Goed nieuws voor wanhopige ouders. Uw kleine keikop heeft meer kans om later rijk en succesvol te worden, dan het brave kindje van de buren.
Wie ooit een tweejarige in huis heeft gehad, weet dat het concept ‘peuterpuberteit’ geen flauw verzinsel is. Al zijn er grote verschillen tussen kinderen: het ene zal misschien weleens stampvoeten voor de vorm, maar doet vervolgens flink wat mama of papa zegt. Terwijl het andere urenlang boos blijft kijken, zonder ook maar één millimeter te wijken. Nu is er wetenschappelijk bewijs dat die koppigheid een voordeel kan zijn. Een internationaal onderzoeksteam onderzocht data van 745 Luxemburgse kinderen die twaalf waren in 1968, en vergeleek die met data uit 2008, toen het allemaal prille vijftigers waren. Of die vijftigers een succesvolle carrière hadden uitgebouwd, bleek vooral afhankelijk van hun IQ, de socio-economische status van hun ouders en hun leergierigheid. Maar wanneer de onderzoekers naar hun inkomen keken, viel iets op: hoe vaker ze als kind de regels overtraden en hun ouders uitdaagden, hoe meer ze later verdienden.
Een eenduidige verklaring hadden de onderzoekers niet. Maar in hun onderzoek, dat verscheen in Developmental Psychology, schoven ze enkele hypotheses naar voren. Koppige kinderen verdienen later meer omdat ze veeleisender durven te zijn op belangrijke momenten, zoals een sollicitatiegesprek. Of ze komen meer op voor hun eigen doelen en interesses, wat kan leiden tot een aantrekkelijkere loonbrief. Al is het niet allemaal even rooskleurig: misschien durven die keikoppen meer regels te overtreden, waardoor ze hun hoge loon op onethische manieren binnenrijven.
Eigenwijs of vastberaden
Maar voor ouders die geregeld met de handen in het haar zitten, leest dit toch als goed nieuws. ‘Het is zeker een betrouwbare studie’, zegt Filip De Fruyt, professor Psychologie aan de UGent. ‘Het is positief dat de gebruikte data over het gedrag van de kinderen beoordelingen zijn door leerkrachten. Dat zijn betere informanten dan ouders. Als ouder denk je misschien dat je kind heel koppig en rebels is, maar je hebt natuurlijk weinig vergelijkingsmateriaal. Leerkrachten kunnen dat beter inschatten. Het waren ook allemaal twaalfjarigen, waardoor de typische leeftijdsgebonden koppigheid, die je bij peuters en adolescenten ziet, er niet bijkomt. Alleen is koppigheid een heel breed begrip’, weet De Fruyt. ‘Puur eigenwijs gedrag is eerder problematisch. Maar vastberadenheid en doorzettingsvermogen zijn belangrijke eigenschappen om ergens te geraken, al spelen andere variabelen als intelligentie natuurlijk een rol. Maar dat hebben de onderzoekers meegenomen in de resultaten. Deze studie bewijst vooral dat bepaalde sociaalemotionele vaardigheden hun vruchten kunnen afwerpen op latere leeftijd. De intelligentie en socioculturele achtergrond van een kind zijn niet het enige dat belangrijk is.’
Al hoeft u niet te wanhopen als uw kind eerder meegaand is. ‘Een eigenschap als koppigheid – of doorzettingsvermogen, om het positiever te stellen – is niet zaligmakend in elke situatie’, aldus De Fruyt. ‘Misschien zal je inderdaad beter kunnen onderhandelen over je loon, of sneller een bepaalde opdracht binnenhalen. Maar daarom is het nog niet de sleutel tot persoonlijk geluk. Of tot een breed netwerk. Neem iemand als Steve Jobs: die man was intelligent, rebels en hij had een vleugje geluk. Daardoor heeft hij het ver geschopt. Maar anderzijds was hij niet de gemakkelijkste om mee samen te werken. En of hij gelukkig was, weten we natuurlijk niet.’ Te hard je eigen zin willen doen, kan ook minder goed uitdraaien. ‘Iemand die koste wat het kost zijn doel wil behalen, mist soms flexibiliteit en kansen’, gaat De Fruyt verder. ‘Elke medaille heeft twee zijden. Uit gelijkaardig onderzoek blijkt dat onzekerheid een negatieve voorspeller is: onzekere kinderen hebben later minder kans op succes. Dat klopt deels, maar anderzijds heeft het voordelen om minder sterk in je schoenen te staan en vaker te twijfelen. Zoals Napoleon al zei: wie niet bang is op het slagveld, sneuvelt het eerst. Dat zagen we ook tijdens de bankencrisis: zij die de grootste risico’s namen, zijn gesneuveld. Ook introvertie is een goed voorbeeld. Vroeger werd dat steevast als een negatieve eigenschap bestempeld waar je nergens mee komt, terwijl uit recent onderzoek steeds meer voordelen blijken. Dit onderzoek kan ouders geruststellen: een portie koppigheid kan zeker geen kwaad, maar het is meer dan een eenvoudige goednieuwsshow.’
DOOR STEFANIE VAN DEN BROECK, ILLUSTRATIE BART SCHOOFS
‘Niet te sterk in je schoenen staan en veel twijfelen biedt ook voordelen.’