Heeft het westerse politiek-economische model zijn beste tijd gehad? Westerse waarden blijven attractief, stelt de Amerikaanse politicoloog Francis Fukuyama, maar de laatste twee decennia zijn de elites gewoon tekortgeschoten. ‘De financiële crisis is bijzonder slecht aangepakt. Dat heeft de mensen erg bang gemaakt.’

De Amerikaanse politicoloog Francis Fukuyama baarde in 1992 mondiaal opzien met zijn boek Het einde van de geschiedenis en de laatste mens. Voor Fukuyama stond het vast: na de val van de Muur (1989) en de overwinning van het Westen is er geen alternatief voor de liberale democratie die zich geleidelijk over de hele wereld ontplooit.

Nemen we aan dat Donald Trump president wordt: wat gebeurt er dan met uw voorspelling dat het liberalisme zich op lange termijn wereldwijd zal verspreiden?

FRANCIS FUKUYAMA: Dat zou zeker een stap achteruit zijn. Wat Amerika betreft, denk ik evenwel dat het Amerikaanse geloof in de instellingen sterk genoeg is en dat Trump niet in staat zal zijn om het hele systeem om zeep te helpen. Wat me optimistisch stemt, is het feit dat Trump een opportunist is, zonder diepgaande ideologische overtuigingen. Hij is een zakenman. Als hij aan de macht komt, zal hij deals maken. Maar natuurlijk: alleen al de gedachte dat zo’n man president zou kunnen worden, is afschuwelijk.

Wijst Trumps succes op een cultuurcrisis?

FUKUYAMA: Helemaal niet. Zijn aanhangers komen hoofdzakelijk uit de oude, blanke arbeidersklasse. Het zijn mensen die nu een lager inkomen hebben dan de generatie van hun ouders. Ze voelen zich een nieuwe onderklasse. Ze voelen zich zoals de Afro-Amerikanen zich twintig, dertig jaar geleden voelden. En als Trump hun belooft: ‘Wij maken Amerika opnieuw groot’, dan heeft dat voor hen een concrete sociale betekenis. Ze verlangen terug naar de jaren vijftig en zestig.

Dat was Amerika’s golden era.

FUKUYAMA: Ja, toen waren er hoge inkomens, een sterke groei, veel werkgelegenheid en bovenal: de rijkdom was vrij gelijkmatig verdeeld. Zowel Democraten als Republikeinen willen terug naar de goeie ouwe tijd: de Democraten, omdat ze geloven dat de New Deal destijds veel opgeleverd heeft. Er was veel sociale politiek en de regering speelde nog een doorslaggevende rol. En de Republikeinen verheerlijken dat tijdperk omdat Amerika toen sterk en het patriottisme groot was. Maar er is geen weg terug naar het gouden tijdperk. We kunnen niet langer uitgaan van de regel dat technologische vooruitgang nieuwe jobs creëert. Daardoor wordt de technologie een belasting voor de democratie, net zoals de opwarming van de aarde en andere dingen die grenzen stellen aan de groei. De stabiliteit van de democratie en het kapitalisme hangt in beslissende mate af van een voortdurende groei. Zonder groei valt er niets te verdelen. Er ontstaan sterke ongelijkheden, en die dagen de legitimiteit van het systeem uit. Dat is de kans van de populisten.

Wat kunnen regeringen daartegen doen?

FUKUYAMA: De democratieën moeten die mensen een stem geven. Misschien hangt zelfs de toekomst van de democratie ervan af; in elk geval wordt dat de centrale vraag waarmee de democratie geconfronteerd zal worden. Een deel van het probleem is ook dat de traditionele sociaaldemocratische linkerzijde gewend was het antwoord paraat te hebben: sociale zekerheid en herverdeling. Ik weet niet zeker of dat vandaag nog werkt.

Omdat de problemen niet langer op nationaal niveau opgelost kunnen worden?

FUKUYAMA: Precies daarover gaat het. Het is bijzonder moeilijk om over de grenzen van de nationale staat heen identiteit en gemeenschapsgevoelens te creëren. Een groot probleem in de Europese Unie was dat ze de zaken ongelooflijk technocratisch aanpakte. Ze sprak enkel over een economische integratie en verzuimde de creatie van een diepere Europese identiteit. Ook daarom is het voor rechtspopulisten kinderspel om in tijden van crisis nationale ressentimenten te mobiliseren. Kortom: een louter economische integratie is niet genoeg.

Maar identiteit kun je niet zomaar fabriceren.

FUKUYAMA: Natuurlijk wel, de VS zijn het beste voorbeeld. Identiteit berust hier niet op etnische of religieuze categorieën. Ze stoelt op de loyaliteit aan de grondwettelijke principes en de democratische beginselen.

Zien Orbán en Poetin kansen in dat gebrek aan identiteit?

FUKUYAMA: Orbanisme en poetinisme zijn niet duurzaam. In de geglobaliseerde wereld worden de samenlevingen in toenemende mate multicultureel. Oost-Europa maakt dat nu juist mee. Het liberalisme ontstond toen de Europese godsdienstoorlogen beëindigd werden, toen Europa met een grote religieuze verscheidenheid moest leren leven. De rationele oplossing was een leer van religieuze tolerantie, die katholieken en protestanten in staat stelde om naast elkaar te leven. In het Midden-Oosten is er maar één oplossing om een einde aan de soennitisch-sjiitische burgeroorlog te maken: religie tot een privéaangelegenheid verklaren. De staatsmacht moet het niet voor een bepaald geloof opnemen. Liberalisme is een rationele oplossing om te regeren binnen een grote verscheidenheid. Maar orbanisme en poetinisme wijzen diversiteit af.

Liberale maatschappijen zijn wereldwijd op hun retour. Is het tijdperk van het liberalisme in zijn eindfase?

FUKUYAMA: Ik denk niet dat er ooit een tijdperk van het liberalisme heeft bestaan. Het liberalisme op zich was nooit toereikend, het ging gepaard met een bepaald soort democratie en een specifieke vorm van economie. Het heeft ook behoefte aan bepaalde culturele basisvoorwaarden, waarvan er enkele problematisch zijn geworden. Daarenboven gaan energieproductie en gebrek aan democratie hand in hand. Landen met veel grondstoffen hoeven hun burgers niet zwaar te belasten. De overvloed aan grondstoffen bespaart hen democratische hervormingen. Maar zodra de inkomsten uit de verkoop van grondstoffen dalen, komen die landen in een zware crisis terecht. Kijk maar naar Rusland. Dat speelt in het voordeel van democratieën, want daardoor kunnen autoritaire landen niet langer de indruk wekken dat ze als alternatief voor het liberalisme in aanmerking komen.

Maar Poetin is toch in een opperbeste stemming? Hij voelt zich groot en sterk en heeft veel aanhangers.

FUKUYAMA: Wat ik maar niet begrijp, is hoe goed de Russische regering erin slaagt door een uitgekiend gebruik van de media haar bevolking te manipuleren. Ik heb destijds mijn dissertatie over de Sovjet-Unie geschreven: niemand geloofde ook maar een woord van wat de regering verklaarde. Men geloofde steeds het tegendeel van wat er in de Pravda stond. Nu lijken de meeste mensen het systeem en zijn media blind te vertrouwen. Ze geloven dat Oekraïners kinderen kruisigen en meer van dat soort zaken. Ze geloven dat, hoewel ze absoluut niet van de wereld afgesloten zijn. Ze hebben toegang tot het internet. Rusland is Noord-Korea niet.

Poetin heeft ook vrienden bij het Front National en de AfD. Vanwaar komt de aantrekkingskracht van het antiliberalisme?

FUKUYAMA: Wat moet ik daarop antwoorden? Op korte termijn zijn de mensen niet onvoorwaardelijk rationeel, maar op lange termijn zijn ze dat wél. In Rusland zal de economische prestatie doorslaggevend zijn, en wat dat betreft staan het land de komende tien jaar grote problemen te wachten. De mensen zullen dan helaas voelen in wat voor politiek systeem ze leven. Dat is al erg genoeg. Maar werkelijk gevaarlijk zijn de effecten op de internationale relaties. Poetin heeft alleen maar het nationalisme om op terug te vallen. Het nationalisme legitimeert zijn rol. Dat baart me zorgen.

Poetins aanbod luidt: ik ben het betere Westen. Bij mij zijn de christelijke Europese waarden in betere handen. Met welke belofte kan het Westen uitpakken?

FUKUYAMA: De protesten op het Maidanplein hebben getoond hoe aantrekkelijk westerse waarden zijn. Maar het klopt: in de laatste twee decennia zijn de elites in zowel Europa als Amerika gewoon tekortgeschoten. De financiële crisis werd bijzonder slecht aangepakt en dat heeft de mensen erg bang gemaakt. Velen hebben hun werk verloren. Nu overheerst een gevoel van onzekerheid en instabiliteit. We beginnen ons nog maar net te realiseren dat democratie zich niet vanzelf handhaaft. We moeten onze instellingen voortdurend vernieuwen, en dan denk ik vooral aan de Verenigde Staten. Zolang ze niet in staat zijn orde te scheppen in hun politieke systeem, zouden ze ermee moeten ophouden de wereld hun democratische waarden aan te prijzen.

Wat is het probleem van Europa?

FUKUYAMA: Europa heeft met twee crises af te rekenen. De ene betreft de euro en de andere de vluchtelingen. In een crisis zoekt iedereen toevlucht tot de eigen nationale solidariteit, ten koste van de anderen. Ik weet niet zeker of Europa in zijn integratie ooit verder zal gaan dan nu. Maar ik ben ook niet al te pessimistisch, omdat ik geloof dat het zeer moeilijk zou zijn om de Europese instellingen te slopen. De EU zal voortlaveren van crisis naar crisis, maar ze zal blijven bestaan.

En de rol van Duitsland in Europa?

FUKUYAMA: Wat de Amerikanen niet begrijpen, is dat Duitsland zich blijft vastklampen aan het neoliberalisme. In Amerika keerden we bij het begin van de crisis terug naar de keynesiaanse economie. En de kloof tussen ons gaat over de vraag waarom men daar in Duitsland geen begrip voor opbracht. Dat is voor mij een raadsel, omdat we in een situatie verkeren die even gevaarlijk is als in de jaren dertig. Ik deel de algemene Amerikaanse verbazing over Duitsland.

Heeft bondskanselier Merkel juist gehandeld in de vluchtelingencrisis?

FUKUYAMA: Ze zou openlijk over de problemen moeten spreken. Als de mensen bang zijn voor meer criminaliteit, dan zou ze daarop moeten ingaan. Schengen kan niet functioneren als de EU-buitengrenzen niet beveiligd worden. Merkel heeft blijkbaar een plan, maar ze moet dat ook realiseren. Er zou duidelijk gedefinieerd moeten worden wie werkelijk een politiek vluchteling is en welke mensen naar de EU kunnen komen.

Heeft de geschiedenis een doel?

FUKUYAMA: Ja, maar dat is geen automatisch proces. Het is vaak een stap vooruit en een stap achteruit. Maar een samenleving kan niet voortdurend op een vroeger ontwikkelingsniveau terugvallen.

Vooruitgang als dialectisch proces, is het dat wat u voor de geest staat?

FUKUYAMA: Marxisten geloven dat de technisch-economische ontwikkeling in elk geval de modernisering begunstigt, onafhankelijk van de historische acteurs. Dat geloof ik niet. Zonder de menselijke wil, zonder de strijd voor democratie en de juiste personen zal het niet lukken. Voor mij spelen de handelende persoonlijkheden nog altijd een beslissende rol.

Hoe ziet u China evolueren?

FUKUYAMA: China is een testcase. Het is het enige alternatief voor een liberale, kapitalistische democratie. Het land is technisch en economisch geavanceerd, maar het doet aan modernisering zonder democratie. Waarom juist China? Zijn daar culturele redenen voor? En is China een stabiel en duurzaam systeem? Ik denk het niet.

Was het een illusie te geloven dat de moderniteit zich over de hele wereld zou verspreiden?

FUKUYAMA: Niet de modernisering op zich loopt gevaar. Kijk naar de Aziatische landen: er zijn geen fundamentalisten in China of Korea. Die landen zorgden ervoor dat de mensen werk kregen en ze lieten hen genieten van de voordelen die de technologische vooruitgang te bieden heeft. Fundamentalistische bewegingen staan sterk in samenlevingen waar pogingen tot moderniseren mislukten. In het Midden-Oosten hebben de mensen televisie en internet en zien ze dat de rest van de wereld beter leeft dan zij. Waar de modernisering functioneert, zorgt ze voor haar eigen legitimering.

Waar dan?

FUKUYAMA: Er zijn positieve ontwikkelingen in Latijns-Amerika, waar linkse bewegingen in Ecuador, Venezuela en Argentinië een populistische politiek uitprobeerden. De meeste mislukten jammerlijk. Onlangs hadden we verkiezingen in Argentinië, Venezuela en Bolivia, waar de mensen regeringen van het democratische midden gekozen hebben.

Zou u als hegeliaan zeggen dat de wereld ondanks alles in de juiste richting evolueert?

FUKUYAMA: Modernisering zorgt voor groei en in de groei ontstaat de middenklasse. Ze wil meer politieke participatie. Rijkere landen zijn daarom in de regel democratischer. Er is een evolutie in die richting, maar die ligt niet vast. Het hangt ook af van de politici en hun beslissingen.

Nemen Aziatische politici de juiste beslissingen?

FUKUYAMA: In zijn geheel beweegt Azië zich in de verkeerde richting. China, Japan en Korea zijn nu veel nationalistischer, ook India wordt nationalistischer. Ik maak me zorgen dat Azië op grotere conflicten afstevent. Azië heeft nooit lessen uit de Tweede Wereldoorlog getrokken.

Sinds uw boek over het einde van de geschiedenis zien we een terugkeer van etnische en religieuze conflicten. Hebt u dat onderschat?

FUKUYAMA: In mijn boek refereerde ik aan Nietzsches gezegde van ‘de laatste mens’…

De mens die leeft zonder conflicten en dus zonder inspiratie?

FUKUYAMA: … en schreef ik dat de moderne, liberale democratie een principieel probleem heeft: ze biedt weliswaar succes en zekerheid, maar ze creëert geen trots en ook geen gemeenschapsgevoel of identiteit. Dat is de fundamentele uitdaging van de liberale democratie. Wie zijn de jonge mensen die voor de IS strijden? Ze zijn niet geïntegreerd en voelen zich solidair met hun eigen gemeenschap. Dat is erg attractief.

Moeten we het einde van de geschiedenis dus nog maar eens uitstellen?

FUKUYAMA: Met het einde van de geschiedenis bedoelde ik dat ik geen alternatief zie dat beter is dan de liberale democratie. Dat einde van de geschiedenis is niet uitgesteld, maar zeker is het voor veel mensen geen realiteit. Op dit moment gaan we in de verkeerde richting.

DOOR MICHAEL THUMANN EN THOMAS ASSHEUER – © Die Zeit

‘De EU zal voortlaveren van crisis naar crisis, maar ze zal blijven bestaan.’ Francis Fukuyama

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content