Hoe herstelbemiddeling in de praktijk kan verlopen : het geval van Patrick en Eric.
Herstelbemiddeling is geen Belgische uitvinding. Onlangs was de Australische criminoloog John Braithwaite, voorvechter van een justitie die herstellend in de plaats van stigmatiserend werkt, de openingsspreker op de internationale conferentie over ?restorative justice for juveniles?, een organisatie van de werkgroep Jeugdcriminologie van de KU Leuven. Braithwaite gaf aan de hand van twee dramatische voorbeelden aan wel impact herstelbemiddeling kan hebben.
Patrick is gearresteerd voor diefstal. De politie stuurt hem naar het gerecht. Hij wordt veroordeeld tot zes maanden opsluiting. Patrick, die als kind mishandeld werd, voelt zich kwaad op de wereld. Terwijl hij opgesloten is, wordt hij er niet beter op. Hij begint heroïne te gebruiken en wordt slachtoffer van meer geweld. Wanneer hij vrijkomt, voelt hij zich wanhopiger en nog meer vervreemd van de maatschappij dan voordien. De volgende twintig jaar onderhoudt hij zijn drugsgebruik met inbraken, autodiefstallen en drugs dealen. Tot hij sterft in de goot. Niemand rouwt om hem.
Eric heeft hetzelfde op zijn kerfstok als Patrick. De politie verwijst hem naar een herstelbemiddelaar. Die wil Eric samenbrengen met mensen die hem kunnen ondersteunen en met het slachtoffer. De bemiddelaar vraagt Eric naar zijn ouders. Eric zegt dat hij geen thuis heeft. Zijn ouders mishandelden hem, hij haat hen. ?Als zij er aan te passen komen, haak ik af.? Grootouders misschien ? ?Nee, die zijn dood.? Van zijn broers en zussen was alleen Annie vriendelijk voor hem, maar ze heeft al jaren geleden het ouderlijk huis verlaten en Eric heeft geen contact meer met haar. Van zijn tantes en ooms, die hem als het zwarte schaap van de familie beschouwden, trok alleen nonkel Jan ooit eens tijd voor hem uit, maar die heeft hij al jaren niet meer gezien. Op school ziet Eric ook niemand (?De leraars behandelden me als een stuk vuil?), maar hij herinnert zich wel een voetbaltrainer die zich fair opstelde.
De bemiddelaar zoekt tot hij de oudste zus, nonkel Jan en de voetbaltrainer gevonden heeft. Hij brengt die mensen samen, haalt er Eric bij, de oude vrouw die hij beroofd heeft en haar dochter.
Ze zitten alle zes in een cirkel. De bemiddelaar loopt het rondje af. Hij herinnert er Eric aan dat het gesprek niets verandert aan de feiten, maar dat wat er tijdens de bemiddeling aan eventuele overeenkomst bereikt wordt, wel naar het gerecht kan overgebriefd worden. Dan vraagt hij Eric om uit te leggen wat er gebeurd is. Eric vertelt dat hij in geldnood zat, de vrouw zag, haar omver duwde en met haar tas wegliep.
De bemiddelaar vraagt nonkel Jan wat hij daarvan vindt. Die zegt dat Eric altijd een goeie jongen geweest is, maar dat hij ontspoord is en zijn ouders zo diep heeft teleurgesteld dat ze niet eens wilden komen vandaag. ?En nu doe je dit. Ik dacht dat je nooit zo laag zou zinken.? Nonkel Jan maakt zich kwaad. Ook de voetbaltrainer zegt dat hij geshockeerd is dat Eric zoiets gedaan heeft. ?Hij was geen gemakkelijke jongen, maar ik dacht altijd dat er een goed hart in stak.? De zus kan niets zeggen, ze is te emotioneel.
Het slachtoffer vertelt : ?Je weet niet wat een moeite het me gekost heeft om alle gestolen kaarten te vervangen.? Haar dochter springt haar bij. ?Het ergste is dat moeder nu bang is om alleen op straat te zijn. Ze heeft ook schrik dat Eric haar opnieuw gaat overvallen.?
Eric maakt een paar snedige opmerkingen, zit er gesloten en vijandig bij. Zijn zus begint te wenen. De bemiddelaar last een pauze in.
Tijdens de pauze vertelt Annie in tranen aan nonkel Jan en aan de bemiddelaar dat ze wel kan begrijpen wat Eric doorgemaakt moet hebben. Ze zegt dat ze het allebei heel hard te verduren gehad hebben onder hun ouders. Veelvuldig misbruikt. Nonkel Jan weet niet wat hij hiervan moet denken.
Na de pauze kijkt Annie Eric in de ogen, dat is de eerste blik tijdens het gesprek die Eric niet kan ontwijken. ?Ik weet wat je doorgemaakt moet hebben met vader en moeder,? zegt Annie. Er valt een heel communicatieve stilte. De oude vrouw krijgt tranen in haar ogen. Het harnas van Eric brokkelt af. Hij wendt zich tot de oude vrouw. ?Sorry voor wat er gebeurd is. Ik wil het terugbetalen, maar ik heb geen geld.? Hij verzekert haar dat ze niet ongerust hoeft te zijn, hij zal haar nooit meer iets doen. ?Ik voel me al veel veiliger,? antwoordt de vrouw. Ze wil haar geld terug, maar ze is er ook bezorgd om dat Eric geholpen wordt om een dak boven zijn hoofd en een job te vinden. Annie zegt dat hij een poosje bij haar kan wonen. De voetbaltrainer heeft wel wat klusjes voor Eric waar hij genoeg mee kan verdienen om de vrouw terug te betalen. Als hij het werk goed doet, zal hij hier en daar een woordje voor Eric doen, belooft hij.
Op einde van de bijeenkomst verontschuldigt Eric zich opnieuw tegenover de vrouw. Die grijpt met beide handen zijn hand vast en wenst hem het allerbeste toe. Nonkel Jan steekt stilletjes een paar geldbriefjes in Annie’s zak, ?om te helpen met de kosten, en bel maar op als er iets is.?
Nadien loopt Erics leven niet over rozen. Verschillende keren raakt hij zonder werk, maar hij kan telkens weer aan de slag. Hij wordt nog eens bij de bemiddelaar op het matje geroepen als hij een paar jaar na het gesprek een fiets steelt. Annie en nonkel Jan blijven hem echter steunen. Behoudens het incident met de fiets, blijft Eric zich aan de letter van de wet houden. De oude vrouw durft zonder schrik de straat op. ?Dat gesprek heeft me doen beseffen wat die jongen doorgemaakt heeft. Dat hij niet iemand is om nog bang voor te zijn.?