Minister Jean-Louis Borloo moet de zware sociale hervormingen van de Franse regering doorvoeren. Een nieuwe uitdaging voor de onconventionele politicus.

Jean-Louis Borloo is het sociale gezicht van de Franse regering. De minister van Werkgelegenheid, Werk en Maatschappelijke Samenhang ( ‘cohesion sociale’) moet het rechtvaardig en sociaal beleid uitvoeren, dat president Jacques Chirac aankondigde na de grote nederlaag van zijn rechtse partij UMP bij de regionale verkiezingen eind maart.

Borloo, die in de pers vanwege zijn grote macht ‘de kleine premier’ wordt genoemd, kreeg meteen een stapel brandende dossiers in de schoot geworpen. Zijn voorganger François Fillon lanceerde een aantal grote hervormingsplannen voor een kortere werkloosheidsuitkering, en een nieuw inkomen – lager dan het huidige minimumloon – dat langdurig werklozen aan een gesubsidieerde baan moet helpen. Bovendien moet het te dure ziektekostensysteem op de schop gaan. Hoewel Borloo de scherpste kantjes van de weinig populaire maatregelen mag afnemen, is het een helse taak de hervormingen door te voeren.

De minister dankt zijn sociale reputatie vooral aan zijn beleid als onder- minister van Stadsbeleid en Stadsvernieuwing in de vorige regering. Terwijl de Franse staat vorig jaar trachtte de hand zoveel mogelijk op de knip te houden, wist hij tot 2008 dertig miljard euro vrij te maken voor een ‘Marshallplan’ voor de belabberde buitenwijken van de grote steden. Ook maakte hij voor de allerarmsten een persoonlijk faillissement mogelijk: wie kan aantonen veel pech te hebben gehad door bijvoorbeeld ziekte, echtscheiding of ontslag, komt in aanmerking voor een eenmalige kwijtschelding van schulden, waarna hij of zij weer met een schone lei kan beginnen.

Na zijn studies rechten en filosofie koos Borloo aanvankelijk voor zijn eigen voorspoed. Hij richtte een advocatenkantoor op, gespecialiseerd in bedrijven met grote financiële problemen. Dat liep zo goed dat hij in de jaren tachtig volgens het tijdschrift Fortune tot de vijf bestbetaalde advocaten ter wereld behoorde. Zijn beroemdste cliënt was de zakenman en politicus Bernard Tapie, met wie hij opvallende overeenkomsten vertoont. Beiden zijn ‘vrije jongens’ die zich met de beste bedoelingen, maar zonder ideologische overtuiging, in de politiek stortten, Tapie links en Borloo rechts, en het tot minister schopten. Beiden kochten een voetbalclub, Tapie Olympique Marseille en Borloo Valenciennes, waarna ze werden aangeklaagd voor malversaties. Terwijl Tapie schuldig werd bevonden, ging Borloo echter vrijuit. Toevallig waren beide voetbalclubs ook nog verwikkeld in een schandaal, waarbij spelers van Valenciennes waren omgekocht door Marseille. Borloo was toen echter geen voorzitter meer van de club.

Buitengewoon populair

De Parijzenaar Borloo had aanvankelijk geen enkele band met Frankrijks noordelijke regio, die hij door het voetbal leerde kennen. Hij werd er echter dermate getroffen door de ellende die de massawerkloosheid veroorzaakte, dat hij actie wilde ondernemen. In 1989 stelde hij zich kandidaat voor het burgemeesterschap van Valenciennes en werd hij verkozen met liefst drie kwart van de uitgebrachte stemmen.

Hoewel het werkloosheidspercentage in de stad sterk boven het landelijke gemiddelde bleef, maakte Borloo zich met zijn onconventioneel bestuursschap buitengewoon populair bij de bevolking, die hem twee keer herkoos. Goede contacten in Parijs en Brussel leverden hem geld op, waarmee hij een grondige stedelijke opknapbeurt kon financieren. Valenciennes kreeg een universiteit, een theater, trambanen en aansluiting op het TGV-netwerk naar Parijs. Borloo’s grootste wapenfeit is de komst van megawerkgever Toyota, die voor de bouw van zijn fabriek Valenciennes verkoos boven tientallen andere Franse steden.

Borloo strijdt graag op meerdere fronten tegelijk. Tijdens zijn burgemeesterschap was hij in 1990 medeoprichter van de vrij marginale rechtse milieupartij Génération Ecologie. Drie jaar later veroverde hij zonder politieke partij een kamerzetel en in 1998 sloot hij zich aan bij de centrum-rechtse partij UDF van François Bayrou, waarvan hij woordvoerder werd. Vier jaar later pleegde hij ‘verraad’, toen hij overstapte naar de nieuwe rechtse eenheidspartij UMP. Boze tongen beweren dat hij zijn kabinetspost vooral aan die stap te danken heeft. Om de politieke verwarring compleet te maken, meldde het tijdschrift Le Nouvel Observateur dat hij slechts twee politici bewondert: de socialistische ex-premiers Michel Rocard en Pierre Mauroy.

Zijn politieke verantwoordelijkheid deed nauwelijks iets af aan Borloo’s flamboyante levensstijl. Hij behield zijn baard van drie dagen en zijn wilde krullenbol. Een romance met de actrice Nathalie Baye kwam zijn losbandige reputatie alleen maar ten goede. Wellicht slaagt Borloo er dankzij zijn ongecompliceerde politieke benadering eindelijk in het land te hervormen, daar waar zijn voorgangers faalden.

Olivier van Beemen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content