Studenten die zich niet aan een buitenlands avontuur wagen, kunnen terecht bij de organisatie Erasmus Belgica.
Tot 2004 was het makkelijker om aan de andere kant van Europa te studeren dan over de taalgrens een deel van je opleiding te volgen. Daarom werd met de steun van het Prins Filipfonds Erasmus Belgica (Erabel) boven de doopvont gehouden. Het uitwisselingsprogramma geeft studenten de mogelijkheid om in eigen land te studeren, maar dan in een andere taalgemeenschap. Je schaaft je Frans of Duits bij en je bent een ervaring rijker. Hoe gaat dat nu precies in zijn werk?
Je kunt niet zomaar aankloppen bij een onderwijsinstelling aan de andere kant van de taalgrens. Je hogeschool of universiteit moet eerst een bilateraal akkoord hebben afgesloten met een partnerinstelling uit een andere gemeenschap. In dat akkoord staat onder andere welke vakken de studenten kunnen volgen in hun gastinstelling en hoeveel semesters ze daar kunnen studeren. De maximumperiode bedraagt een academiejaar.
Om in aanmerking te komen voor Erasmus Belgica moet je minstens 60 studiepunten verzameld hebben. Je moet met andere woorden je eerste academiejaar succesvol hebben afgerond. Andere voorwaarden zoals taalkennis worden onderling geregeld tussen de partnerinstellingen. Vaak krijgt de uitwisselingsstudent een taalproef voorgeschoteld.
Inschrijven en betalen doe je nog altijd bij je thuisinstelling. Wie met Erabel op uitwisseling gaat, krijgt een forfaitair bedrag van 100 euro. Wie bovendien kan bewijzen dat hij in zijn nieuwe studentenstad op kot woont, kan nog eens aanspraak maken op 100 euro per maand. Dat betekent dat je voor een volledig academiejaar 1000 euro kunt opstrijken. Het lijkt een aardig bedrag, maar het is niet meer dan een duwtje in de rug, want de totale kosten liggen natuurlijk veel hoger.
MEERWAARDE BIJ HET SOLLICITEREN
Als je slaagt, krijg je na je opleiding op het diplomasupplement een vermelding dat je een deel van je opleiding in een andere landstaal hebt gevolgd. Net zoals bij het reguliere Erasmusprogramma biedt dat een meerwaarde bij het solliciteren. Als je het niet haalt, zijn er diverse oplossingen. Het makkelijkste is dat je de vakken waarvoor je niet slaagde, volgt aan je eigen hogeschool in een persoonlijk deeltraject (PDT). Maar dan krijg je geen erkenning voor de cursussen die je had gevolgd in de andere gemeenschap. Moeilijker is je PDT te spreiden over de twee instellingen. Dat zorgt voor heel wat gependel, maar het heeft als voordeel dat je alsnog kunt proberen de erkenning voor die vakken te krijgen. Ten slotte kun je je uitwisseling ook gewoon herbeginnen. Zo verlies je natuurlijk een heel academiejaar.
Opvallend is dat via Erasmus Belgica veel meer Waalse studenten in het Vlaams hoger onderwijs studeren dan omgekeerd. Vlaamse studenten gaan blijkbaar liever naar het buitenland dan naar Wallonië.
Sinds dit academiejaar is er voor studenten nog een mogelijkheid bijgekomen om een deel van hun opleiding in België in een andere taal te volgen. In tegenstelling tot Erasmus Belgica gaat het bij ‘bidiplomering’ om een uniek samenwerkingsakkoord tussen twee instellingen van het hoger onderwijs. De eerste scholen die op die manier samenwerken, zijn de Katholieke Hogeschool Mechelen en de Haute Ecole Libre du Hainaut Occidental in Doornik. Voor enkele opleidingen is het mogelijk dat hun studenten een academiejaar bij de partnerinstelling volgen. Daarna kunnen ze hun opleiding afmaken aan de eigen hogeschool. Als ze slagen, krijgen ze twee diploma’s, die zowel worden erkend door de Vlaamse als de Franse Gemeenschap. Terwijl Erabel drie jaar na de lancering al volop draait, komt bidiplomering bij veel hogescholen en universiteiten niet van de grond.
MEER INFORMATIE: VLAAMS SOCRATES/ERASMUSAGENTSCHAP, HENDRIK CONSCIENCEGEBOUW A7, KONING ALBERT II-LAAN 15, 1210 BRUSSEL, 02 553 98 12 OF OP www.ond.vlaanderen.be/hogeronderwijs/ interna/erasmusbelgica.htm.
