Woorden kunnen verschillende en zelfs tegenstrijdige betekenissen hebben naargelang van de context. Neem bijvoorbeeld de term ‘politiek incorrect’. Die kan op een progressieve, aanklagende en taboedoorbrekende inhoud wijzen, maar net zogoed een agressieve, aanvallende en zelfs racistische lading dekken.

Politiek incorrect is ongetwijfeld ook de succesfilm Casa Negra van de 44-jarige Marokkaanse regisseur Noureddine Lakhmari. De film schetst het leven in de ondergrondse wereld van de grote stad Casablanca en gaf in Marokko aanleiding tot een fel maatschappelijk debat. Onderwerp van de polemiek is niet de werkloosheid waarmee de twee jonge hoofdacteurs geconfronteerd worden, niet de louche manier waarop ze aan de kost komen, niet hun vriendschap en ook niet de architecturale misvorming van de stad Casablanca die de regisseur aan de kaak wil stellen. De hele polemiek draait rond de seksscènes en de scheldtirades die de film rijk is.

Naar Amerikaanse normen is de film heel braaf. Maar in Marokko vinden sommigen hem taboedoorbrekend en confronterend, terwijl anderen hem oppervlakkig en laag bij de gronds noemen. De voorstanders argumenteren dat de Marokkaanse cinema eindelijk een begrijpelijke taal spreekt – geen bekakt Arabisch of kunstmatig Marokkaans, maar de taal die de mensen in hun dagelijks leven gebruiken. De scheldwoorden (‘hoerenzoon’, ‘janet’ en varianten) in de film behoren tot de dagelijkse realiteit, niet alleen in de bars en de nachtclubs van Casablanca maar in de volkswijken van alle Marokkaanse steden. De film geeft gewoon de realiteit weer en de Marokkanen moeten met die realiteit leren omgaan, is de conclusie van het Franstalige weekblad Telquel. De tegenstanders zien alleen maar een inhoudelijk en cinematografisch zwakke film die op een goedkope manier de kassa laat rinkelen. ‘Het recept voor snel succes is tegenwoordig bekend’, schrijft een commentator in de Arabischtalige krant Al Massae. ‘Gebruik scènes ‘van onder de gordel’, integreer in de dialoog een woordenschat geïnspireerd op de taal van de bars en de nachtclubs en maak het helemaal af door een link te leggen tussen seksualiteit en islam. Zodra de film vertoond wordt, wacht de regisseur thuis rustig op de kranten van de volgende dag om de fatwa’s door te nemen die oproepen om de film te verbieden en de maker voor de rechter te slepen. En zo wordt de regisseur een held en slachtoffer van de vrije meningsuiting en van de cinematografische vernieuwing.’

Al betreuren veel mensen de ‘vulgariteit’ van de film, Casa Negra is dus een groot succes bij het publiek. En op filmfestivals in Tanger en Dubai heeft hij telkens de prijs voor de beste acteur in de wacht gesleept.

Er is in de Marokkaanse cinema nu duidelijk een trend naar meer realisme, naar het doorbreken van taboes en het confronteren met gevoeligheden. In de media is een vergelijkbare trend merkbaar. Artikels over een vermeend homohuwelijk en dossiers over seksualiteit bij de Marokkanen lijken de voorkeur te krijgen boven sociale conflicten en mogelijke financiële of politieke schandalen. Maar misschien is dit soort politieke incorrectheid slechts de eerste fase naar meer diepgang en kwaliteit in de cinema en in de media.

Ook in Vlaanderen is politieke incorrectheid in. Denk maar aan het hele discours over de ‘linkse kerk’. De kritiek op de vermeende politieke correctheid van linkse intellectuelen neemt soms absurde proporties aan. Laten we dus hopen dat de politieke incorrectheid ook bij ons slechts een fase is op weg naar intellectuele rijpheid en eerlijkheid.

door Samira Bendadi – redactrice van het maandblad Mo*.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content