigheid niet langer het sociale leed kon lenigen. De groei was er een zonder uitgetekend plan, onder druk van de toenemende macht en organisatie van de arbeidersklasse. De Grote Depressie van de jaren dertig stimuleerde de welvaartsstaat, die tot ontplooiïng kwam in de sfeer van samenhorigheid na de Tweede Wereldoorlog.
Volledige werkgelegenheid en bestaanszekerheid, van wieg tot graf, waren verworvenheden. De welvaartsstaat van het Europees model staat niet alleen voor de sociale zekerheid met zijn uitkeringen, maar ook voor bijstand, de organisatie door de overheid van onderwijs en gezondheidszorg, sociale bescherming door het arbeidsrecht en collectieve arbeidsovereenkomsten en staatsverantwoordelijkheid voor welzijnszorg, cultuur, sport en huisvesting. In dit soort sociale markteconomie, gemengde economie of overlegeconomie int de overheid zowat de helft van het nationaal inkomen en ze herverdeelt dat geld.
DRUK OP SOCIALE PARTNERS
Vanaf de jaren zeventig geraakte de welvaartsstaat in ademnood. De belastingontvangsten konden de geldhonger van de bestaanszekerheid niet meer volgen. De groeiende werkloosheid werd afgewenteld op de sociale zekerheid. Met als positief gevolg dat de armoede niet ging stijgen en de inkomensongelijkheid niet groter werd. Maar het leidde wel tot financiële problemen, tot grote overheidstekorten en aanzwellende staatsschulden.
Het genereus karakter van de Europese welvaartsstaat is niet de oorzaak van de vertraging van de economische groei vanaf 1973-1974 en de daaruit volgende toename van de werkloosheid. Maar de omvang en het toenemend structureel karakter van de Europese werkloosheid hebben wel te maken met de aard van de welvaartsstaat : er bestond onvoldoende druk op de sociale partners om in hun loononderhandelingen rekening te houden met de hoge werkloosheid.
Het is opvallend dat de studiedienst van de KB geen lijsten van dringende besparingsmaatregelen in de sociale zekerheid en navenante overheidsbestedingen opstelt. Zelfs voor de sociale zekerheid heten privatisering, koppeling van de uitkeringen aan het inkomen, basisstelsel of negatieve inkomstenbelasting als algemene oplossingen niet echt bruikbaar te zijn. Wat geen grotere zelfredzaamheid van de mensen uitsluit, inbegrepen meer eigen bijdragen en een grotere selectiviteit in de uitkeringen, bijvoorbeeld door vermindering ervan vanaf een bepaald niveau of na een bepaalde tijd.
Het grootste probleem van de sociale zekerheid is dat er zoveel mensen een beroep op doen of moeten doen. De verhouding tussen het stijgend aantal niet-werkenden die groep zal nog verder groeien door de vergrijzing en de actieven is scheef gegroeid. ?Als er dan al gesproken kan worden van een crisis in de welvaartsstaat in Europa, dan schuilt daarachter een crisis in de werkgelegenheid.? Dat is een heel nieuwe definitie en leidt tot andere oplossingen. ?Het arbeidsmarktlek bevindt zich, zeker in België, onder water. Alle inspanningen moeten daarom gericht zijn op een verhoging van de werkgelegenheidsgraad.?
Makkelijker gezegd dan gedaan, hoe ziet de Kredietbank dat ? De remedie klinkt minder krachtig dan de analyse, maar ze komt erop neer dat loonflexibiliteit, loonmatiging dus en vooral voor laaggeschoolden, leidt tot grotere werkgelegenheid. Erg veel vertrouwen in de sociale partners hebben ze bij de Kredietbank niet, het zijn de politieke autoriteiten en in de eerste plaats de regering die het moeten doen.
Guido Despiegelaere
Het stabiele gezin uit de jaren vijftig met de man als kostwinner.