De gemiddelde dagprijs in een rusthuis in Vlaanderen bedraagt 40,28 euro. Voor dat bedrag kunnen de bejaarde bewoners rekenen op goede verzorging en verpleging.
Katholieke rusthuizen zijn gemiddeld duurder (afgerond 42 euro per dag) dan privérusthuizen (39 euro) en OCMW-instellingen voor bejaarden (38 euro). Dat blijkt uit een uitvoerig rapport dat Het Nieuwsblad heeft gemaakt over de 745 rusthuizen in Vlaanderen. De redactie las daartoe 731 inspectieverslagen en keek naar het profiel van de bejaarden en hun zorgbehoeften, het personeel, de zorg, de gebouwen en de dagprijs. ‘De prijsverschillen worden minstens voor een deel verklaard doordat rusthuizen met een Caritas Catholicastempel meer zwaar zorgbehoevende bejaarden opvangen. OCMW-rustoorden kunnen financieel terugvallen op de gemeenten en hebben meer valide bewoners, maar die komen dan weer vaker uit een sociale probleemsituatie’ zegt redacteur Joost Loncin, die een half jaar aan het journalistieke project werkte.
Ook wat de dagprijs betreft, leidden de Concentra-kranten ( Het Belang van Limburg, Gazet van Antwerpen) uit gegevens van de federale overheidsdienst Economie intussen af dat die in Antwerpen gemiddeld het hoogst (bijna 45 euro) en in West-Vlaanderen het laagst (38 euro) is. Bepalend voor de hoogte van de bedragen zijn de wachtlijsten, de grondprijzen bij de bouw van een rusthuis en het aanbieden van loonextra’s om verplegend personeel binnen te halen.
‘In ons rapport hebben we geen sterren toegekend of een rangschikking gemaakt’, aldus Loncin. Maar dan nog zijn de resultaten, die slaan op een 40-tal door de inspectie gecontroleerde kwaliteitseisen, opmerkelijk. De rusthuizen scoren ‘uitstekend’ voor het eten dat de bejaarden krijgen. De kwalificatie ‘zeer goed’ geldt voor onderhoud en properheid, de ontslagprocedures voor bewoners, hun geldbeheer en de verzorging en verpleging. De rusthuizen hebben gemiddeld 60 procent meer personeelsleden in dienst dan de wettelijke normen opleggen.
‘Goed’ zijn onder meer de inspraak en behandeling van klachten, de huiselijkheid en de correctheid van de rekeningen, die sinds 1 juli van dit jaar moeten steunen op all-inprijzen (zonder supplementen). Voor verbetering vatbaar zijn bijvoorbeeld de veiligheid, de kwaliteitszorg en de vorming van het personeel (voor bijna een derde is er geen permanente vorming). Ondermaats zijn de informatie die bewoners bij hun aanmelding krijgen en de accommodatie (in 8 op de 10 rusthuizen). Loncin: ‘Voor die laatste kwaliteitseis is een inhaalbeweging nodig, maar de voorschriften zouden ook realistischer moeten worden.’
Met die nuance is Tarsi Wendey van het Verbond van Verzorgingsinstellingen het eens, ook omdat de wettelijke erkenningsnormen dateren van 1985 en vernieuwd dienen te worden. ‘De krant heeft een sterke prestatie geleverd. Voor het eerst krijgen wij en ook Vlaams minister van Welzijn Steven Vanackere (CD&V) een globale feedback over de inspectieverslagen’, zegt Wendey. ‘Maar het samenvoegen van de beoordeling van normen en kwaliteitseisen kan ook tot verkeerde conclusies leiden. De Vlaamse regering heeft in de voorbije 20 jaar bijvoorbeeld veel geïnvesteerd in de gebouwen en inrichting van rusthuizen. Op dat vlak is de situatie veel beter in Vlaanderen dan in Wallonië en Brussel. Een ander voorbeeld is de brandveiligheid. Meer dat 200 rusthuizen in Vlaanderen hebben ter zake maatregelen genomen, maar beschikken niet over een brandweerattest. Moeten die dan gesloten worden? We hopen in elk geval dat het werk van de krant een aansporing voor de minister is om samen met de sector kandidaten voor een rusthuis meer en objectief te informeren.’
Patrick Martens