Mikhail Saakasjvili wil zich laten herverkiezen als president van Georgië. Zijn tegenstanders vrezen fraude.

© Der Spiegel

Op de marktplaats van Chiatura, in het noordwesten van Georgië, spreekt Mikhail Saakasjvili een menigte van 2000 mensen toe. Met zijn twee handen om de microfoon lanceert hij een spervuur van beloften. Er komen snel moderne bu- reaus voor arbeidsbemiddeling, er zijn loonsverhogingen op handen, een ‘Georgië zonder armoede’ en vrij van corruptie staat voor de deur. Tenminste, als ze hem op 5 januari opnieuw tot president verkiezen.

Geen woord over de noodtoestand die hij in november gedurende anderhalve week uitriep, of waarom hij toen de betogende oppositie in de hoofdstad Tbilisi met politieknuppels, traangas en rubberkogels liet uiteenjagen. Ook geen verwijzing naar zijn beweegredenen om de zendinstallatie van het onafhankelijke televisiekanaal Imedi (Hoop) door knokploegen te laten vernielen, en het tv-station voor een maand uit de ether te halen. Tegenstanders ontsieren de portretten van de president sindsdien met hitlersnorretjes.

Al vier jaar is de jurist president van Georgië. Zijn haar heeft intussen grijze tinten gekregen, zijn jongensachtige nonchalance is verdwenen. Veel van zijn medestanders in de regering hebben met hem gebroken. De laatste in de rij was ex-defensieminister Irakli Okruashvili. Die beschuldigt de president ervan een terreurregime te willen opzetten.

Het Georgische haantje-de-voorste imponeerde zijn westerse gesprekspartners de voorbije jaren met beloften over hervormingen, die hij uitte in vlekkeloos Engels. Vooral de Amerikanen waren erg onder de indruk van de man die afstudeerde aan de Columbia University in New York.

Na de Rozenrevolutie, waarmee de Georgiërs hun door en door corrupte patriarch Edvard Sjevardnadze aan de kant schoven, werd Saakasjvili in januari 2004 tot president verkozen, met 96 procent van de stemmen. Sindsdien was hij voor Washington de hoop voor de Kaukasus.

Saakasjvili bedankte op gepaste wijze. De weg van de luchthaven naar de hoofdstad kreeg de naam van George W. Bush. Op de dag van de presidentsverkiezingen moeten de Georgiërs zich ook in een referendum uitspreken over het lidmaatschap van de NAVO, waartoe Saakasjvili zo snel mogelijk wil toetreden. Bij het westers militaire bondgenootschap zelf achten ze Georgië voorlopig niet NAVO-rijp.

Met zijn buitenlandse politiek heeft Saakasjvili zijn land ook geen diensten bewezen. Met harde taal en dreigementen heeft hij de Russische president Vladimir Poetin tegen zich in het harnas gejaagd. Die nam wraak door de separatistische Georgische provincies Abchazië en Zuid-Ossetië om te vormen tot protectoraten van Moskou. Nog veel erger voor de Georgiërs is dat Rusland ook geen Georgische wijn, mineraalwater en mandarijnen meer invoert.

De kandidaat van de verzamelde oppositie, de wijnhandelaar Levan Gatsjetsjiladze, heeft echter geen talenten als volksmenner. Met een monotone stem vervloekt hij tijdens zijn meetings de ‘plunderaars die aan de macht zijn’. Maar alsof hij al weet dat hij de strijd met Saakasjvili zal verliezen, waarschuwt hij nu al voor verkiezingsfraude.

© Der Spiegel

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content