Vladimir Poetin haalt zijn inspiratie bij Ivan de Verschrikkelijke. Het Russische machtssysteem is onderdrukkend, middeleeuws en ronduit absurd. Maar het tij is aan het keren, zegt Vladimir Sorokin, Ruslands meest vooraanstaande auteur.
Moskou, het jaar 2028. Rusland heeft zichzelf met een grote muur hermetisch afgesloten van Europa. Het land wordt met ijzeren vuist geregeerd door een tsaar, die bijgestaan wordt door de Opritsjnina, een mysterieuze geheime politie die namens de tsaar moordt, plundert en verkracht. Oekraïne is volledig geannexeerd. Opposanten worden publiek gegeseld, vloeken is verboden en het orthodoxe geloof wordt in zijn meest extreme vorm opgelegd. Dat was tien jaar geleden al het toekomstbeeld van De dag van de opritsjnik, het meesterwerk van de Russische schrijver Vladimir Sorokin. De novelle bleek profetisch, en werd zijn meest wijdverspreide werk. Tien jaar na publicatie is zijn bekendste werk nu ook in het Nederlands vertaald. Reden genoeg voor internationaal literatuurhuis Passa Porta om ‘het enfant terrible van de Russische letteren’ naar Brussel uit te nodigen.
Vladimir Sorokin geldt al dertig jaar als een van de meest toonaangevende schrijvers van Rusland. In de jaren tachtig groeide hij in een mum van tijd uit tot de onbetwiste ster van de Russische underground, de ondergrondse kunstscene die Sovjetkritische kunstenaars herenigde. ‘Dat waren gevaarlijke tijden’, herinnert hij zich. ‘Ik begon te schrijven toen Joeri Andropov secretaris-generaal was. Hij was de grote baas van de KGB geweest, en hij draaide de duimschroeven aan. Enkel mijn allerbeste vrienden mochten mijn teksten lezen. Ik was er als de dood voor dat mijn verhalen in handen van de KGB zouden komen.’
Hij laat vaak secondelange pauzes wanneer hij spreekt – Sorokin is een ex-stotteraar, het duurt even voor hij zijn bovenlip onder controle heeft. Ondanks de grote omwentelingen die zijn land heeft doorgemaakt, lijkt Sorokin de voorbije dertig jaar nauwelijks veranderd. Zelfs zijn haren waren al grijs toen hij in 1985 zijn eerste boek gepubliceerd zag worden in Parijs. Ondanks de versoepeling van het regime bleek De rij – een roman in dialogen over mensen die in een eindeloze rij staan aan te schuiven – een te pijnlijke kritiek op het vastlopende Sovjetsysteem. Hoewel Sorokin nooit politiek actief zou worden, bleven zijn boeken tegen zere schenen stoppen. Die maatschappijkritiek mixt hij met een buitenissige hoeveelheid geweld, absurde plotwendingen en ronduit scatologische fantasieën.
U hebt de voorbije dertig jaar heel wat bijnamen gekregen. Welke vindt u zelf de leukste?
VLADIMIR SOROKIN:(grinnikt) Interessant. Laat maar horen.
‘De Russische Markies de Sade’.
SOROKIN:(lacht luid) Belachelijk. Die schrijft ontzettend saai.
‘De Russische Quentin Tarantino’.
SOROKIN: Dat is nog erger! Tarantino is niet eens een groot regisseur! Markies de Sade vind ik overigens wel een groot schrijver, maar mijn werk lijkt in niets op wat hij schreef.
U bent ‘het enfant terrible van de Russische letteren’,…
SOROKIN:(vult aan)… een provocateur, ik weet het. (Zucht) Weet u, op de grafsteen van Vladimir Nabokov in Montréal staat enkel het opschrift ‘écrivain’. Als dat voldoende is voor een groot schrijver als Nabokov, moet dat ook voldoende zijn om mij te typeren.
Is die typering dan zo onterecht? In 2002 werd u aangeklaagd omdat u een kortverhaal had geschreven waarin een kloon van Stalin seks heeft met een kloon van Chroesjtsjov. Is het dan zo onlogisch dat men u als provocateur ziet?
SOROKIN:(onverstoorbaar) Ik zeg u oprecht dat ik geen provocateur ben. Een provocateur heeft de mentaliteit van een exhibitionist. Dat is bij mij niet zo. Ik vestig zo min mogelijk de aandacht op wat ik doe. Ik ben eigenlijk een voyeur: ik observeer de realiteit en stel vragen. Dat is niet de gewoonte in Rusland, dus dat wordt nogal snel aangevoeld als een provocatie. Als mijn verhalen en romans grotesk zijn, is dat enkel omdat het alledaagse leven in Rusland grotesk is.
U schreef De dag van de opritsjnik al in 2005. Ondertussen is er daadwerkelijk een verbod op vloeken ingevoerd, is de Krim geannexeerd en heeft Rusland zich van Europa afgekeerd. Uw voorspellingen zijn uitgekomen.
SOROKIN: Ik heb De dag van de opritsjnik altijd opgevat als een beschrijving van de tijdgeest. Een schrijver moet de geur van zijn tijd herkennen, en ik denk dat ik daar sneller in ben dan anderen. Toen ik het boek uitbracht, vonden veel vrienden dat ik te veel fantasie had. De literaire critici schreven dat mijn verbeelding helemaal was losgeslagen en dat ik elk contact met de Russische realiteit had verloren. Maar de voorbije jaren zijn ze allemaal op hun stappen teruggekeerd. Nu grappen mijn vrienden dat het Kremlin dol is op mijn boek. Ik heb de indruk dat Poetin nu en dan De dag van de opritsjnik leest om inspiratie op te doen over wat zijn volgende zet zal zijn. Mijn boek staat werkelijk vol goede ideeën voor een losgeslagen dictator. Als literator ben ik natuurlijk verheugd dat ik de toekomst zo goed heb voorspeld. Maar als burger had ik het graag bij het verkeerde eind gehad.
U vergelijkt het Rusland van vandaag met dat van Ivan de Verschrikkelijke. Waarom net die periode?
SOROKIN: Omdat de heerschappij van Ivan de Verschrikkelijke een bepalende periode is in de geschiedenis van Rusland. Het huidige machtssysteem van Rusland is een soort gigantische piramide, met één persoon die van bovenaf iedereen onder hem aanstuurt. Dat systeem is bedacht door Ivan de Verschrikkelijke. Daarvoor richtte hij de Opritsjnina op, een soort middeleeuwse SS die terreur zaaide en in naam van de tsaar tienduizenden mensen vermoordde. Ivan de Verschrikkelijke heeft een onoverbrugbare barrière tussen de machthebbers en het volk opgeworpen. Vandaag is die constructie sterker dan ooit.
Ik kreeg het idee van het boek tien jaar geleden, toen onze machthebbers begonnen te zeggen dat Rusland zelfstandig moest zijn. Dat we het Westen niet nodig hadden om vooruit te komen. Uit het Westen kwamen volgens hen immers alleen slechte dingen: liberalisme, democratie, homoseksualiteit. Ik heb die denkoefening voor hen gemaakt. Wat gebeurt er als Rusland een muur zou bouwen met het Westen?
Vindt u dat die muur vandaag bestaat?
SOROKIN: Een echte muur kan Rusland niet bouwen. Het is zo corrupt dat de bakstenen al gestolen zouden zijn voor we aan de metselwerken kunnen beginnen. Maar de muur bestaat al lang in onze hoofden. De televisiekanalen, die allemaal in handen van de machthebbers zijn, hebben zombies van ons gemaakt. We hebben de laatste tien jaar voortdurend gehoord dat we omringd zijn door vijanden. Dat er zich een vijfde kolonne van liberalen en nationale verraders onder ons bevindt. Dat we het sterkste volk ter wereld zijn, dat we een imperium verdienen. De media bouwen elke dag een muur in het hoofd van de Russen.
Waarom geloven Russen die propaganda zo gemakkelijk? In de Sovjettijd leek niemand die propaganda serieus te nemen.
SOROKIN: Het systeem van propaganda is helemaal anders. In de tijd van Brezjnev was de boodschap simpel: ‘ons doel is communisme, wij bouwen aan de toekomst’, en dat herhaalden ze dan honderd keer per dag. De huidige propaganda is slimmer. Ze houdt rekening met de zwakheden van de postsovjetmens. Ze speelt voortdurend in op angsten: de Amerikanen hebben ons vernederd in de jaren negentig en willen onze olie- en gasvoorraden stelen. Het Westen wil ons territorium inpikken. En er is maar één man die ons tegen al die rampspoed kan beschermen, en dat is Vladimir Poetin. Het is heel moeilijk om je aan die boodschap te onttrekken.
Is Rusland een bedreiging voor de wereld?
SOROKIN: Niet echt, omdat het nieuwe imperialisme te duur is voor onze economie. Stalin en Brezjnev konden het zich veroorloven om imperialist te zijn, omdat de economie van de Sovjet-Unie relatief stevig was. Vandaag lukt dat niet meer. We zijn volledig afhankelijk van olie en gas. Rusland maakt niets zelf meer. Alles wordt geïmporteerd. Twee jaar geleden, toen we de Olympische winterspelen organiseerden, heerste er nog algemene euforie. Die is nu weg. De muur in onze hoofden begint barsten te vertonen.
Wie zijn vandaag de opritsjniks?
SOROKIN: De opritsjnina leeft voort in elke politieagent. Elke agent is een bezetter van zijn eigen land. Dat is het verschil tussen Rusland en het Westen. In het Westen dient de staat de burger. Bij ons dient de burger de staat.
Ondanks zijn gruwelijke regime was Ivan de Verschrikkelijke in zijn tijd populair bij de bevolking. Ook de huidige president is nog steeds enorm populair. Hoe komt dat?
SOROKIN: Veel Russen hebben een soort sadomasochistische verhouding tot de machthebbers. We zijn ontzettend bang voor hen, maar tegelijk voelen we een passionele liefde. We hebben dat middeleeuwse complex nooit van ons afgeschud. Lenin hield het volk voor dat het de tsaar haatte, en dat we het tsarisme moesten vernietigen om niet meer onderdrukt te worden. Maar in de praktijk hebben de bolsjewieken de machtspiramide van Ivan de Verschrikkelijke gemoderniseerd. Stalin heeft het systeem geperfectioneerd, door de repressie nog gruwelijker te maken. En zo zat de Sovjetmens opnieuw gevangen in een verschrikkelijke totalitaire staat.
Hoe komt het dan dat zo veel Russen Stalin nog steeds als een groot leider zien?
SOROKIN: Omdat we nooit afscheid hebben genomen van ons verleden. In 1945 heeft Duitsland zijn geschiedenis begraven. Ze hebben het nazisme afgezworen en veroordeeld, en ze hebben de draad weer opgepikt. Het Rusland van Boris Jeltsin had geen tijd – en geen geld – voor een begrafenis, dus ze hebben het lijk van Stalin aan de kant geveegd, in de hoop dat de erfenis van de Sovjet-Unie zichzelf zou begraven. Alleen bleek Stalin niet dood, en waart hij vandaag nog steeds als een soort zombie door Rusland. We moeten onszelf dringend van dat complex bevrijden. Veel Russen willen de waarheid gewoon niet kennen. Mijn grootmoeder zei me altijd: ‘Ik wens niet te geloven in de misdaden van Stalin. Het maakt me niet uit hoeveel mensen hij vermoord heeft: ik geloofde in hem.’ Die vrijwillige onwetendheid is Ruslands grootste probleem.
In veel van uw boeken speelt China een belangrijke rol. Vanwaar die fascinatie?
SOROKIN: Rusland en China lijken enorm op elkaar. China heeft ook nooit afscheid genomen van zijn totalitaire verleden. Daarom zal China net als Rusland nooit een echte beschaving ontwikkelen. Ze kunnen de iPhone wel namaken, maar ze creëren geen eigen technologie. Ze kopen alle topwerken in de hedendaagse kunst, maar hebben geen eigen kunstenaars. Als een staat zijn totalitair verleden niet begraaft, kan hij zich niet ontwikkelen.
In De dag van de opritsjnik hebben de Chinezen grote delen van Siberië geannexeerd.
SOROKIN: Dat is een onderbewust complex in mijn land. Veel Russen hebben een diepgewortelde angst dat China op een bepaald moment delen van Rusland zal annexeren. Dat is eigenlijk al aan de gang. In Siberië is er een enorme influx van Chinese immigranten. In bepaalde delen van de grensstreek zijn de Chinezen bijna in de meerderheid. Veel Russen zijn bang dat ze weggeconcurreerd zullen worden op de arbeidsmarkt. Wat niet verwonderlijk is, want de Chinezen zijn nu eenmaal – laat ik het beleefd zeggen – energieker dan de Russen. We hebben meer reden om bang te zijn voor de Chinezen dan voor de Europeanen.
Ziet u China als een concreet gevaar?
SOROKIN: Het grootste gevaar voor de toekomst van Rusland is het machtssysteem. Rusland is al lang niet meer in crisis, we spreken ondertussen van een catastrofe. De toestand verslechtert ontzettend snel. Door de economische sancties en de lage olieprijs is het geld op. Bedrijven gaan failliet, winkels sluiten de deuren, er zijn geen geneesmiddelen meer te krijgen. Er is geen politiek debat meer, het gerechtelijke apparaat is dood. Rusland is vandaag zoals de Titanic. De muziek klinkt nog, maar het schip gaat hopeloos de dieperik in.
U maakte het verval van de Sovjet-Unie in de jaren tachtig mee. Is dit vergelijkbaar?
SOROKIN: De toestand is veel ernstiger dan op het eind van de jaren tachtig. Toen hadden we nog hoop. We hoopten dat dat verschrikkelijke Sovjetsysteem omver zou vallen en dat we een soort Europese democratie zouden worden. We waren bereid om als Europeanen te leven en niet langer in die idiote Sovjetmythe te geloven. Die hoop hebben we niet langer. We hebben democratie geprobeerd in de jaren negentig, maar het is totaal mislukt. Ook het autoritaire model loopt nu op zijn laatste benen. We hebben elke staatsvorm al geprobeerd, en het is ons nooit gelukt om een normale staat uit te bouwen.
Gelooft u dat het uur van de revolutie aangebroken is?
SOROKIN: Er moet een revolutie komen. Maar dat kan pas wanneer het huidige systeem in elkaar stort.
Een machtssysteem stort niet vanzelf in.
SOROKIN: Oh, maar het systeem is al in elkaar aan het storten. Iedereen zit op dezelfde Titanic: Poetin, de oligarchen, de siloviki (de haviken in het Kremlin, nvdr), elke zakenman, elke zwerver. De dominostenen zijn aan het vallen. (grijnst)Wir gucken mal an.
Hoe zal Rusland er echt uitzien in 2028?
SOROKIN: Ik ben geen profeet. Ik heb altijd gedacht dat ik het niet meer zou meemaken, maar ik moet mijn mening herzien. Wie weet maak ik de dag nog mee dat Rusland een normaal functionerend land wordt.
Kruipt u zelf nog mee op de barricades?
SOROKIN: Nee, ik heb mijn kans gehad, in 1991. Tijdens de mislukte putsch tegen Michaïl Gorbatsjov stond ik net als vele duizenden op het Ljoebjankaplein in Moskou, waar de KGB gevestigd was. Enkele betogers hadden kabels gehangen rond het standbeeld van Feliks Dzerzjinski, de oprichter van de KGB. Op het moment dat ze het beeld wilden omvertrekken, werden ze tegengehouden door een mannetje van Boris Jeltsin, die toen president was. Hij vroeg om het standbeeld alstublieft niet tegen de grond te trekken. Anders zouden er ‘belangrijke telefoonkabels’ beschadigd kunnen worden. We hebben twee uur staan wachten op een kraan, die het standbeeld wegtakelde. In die twee uur ging bij mij elke hoop op revolutie verloren. We hadden de kans om komaf te maken met het Sovjetsysteem, maar we hebben werkeloos toegekeken. Ik heb geleerd dat fluwelen revoluties niet werken. Ik beklaag me tot vandaag dat we dat beeld toen niet aan stukken hebben geslagen.
DOOR JEROEN ZUALLAERT, FOTO’S DIETER TELEMANS
‘Mijn boek staat vol goede ideeën voor een losgeslagen dictator.’
‘Veel Russen hebben een soort sado-masochistische verhouding tot de machthebbers.’