Paars bereidt maatregelen voor om de koopkracht en de competitiviteit te stimuleren. Maar of het zal helpen?

Het klinkt haast cynisch, maar de sociale beroering over de moorden in Brussel en Antwerpen en over andere (racistische) gewelddaden in de grootsteden lijkt premier Guy Verhofstadt (VLD) en zijn paarse meerderheid op twee manieren goed uit te komen. Eindelijk kan een einde worden gemaakt aan het gebakkelei over de hervorming van het jeugdrecht en over een nieuwe wapenwet. Tegelijk creëert het maatschappelijke klimaat politieke luwte voor Paars om in juni bij een nieuwe begrotingscontrole te kunnen uitpakken met maatregelen om de koopkracht te verhogen en de competitiviteit van de ondernemingen te versterken.

Die maatregelen moeten het regeringsantwoord zijn op de verklaring die vakbonden en werkgeversorganisaties op 27 maart samen aflegden over ‘een meer competitieve economie ten voordele van de werkgelegenheid’. Na de mislukking van het interprofessioneel overleg begin vorig jaar en de al even moeizame onderhandelingen over het Generatiepact in de tweede helft van 2005, was die gezamenlijke verklaring slechts een opwarmingsoefening voor een loodzware sociale agenda dit najaar. In september moeten de sociale partners voor het eerst een advies geven over de welvaartsvastheid van de sociale uitkeringen en na het traditionele loonkostenrapport van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven kunnen vanaf november de onderhandelingen over een nieuw centraal loonakkoord voor 2007-2008 beginnen. Tussendoor moeten vakbonden en werkgeversorganisaties zich ook buigen over de puzzel van het Generatiepact. Over de uitvoering van de meeste onderdelen van de Generatiepactwet is het overleg nog niet eens gestart.

Omdat alles voortdurend aan alles gekoppeld wordt, belooft dit een uiterst moeilijke oefening te worden. Met hun verklaring van eind maart hebben de sociale partners het initiatief in eigen handen gehouden, maar alleen de exegeten van het sociaal overleg hebben uit de stand van een komma en het raffinement van de woordkeuze een begin van consensus over loonmatiging en meer inspanningen voor vorming en innovatie kunnen afleiden. Daarbij lijkt een gunstige economische conjunctuur de druk van de ketel weg te nemen. ‘Het gaat slecht omdat het te goed gaat’, zegt ACV-voorzitter Luc Cortebeeck. De vakbonden waarschuwen bovendien dat ze wegens de hoge bedrijfswinsten en de exuberante managerslonen van hun achterban weinig onderhandelingsruimte krijgen.

Of Paars in juni de sociale onderhandelingen genoeg ‘smeerolie’ kan bezorgen, is zeer de vraag. Al maanden slaan liberalen en socialisten elkaar om de oren met ideeën en ideetjes. Van een ‘jobkorting’ en lagere belastingvrije minima, over een nieuwe verlaging van de lasten op ploegenarbeid en een hogere fiscale aftrek van de kinderopvang, tot het afremmen van de huur- en energieprijzen en het toekennen van een ’terug naar school’-premie. Zo te zien moet een mix van al die (dure) maatregelen vooral de vertrekposities van de paarse coalitiepartijen bij de komende gemeenteraads- en parlementsverkiezingen helpen verbeteren. Maar om in het najaar hevig sociaal onweer te voorkomen, is zo’n doorzichtig scenario niet geschikt.

DOOR patrick martens

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Expertise