Van de VS werd altijd voetstoots aangenomen dat ze zich probleemloos zouden kunnen financieren. Maar dat is niet langer vanzelfsprekend.
Het ratingbureau Standard & Poor’s (S&P) liet vorige week weten dat het zich zorgen maakt over het aanhoudende gekibbel in het Amerikaanse Congres over de manier waarop het land zijn begroting moet saneren. Republikeinen en Democraten zijn het er wel over eens dat er zware besparingen nodig zijn. Maar omdat ze die op totaal verschillende manieren willen bereiken, blijft een beslissing uit. Als er tegen het einde van het jaar geen behoorlijke doorbraak komt, zal S&P de Amerikaanse overheidsobligaties niet langer de hoogste rating toebedelen.
De stoute taal van het ratingbureau kan niet los gezien worden van een zeker eigenbelang. Alle krediet-beoordelaars leden zwaar prestigeverlies tijdens de banken- crisis. De banken hadden zich immers nooit zo zwaar geëngageerd in waardeloze financiële instrumenten, als de ratingbureaus die niet eerst blindelings van AAA-ratings hadden voorzien. Die laatste hebben er dus alle reden toe om te proberen hun geloofwaardigheid te herwinnen.
Nu zijn er bij de AAA-rating van de VS wel degelijk vragen te stellen. De federale overheidsschuld is na de massale injecties in de banksector, maar ook in bedrijven als GM, opgelopen tot zo’n 100 procent van het bbp. Met een begrotingstekort van rond de 10 procent belooft de schuld bovendien nog een poos flink op te lopen. Met dergelijke cijfers doen de VS het helemaal niet beter dan Europese kneusjes als Ierland en Portugal. Maar in tegenstelling tot die landen, die hun rente fors zien stijgen omdat het publiek vreest voor een wanbetaling, bleven de VS tot nu toe vrolijk uit de wind. Dat heeft ook te maken met het dynamisme van de Amerikaanse economie. Ook zullen speculanten wel drie keer nadenken, vooraleer ze een land onder vuur nemen dat vele malen groter is dan de Europese probleemkinderen. Maar de voornaamste reden is natuurlijk dat de dollar internationaal de belangrijkste reservemunt blijft: belangrijker en vooral meer liquide dan de euro. Reden waarom China en Japan zo veel Amerikaanse obligaties opkopen – en het de Amerikanen op die manier mogelijk maken boven hun stand te blijven leven.
Een andere verzachtende omstandigheid waarnaar ook S&P verwijst, is dat een ruim deel van de Amerikaanse schuld – ongeveer een derde – eigenlijk ‘interne schuld’ is, want aangehouden door instellingen van (vooral) de sociale zekerheid. Maar om met Cruijff te spreken: elk voordeel heb z’n nadeel. Sinds 2010 kampt die Amerikaanse sociale zekerheid met een tekort en dat zal er met de vergrijzing niet beter op worden. Die instellingen zullen zeker niet verder in overheidsobligaties investeren en eerder gaan verkopen wat ze al hebben. Daartegenover staat een verzwarende omstandigheid: de dramatische situatie bij de lokale overheden in de VS: gemeenten en staten. Veel waarnemers zien de obligaties van die lokale overheden (een markt van een kleine 3000 miljard dollar) als de volgende schuldenzeepbel. Nu al gaan staten massaal over tot het ontslaan van ambtenaren. En om de protesten in te dijken, gaat dat niet zelden gepaard met het kortwieken van de vakbonden. De kans is groot dat de federale staat ook lokale overheden te hulp zal moeten komen. Waardoor het probleem voor de federale schuld alleen nog groter kan worden.
Luc Baltussen