JA

‘Voor alle duidelijkheid: ik heb absoluut niets tegen Diddl. Eigenlijk vind ik het zelfs wel een leuk beest. We hebben er dan ook niets op tegen dat onze leerlingen Diddl-spullen zoals boekentassen en pennenzakken mee naar school brengen.

Waar wij het wél moeilijk mee hebben, is de ruilhandel van Diddl-briefpapier. Eerst dachten we dat het de zoveelste rage was, maar al snel begon het uit de hand te lopen.

Sommige leerlingen liepen hier rond met overvolle boekentassen met daarin drie volle kaften vol Diddl-briefpapier. Sterker nog: vroeger gebeurde het wel eens dat kinderen hun boterhammen vergaten en dan bracht mama of papa die naar school. Maar plots stonden er nu ook moeders met mappen vol Diddl-briefpapier voor de deur.

De ruilhandel veroorzaakte vaak problemen in de klassen. Heel wat leerlingen waren met hun gedachten niet meer bij de les. Vaak zaten ze gewoon af te tellen naar de speeltijd, omdat ze dan konden ruilen. Op de speelplaats leidde de ruilhandel dan weer tot felle ruzies en conflicten.

Komt daar nog bij dat die Diddl-spullen niet goedkoop zijn. Er zijn natuurlijk ouders die de prijs voor die dingen willen betalen. Maar er zijn ook heel wat ouders die dat niet willen of doodgewoon niet kunnen. Met alle gevolgen van dien. Hun kinderen werden uitgestoten. Of ze gingen alles doen om toch te kunnen meedoen aan de ruilhandel.

Om al die redenen hebben we beslist om in te grijpen en de ruilhandel te verbieden. Per slot van rekening zijn we toch vooral een onderwijsinstelling: we moeten alle leerlingen met elkaar leren omgaan. Natuurlijk weet ik ook dat dit maar een rage is en dat het over een paar maanden misschien al overgewaaid is. Maar intussen hebben we gedurende die twee maanden wel ruzie op school. En dat zijn er simpelweg twee te veel. Of de leerlingen teleurgesteld zijn door het verbod? Ja, natuurlijk. Daarom hebben we hen een alternatief voorgesteld: voor de kerstvakantie mogen ze een ruilbeurs organiseren.’

NEE

‘Diddl is een lieve muis, die in Kaaskoekjesland woont en verliefd is op Diddlina. Het is inderdaad opmerkelijk dat de muis vandaag tot zo een hype is uitgegroeid. Vooral omdat ons bedrijf helemaal geen marketingafdeling heeft. We hebben bijvoorbeeld nooit advertenties of tekenfilms laten maken om Diddl te promoten. Dat is onze filosofie: kinderen moeten onze producten oppikken zonder invloed van reclame. En het werkt, hé. Eerst was Diddl een rage bij Duitse tieners. En nu is het de beurt aan Frankrijk, Nederland en België.

Daar is niets mis mee. Kinderen zijn van nature uit verzamelaars. Wie heeft er nu nog nooit in zijn leven iets verzameld? Voor de kinderen is dat vandaag toevallig Diddl. Ouders en leerkrachten zouden juist blij moeten zijn dat jongelui Diddl-spullen verzamelen in plaats van oorlogsspeelgoed. Achter ons product zit tenminste een heel duidelijke boodschap, die je kunt samenvatten in drie woorden: liefde, humor en vriendschap. In Diddl-producten zul je bijvoorbeeld nooit een spoor van geweld terugvinden.

Daarom vind ik de reactie van de schooldirecties overtrokken. Natuurlijk vind ik het ontoelaatbaar dat kinderen tijdens de lessen Diddl-spullen beginnen te ruilen. Of, erger nog, dat die ruilsessies uitmonden in ruzies. Kinderen gaan naar school om iets te leren. Ik vind dat ze tijdens de speeltijd of na de schooltijd moeten ruilen. Ik heb er wel een probleem mee als directeurs zeggen dat onze producten duur zijn. Toegegeven: wij hebben producten die 150 euro kosten, zoals een pluche Diddl-muis van 120 centimeter. Maar zoiets koop je toch niet elke dag?

En daarnaast hebben wij ook heel goedkope spullen. Zo verkopen we bijvoorbeeld ook potloden voor 50 eurocent of een gom voor 1 euro. Het is dus niet waar dat bepaalde kinderen geen Diddl-spullen kunnen kopen, zoals de schooldirecteurs vandaag suggereren. Wij proberen juist aan alle kinderen die mogelijkheid te geven.’

Opgetekend door Stijn Tormans

‘Het begon uit de hand te lopen.’

‘Kinderen verzamelen altijd wel wat.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content