JA

OPGETEKEND DOOR JAN JAGERS

Het recht op gezondheid weegt hier zwaarder dan het recht op privacy, vindt u. Uw partij denkt daar anders over: ze steunt uw voorstel niet.

Ik ben me er bewust van dat ik niet namens de partij spreek en dat het maatschappelijk draagvlak voor mijn voorstel beperkt is, maar gezien de ernst van de problematiek wil ik er toch voor gaan. Om het debat dat De Vlaamse Liga tegen Kanker een half jaar geleden lanceerde opnieuw aan te trekken.

Dat passief roken de gezondheid schaadt, is intussen bewezen en heeft geleid tot een rookverbod in openbare gebouwen, op de werkvloer en in restaurants. Maar het effect van die maatregelen op de gezondheid van kinderen is quasi nihil. Uit een enquête van de Vlaamse Liga tegen Kanker blijkt zelfs dat 17 procent van alle rokers nu meer thuis rookt dan vroeger. Door passief roken stap voor stap te bannen concentreren we het kennelijk daar waar kinderen zijn: in de auto, in de huiskamer. Kinderen hebben daar geen verweer tegen en zijn er het slachtoffer van: passief roken verhoogt twee- tot driemaal het risico op wiegendood, verhoogt de kans op astma, en leidt tot infecties en duizenden extra ziekenhuisopnames per jaar. Omdat een rookverbod in cafés het aantal rokers thuis nog vergroot, is het minstens even belangrijk dat we de discussie voeren over het verbieden van roken in een gesloten kamer waar kinderen bij zijn.

Ook als dat in de praktijk onafdwingbaar blijkt?

Dat zo’n verbod per definitie onafdwingbaar is, daar ben ik het absoluut niet mee eens. In cafés en restaurants werkt de sociale controle toch? Wel, die begint maar te functioneren als de wet duidelijk is. Familie, vrienden, desnoods de kinderen zelf moeten dit verbod helpen handhaven.

Is gerichte preventie niet doelmatiger?

We moeten preventiecampagnes blijven organiseren, maar op het terrein schieten die hun doel vaak voorbij, zo blijkt uit onderzoek.

Terwijl iedereen weet dat ook passief roken schadelijk is, wordt in twee op drie gezinnen met rokende ouders toch gerookt in het bijzijn van de kinderen. Waarom dat dan niet verbieden?

Laat ik op voorhand dit zeggen: roken in het bijzijn van kinderen is heel ongezond en absoluut not done. Daarover is iedereen het eens. Maar roken in de huiskamer bij wet verbieden, dat valt niet te controleren. Een big-brothersamenleving met in elke huiskamer een camera? Dat is niet de maatschappij die wij voor ogen hebben. En wat meer is: wie een wet waarvan we weten dat hij niet afdwingbaar is toch goedkeurt, organiseert de devaluatie van ál het wetgevende werk.

Wat stelt u dan voor om kinderen te beschermen?

Om het passief roken door kinderen thuis terug te dringen, moet de overheid nog meer sensibiliseren. De middelen waarmee nu campagnes worden opgezet, komen vaak uit fondsen die gespekt zijn door de tabaksproducenten. De overheid zou eigenhandig veel meer moeten investeren in campagnes in de media en op scholen.

Ook als die preventie in de praktijk haar doel voorbijschiet?

Preventie is uiteraard niet het enige instrument. Wij pleiten ook voor een rookverbod in de horeca, bijvoorbeeld. Maar dat kun je controleren, roken in de huiskamer niet.

Actieve controle, door de politie, is niet de bedoeling. Wel de sociale controle aanscherpen met een wet die dan dient als basis en als stok achter de deur.

Een huiskamer is geen café, dus sociale controle zou er niet op dezelfde manier werken. Die controle mag er zijn, maar mensen zijn thuis meer alleen dan dat ze bezoek hebben. Een wet maken heeft geen zin. We moeten rokers de boodschap geven dat ze minstens wachten tot de kinderen zijn gaan slapen, of beter nog: altijd buiten roken.

Doet u dat zelf?

Roken is een verslaving waar ik niet trots op ben, maar zelf rook ik altijd buiten, ja. (lacht)

NEE

Het recht op gezondheid weegt hier zwaarder dan het recht op privacy, vindt u. Uw partij denkt daar anders over: ze steunt uw voorstel niet.

Ik ben me er bewust van dat ik niet namens de partij spreek en dat het maatschappelijk draagvlak voor mijn voorstel beperkt is, maar gezien de ernst van de problematiek wil ik er toch voor gaan. Om het debat dat De Vlaamse Liga tegen Kanker een half jaar geleden lanceerde opnieuw aan te trekken.

Dat passief roken de gezondheid schaadt, is intussen bewezen en heeft geleid tot een rookverbod in openbare gebouwen, op de werkvloer en in restaurants. Maar het effect van die maatregelen op de gezondheid van kinderen is quasi nihil. Uit een enquête van de Vlaamse Liga tegen Kanker blijkt zelfs dat 17 procent van alle rokers nu meer thuis rookt dan vroeger. Door passief roken stap voor stap te bannen concentreren we het kennelijk daar waar kinderen zijn: in de auto, in de huiskamer. Kinderen hebben daar geen verweer tegen en zijn er het slachtoffer van: passief roken verhoogt twee- tot driemaal het risico op wiegendood, verhoogt de kans op astma, en leidt tot infecties en duizenden extra ziekenhuisopnames per jaar. Omdat een rookverbod in cafés het aantal rokers thuis nog vergroot, is het minstens even belangrijk dat we de discussie voeren over het verbieden van roken in een gesloten kamer waar kinderen bij zijn.

Ook als dat in de praktijk onafdwingbaar blijkt?

Dat zo’n verbod per definitie onafdwingbaar is, daar ben ik het absoluut niet mee eens. In cafés en restaurants werkt de sociale controle toch? Wel, die begint maar te functioneren als de wet duidelijk is. Familie, vrienden, desnoods de kinderen zelf moeten dit verbod helpen handhaven.

Is gerichte preventie niet doelmatiger?

We moeten preventiecampagnes blijven organiseren, maar op het terrein schieten die hun doel vaak voorbij, zo blijkt uit onderzoek.

Terwijl iedereen weet dat ook passief roken schadelijk is, wordt in twee op drie gezinnen met rokende ouders toch gerookt in het bijzijn van de kinderen. Waarom dat dan niet verbieden?

Laat ik op voorhand dit zeggen: roken in het bijzijn van kinderen is heel ongezond en absoluut not done. Daarover is iedereen het eens. Maar roken in de huiskamer bij wet verbieden, dat valt niet te controleren. Een big-brothersamenleving met in elke huiskamer een camera? Dat is niet de maatschappij die wij voor ogen hebben. En wat meer is: wie een wet waarvan we weten dat hij niet afdwingbaar is toch goedkeurt, organiseert de devaluatie van ál het wetgevende werk.

Wat stelt u dan voor om kinderen te beschermen?

Om het passief roken door kinderen thuis terug te dringen, moet de overheid nog meer sensibiliseren. De middelen waarmee nu campagnes worden opgezet, komen vaak uit fondsen die gespekt zijn door de tabaksproducenten. De overheid zou eigenhandig veel meer moeten investeren in campagnes in de media en op scholen.

Ook als die preventie in de praktijk haar doel voorbijschiet?

Preventie is uiteraard niet het enige instrument. Wij pleiten ook voor een rookverbod in de horeca, bijvoorbeeld. Maar dat kun je controleren, roken in de huiskamer niet.

Actieve controle, door de politie, is niet de bedoeling. Wel de sociale controle aanscherpen met een wet die dan dient als basis en als stok achter de deur.

Een huiskamer is geen café, dus sociale controle zou er niet op dezelfde manier werken. Die controle mag er zijn, maar mensen zijn thuis meer alleen dan dat ze bezoek hebben. Een wet maken heeft geen zin. We moeten rokers de boodschap geven dat ze minstens wachten tot de kinderen zijn gaan slapen, of beter nog: altijd buiten roken.

Doet u dat zelf?

Roken is een verslaving waar ik niet trots op ben, maar zelf rook ik altijd buiten, ja. (lacht)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content